caricato da zionsberlin

Playing in the city

annuncio pubblicitario
SPELEN
IN DE STAD
PLAYING
IN THE CITY
BERTE DAAN
KARIN PEETERS
ANNA FINK
12
14
18
24
32
VOORWOORD /
PREFACE
INLEIDING /
INTRODUCTION
LEESWIJZER /
READER’S GUIDE
SPEL ONTRAFELD / PLAYING UNRAVELLED
EEN WANDELING
LANGS VIJF
AMSTERDAMSE
SPEELPLEKKEN /
A WALK ALONG 5 PLAY
AREAS IN AMSTERDAM
54
LEREN VAN
KINDEREN / LEARNING
FROM CHILDREN
106
SPEELWAARDEN
IN DE STAD /
PLAY VALUES
IN THE CITY
236
EEN PERSPECTIEF
OP SPELEN /
A PERSPECTIVE
ON PLAYING
248
BIBLIOTHEEK /
LIBRARY
COLOFON /
COLOPHON
250
13
VOORWOORD / PREFACE
LEKKER SPELEN IN EEN GEZOND AMSTERDAM
ENJOY PLAYING IN A HEALTHY AMSTERDAM
We weten allemaal dat spelen, sporten en bewegen
leuk en gezond is, en voor kinderen in het bijzonder.
Kinderen ontwikkelen zich fysiek en mentaal beter
wanneer ze spelen, buiten zijn en contact hebben met
elkaar. Het prikkelt hun fantasie, stimuleert de ontwikkeling van sociale vaardigheden en het verbetert de
motoriek. Het is dus heel belangrijk voor een gezonde
toekomst in Amsterdam.
It is common knowledge that playing, sports and movement are fun and healthy, especially for children. Their
physical and mental development improves when they
play, are outside and are in contact with each other.
Playing sparks their imagination, stimulates the development of their social abilities and improves their
motor skills. Therefore, playing is very important for
a healthy future in Amsterdam.
Buiten spelen in een grote en groeiende stad is niet
van-zelfsprekend. In een drukke en dicht bebouwde
omgeving, met op veel plekken nu nog veel verkeer,
is de speelruimte vaak beperkt. We moeten dus actief
op zoek naar creatieve en innovatieve oplossingen voor
voldoende, goede speelruimte in de stad. Oplossingen
die passen bij kinderen, hun ouders en bij de stad.
Playing outside in a large and growing city doesn’t come
naturally. In a busy and densely built up area, with all the
traffic still present on most streets, there is often limited
space for playing. So we need to actively search for creative and innovative solutions for sufficient, good playing
space in the city. Suitable solutions for the needs of the
children, their parents and the city.
Dit boek bevat kennis, inspiratie en concrete handvatten om een stad te maken die uitnodigt tot spelen
en bewegen. Het zwengelt het gesprek aan tussen
disciplines – van pedagoog tot ontwerper – en met
de Amsterdammers, groot en klein. Laat je inspireren
door dit boek en laat je verrassen door de gesprekken
de het oplevert. Zo werken we aan een duurzame,
gezonde toekomst voor alle bewoners
van Amsterdam.
This book contains knowledge, inspiration and concrete
suggestions to make a city which invites people to play
and move. It opens the dialogue between disciplines
– from teacher to designer – and with Amsterdammers,
large and small. Get inspired by this book, and be surprised by the conversations it triggers. In this way, we
can work towards a sustainable and healthy future for
all Amsterdam residents.
Marieke van Doorninck
Marieke van Doorninck
Wethouder
Ruimtelijke Ontwikkeling en Duurzaamheid, Amsterdam
Deputy mayor
Spatial Development and Sustainability, Amsterdam
15
INLEIDING
Amsterdam is de plek waar anno 2019 zo’n 170.000
kinderen opgroeien. Het is de stad waar ze vrienden
maken, leren fietsen, hun eerste hut bouwen, hun
been breken, naar school gaan. De plek waar ze spelen,
ontdekken en leren. Een belangrijk deel van deze
ervaringen speelt zich af in de openbare ruimte. Maar
kinderen zijn steeds minder zichtbaar in het straatbeeld. Ontwikkelingen als voorschool, naschool, de
aantrekkingskracht van beeldschermen en gevoel van
onveiligheid bij ouders beperken de aanwezigheid
van stadskinderen in de openbare ruimte. Tegelijk
bebouwen we onze steden steeds dichter en worden
ze steeds drukker. Van spelende kinderen tot bootcampers, van buurtbewoners tot toeristen – de stedelijke openbare ruimte wordt door steeds meer mensen
voor veel verschillende dingen tegelijk gebruikt.
alleen op de daarvoor aangewezen vierkante meters.
Kinderen weten dat zelf het beste: in de rafelranden
lonken de meeste speelmogelijkheden, de beste
plekken om je te verstoppen. Willen wij als volwassenen de potentie van de publieke ruimte inzien en zelf
meer gaan bewegen, dan hoeven we voor inspiratie
alleen maar te kijken naar het spelen van kinderen.
Die inspiratie is wat dit boek graag wil bieden aan
iedereen die zich beroepsmatig bezighoudt met het
thema spelen en bewegen in de openbare ruimte. Het
laat zien dat de hele stad een speelplek kan zijn, nu en
in de toekomst.
Amsterdam streeft naar een openbare ruimte die uitnodigend is voor al zijn gebruikers, in hun volle
diversiteit. Inclusief kinderen. Want juist door met
verschillende gebruikers in contact te komen, kunnen
inwoners – kinderen en volwassenen – elkaar uitnodigen tot bewegen, samen dingen ontdekken, van
elkaar leren en samen spelen. Het onderwerp spelen
is in de loop der jaren al uitgebreid en vanuit vele
perspectieven onderzocht. In deze uitgave staat het
idee centraal dat goede openbare ruimte uitnodigt
tot spelen en de stad daarmee aantrekkelijker en
gezonder maakt voor iedereen. Voor kinderen heeft
het bovendien invloed op de motorische, cognitieve
en sociale ontwikkeling.
Dit boek bundelt kennis over het waarom, wat en hoe
van spelen in de stad. Het boek geeft bovendien
inzicht in de succesfactoren van de ruimtelijke inrichting
van de stad die de drie ontwikkelingsvormen van het
kind stimuleren en activeren. Aan de hand van Amsterdamse en internationale voorbeelden geeft het inzicht
in de manier waarop kinderen deze speelplekken
gebruiken en welke (ontwerp)ingrediënten en mogelijkheden zijn benut om uit te nodigen tot dit gebruik.
Kijken we bij ‘spelen’ niet alleen naar aangewezen
speelplekken, maar ook naar de waarde van spelen in
de overige publieke ruimte, dan zien we hoe dit spel
kan bijdragen aan de verblijfskwaliteit van de openbare
ruimte en vice versa. Spelen kan tenslotte overal, niet
In dit boek zie je op verschillende plekken gekleurde stippen –
deze verbinden geschreven of getekende inhoud met elkaar.
Zoek de stip met dezelfde kleur om verder te lezen/kijken.
17
INTRODUCTION
Today, Amsterdam is the place where around 170,000
children grow up. It’s the city where they make friends,
learn how to ride the bicycle, build their first hut, break
their leg, and go to school. The place where they play,
discover and learn. A significant part of these experiences is gained in public space. However, children are
much less visible in the street scene than before. Developments like pre-school education, child care, the
attraction of computer and tv screens, and a sense with
the parents of not being safe, limit the presence of
city children in public space. At the same time, we build
our cities with higher density and traffic intensity. From
children playing to ‘bootcampers’, from residents to
tourists – the urban public space is utilised by more
people for a growing number of purposes.
and the best places to hide. Do we, as adults, wish
to acknowledge the power of public space, and start
moving and exercising more ourselves, then we only
have to look at the way children play for inspiration.
This inspiration is what this publication aims to offer
everyone who is professionally engaged with the topic
of play and exercise in public space. It shows the whole
city can be a playground, now and into the future.
The city of Amsterdam aims to create public space that
is welcoming to all its users, in the full range of their
diversity. Including children. By meeting different users,
residents – children and adults alike – can encourage
each other to move, discover together, learn from each
other, and play together. Play is a topic that over the
years, has been studied extensively and from many
perspectives. This publication centres around the idea
that a good use of public space elicits play, and makes
the city healthier and more attractive to everyone.
Moreover, for children, this use influences their motor
learning and cognitive and social development.
This book pools knowledge about the why, the what
and how of playing in the city. Also, it provides insight
into the critical factors for successful spatial planning
of the city, that stimulate and activate the three forms
of development of the child. Based on international
cases and examples from Amsterdam, this publication
shows how children use play areas and which (design)
elements and opportunities are exploited to elicit this
kind of use.
If we not only consider designated play areas when we
look at ‘playing’, but also at the importance of play in
public space, then we will discover how play can contribute to the quality of staying in public space, and
vice versa. In the end, playing is possible everywhere,
and not strictly within the allotted square meters.
Children know this the best: the fringes beckon the
most substantial amount of opportunities for playing,
On various places in this book you will discover colored dots –
these dots connect written or drawn content with each other.
Look for the dots with the same color to continue reading.
19
LEESWIJZER
Dit boek wil brede en gevarieerde kennis bieden en
voorbeelden laten zien rond het inrichten van openbare
ruimte als speelruimte. Ieder hoofdstuk onderzoekt
vanuit een andere invalshoek de aspecten die belangrijk zijn bij kinderspel, de ontwikkeling van het kind en
het maken van een aangename verblijfsplek.
SPELEN ONTRAFELD
Het hoofdstuk ‘Spelen ontrafeld’ biedt inzicht in de
ontwikkeling van kinderen. Welke vaardigheden
ontwikkelen kinderen door te spelen? Het hoofdstuk
diept de drie factoren uit die ruimtelijke inrichting
kan stimuleren: de motorische, cognitieve en sociale
ontwikkeling. Steeds legt het boek de link tussen hoe
deze drie ontwikkelingsgebieden elkaar beïnvloeden,
welke speelbehoeften per levensfase ontstaan en
hoe hier rekening mee kan worden gehouden in het
ontwerp van de buitenruimte.
EEN WANDELING
LANGS VIJF AMSTERDAMSE SPEELPLEKKEN
De ontwikkeling van speelplekken in Amsterdam komt
in beeld via een wandeling langs een aantal belangrijke
speelplekken in de stad. Deze route duidt de ontwikkeling van spelen in de stad en ook de ruimtelijke consequenties hiervan in een steeds veranderende maatschappij. De wandeling vormt een route die pauzeert
op het recent opgeleverde en drukbezochte Artisplein.
Daarmee toont dit hoofdstuk enerzijds het belang van
goede speelplekken in de stad, en roept het daarnaast
de vraag op wat de gewenste manier is om toekomstige speelplekken van de stad in te vullen.
LEREN VAN KINDEREN
Voor kinderen blijkt het lastig hun voorkeuren voor een
speelplek uit te spreken. Ze participeren middels hun
spel. Ze doen! Dit hoofdstuk volgt daarom 11 Amsterdamse kinderen tijdens hun spel. De verslagen van
deze wandelingen en de beelden vanuit dit perspectief
zetten de lezer letterlijk in de kinderschoenen. Het
laat zien wat de essentie van spel is voor kinderen.
De analyse van deze wandelingen verbreedt daarmee
het scala aan mogelijkheden om ruimten en routes
meer aantrekkelijk voor kinderen in te richten.
SPEELWAARDEN IN DE STAD
Een breed scala aan hedendaagse voorbeelden van
goede speelplekken komt aan bod in dit deel van het
boek. Naast ruimtelijke kwaliteit, spreken deze speelplekken al de genoemde drie ontwikkelingsgebieden
van kinderen aan. Soms formeel, in een bedachte
speelplek. Soms informeel en onverwacht, in de straat
of op een plein. Van heel complex tot heel eenvoudig.
In hoogstedelijk gebied tot in een rustige woonwijk.
Maar altijd in de publieke ruimte, dus voor zowel jong
als oud toegankelijk. Het onderzoek toont de succesfactoren van een goede speelplek en laat zien waarom
een plek met plezier wordt gebruikt. Omdat een foto
zelden de totale gebruiksmogelijkheid toont, is ervoor
gekozen het volledige gebruik te duiden aan de hand
van schetsen. De esthetiek van de vormgeving blijft
in dit referentieonderzoek grotendeels buiten beschouwing, waardoor de speelelementen gemakkelijk vertaald kunnen worden naar een Amsterdamse context.
De voorbeelden tonen welk motorisch, cogni-tief en
sociaal spel er aangeboden wordt en betreffen allemaal
bestaande plekken, waardoor er de mogelijkheid is om
de projecten met eigen ogen te bekijken.
De flap in de omslag van het boek helpt om themagewijs te navigeren en soortgelijke projecten en
opgaven snel en makkelijk terug te vinden.
EEN PERSPECTIEF OP SPELEN
Het laatste hoofdstuk duidt de opgave en de urgentie
voor een nieuwe aanpak om spelen in de stad aantrekkelijk te houden. In een verdichtende stad als
Amsterdam is de opgave om te zoeken naar overlap
van functies, interactie tussen gebruikers en ontwerpen
die zijn afgestemd op het gebruik van het kind. Hieraan
ontwerpen en werken, is meer dan het toepassen van
de mooie voorbeelden van elders. Het is meer gelaagd, complexer en het vraagt om een ander perspectief en een andere aanpak. Daarom schijnt dit hoofdstuk
licht op een aantal principes dat spel in de toekomst
sterker als ontwerpelement in de stedelijke context kan
benutten.
Notitie over de foto’s: het boek begint en eindigt met
foto’s uit het stadsarchief Amsterdam. Deze laten zien
dat spelen van alle tijden is en dat vooral de stad en
het stedelijk leven veranderd is. Daarmee zijn ook
de grenzen die aan spelen en speelruimte worden
opgelegd veranderd.
21
READER’S GUIDE
This book intends to pool broad and varied knowledge,
as well as show examples of playing in public space.
From different angles, each chapter examines the
distinct relevant aspects concerning playing, the
development of the child and in creating pleasant
places to stay.
PLAYING UNRAVELLED
The chapter Playing unravelled offers insights into
the development of children. Which skills do children
develop through playing? This chapter explores
the three factors influenced by spatial design: the
stimulation of motor learning, and cognitive and
social development. The book continuously shows the
connection between these areas of development, which
specific needs for playing arise in each life stage, and
how to include these different aspects in spatial design.
A WALK ALONG 5 PLAY AREAS IN AMSTERDAM
The evolution of play areas in Amsterdam becomes
apparent during a visit to some critical playgrounds in
the city. This walk exemplifies the development of
playing in the city, as well as its spatial consequences
in a continuously changing society. The route pauses at
the bustling Artis square. In that way, this chapter points
to the importance of high-quality play areas in the city
on the one hand, while on the other hand posing the
question about the preferred approach to the spatial
interpretation of future play areas in the city.
LEARNING FROM CHILDREN
When we ask children to state their preferences about
a playground, they will almost automatically choose
the highest slides or the brightest colours. However,
this outcome is the consequence of the manner
of approaching children. Children are not always
inclined to speak out, and not every child is proficient
at drawing. The way children participate is primarily
through play. They act! Therefore, this chapter follows
11 children from Amsterdam while they play. The
reports of the walks and the images from the children’s’
perspective help the reader to understand it their way.
It manifests what the essence of playing is for children.
The analyses of the walks broaden the vast array of
possibilities to design spaces and routes in a way that’s
more appealing to children.
THE PLAY VALUES IN THE CITY
An extensive range of contemporary examples of
inspiring spaces for play is the subject of this part
of the book. Apart from the quality of spaces, these
playgrounds engage the motor, cognitive and social
areas of development of children. Sometimes formally,
when the play area was designed for this purpose.
Sometimes informal and spontaneous, in the street or
on a square. Ranging from very complex to evidently
simple. Occurring in densely urban areas, to quiet
commuter districts, and always in public space, and
therefore accessible to young and old alike. Decoding
the critical factors of success that define an excellent
play area shows why children happily use these spaces
and which play is offered that challenges motor,
cognitive and social skills. An image seldom reveals the
full potential of a site. Consequently, the choice has
been made to clarify the use of an area and its critical
factors for success employing a drawing. The aesthetic
values of the design have been mainly disregarded,
providing a way to translate specific elements to the
conditions in Amsterdam. All of the examples on display
are actual and realised spaces; cases from Amsterdam,
but also other cities in the Netherlands, Europe and
worldwide.
The tab in the book cover helps to navigate by theme
and to retrieve related projects and commissions
quickly.
A PERSPECTIVE ON PLAYING
The final chapter explains the assignment and urgency
of retaining the attractiveness of the city for playing.
In an increasingly dense city like Amsterdam, the
task is to find the overlap in functions, and in the
interaction between users and designs accommodated
to the preferences of adults as well as children.
Addressing these aspects amounts to more than merely
implementing the examples from elsewhere. Hence, this
chapter sheds light onto several principles contributing
to making even better use of play as an element of
design in urban conditions.
A note about the photographs: the books begins and
ends with photos from the city-archive of Amsterdam.
They show that playing itself is timeless and that it is
the city and it’s urban life that are changing. Therefore
also the limitations to playing and play spaces have
transformed.
SPEL ONTRAFELD /
PLAYING UNRAVELLED
EEN WANDELING LANGS VIJF
AMSTERDAMSE SPEELPLEKKEN /
A WALK ALONG 5 PLAY
AREAS IN AMSTERDAM
25
SPEL ONTRAFELD MOTORISCHE, COGNITIEVE EN SOCIALE ASPECTEN
Het ontwerpen van openbare ruimte is complex. Veel
factoren spelen een rol, waaronder duurzaamheid,
gezondheid, veiligheid, beheer, rolstoeltoegankelijkheid en verkeer. Met het inrichten van een openbare
ruimte met specifieke aandacht voor kinderen komt
daar nog een laag overheen. Kinderen hebben veilige
ruimte nodig die uitdaging biedt. Hoe maken we
plekken die kinderen een gezonde, interessante en
beweegvriendelijke omgeving bieden? Om hier
antwoord op te vinden, is het belangrijk iets meer te
weten over de ontwikkeling van kinderen.
Kinderen maken elke dag ontwikkeling door. Hoe die
ontwikkeling precies verloopt is per kind verschillend.
De een loopt met tien maanden, de ander zet zijn
eerste stap na anderhalf jaar. Aanleg én omgeving
hebben daar invloed op. De ontwikkelgebieden van
kinderen, die kunnen worden beïnvloed door ruimte en
inrichting daarvan, zijn: de motorische, de cognitieve
en de sociale ontwikkeling. Onder motorische ontwikkeling verstaan we: de ontwikkeling van het lichaam en
het aangeleerde bewegen. Cognitieve ontwikkeling
behelst de ontwikkeling van het denken, het waarnemen, het geheugen en de taal. En bij sociale ontwikkeling duiden we de ontwikkeling in relatie tot anderen,
en hoe kinderen omgaan met de sociale omgeving. De
ontwikkeling binnen deze drie gebieden staat nooit op
zichzelf, maar verloopt parallel.
MOTORISCHE ONTWIKKELING
Bewegen is in veel gevallen een cruciaal onderdeel
van spelen. Het is bovendien essentieel voor de motorische ontwikkeling van kinderen. Motorische ontwikkeling begint met het onder de knie krijgen van de
basis in bewegingsvaardigheden. Die basis bestaat
uit de motorische vaardigheden waarmee kinderen
al vroeg in spelvorm in aanraking komen. Zoals:
balanceren, stoeien, lopen, springen, landen, rollen,
duikelen, draaien, gooien en vangen, klimmen, zwaaien
en bewegen op muziek. Deze vaardigheden helpen de
basis leggen voor een goed vertrouwen in het eigen
lichaam. En plezier in bewegen is een stimulans voor
een gezonde ontwikkeling en dat werkt door op latere
leeftijd.
Op hoofdlijnen wordt in de literatuur onderscheid
gemaakt tussen de verschillende motorische vaardigheden: evenwicht, grove motoriek, fijne motoriek,
ontwikkeling van oog-hand-coördinatie, coördinatie
en ruimtelijke oriëntatie. Bewegen draagt bij aan
verschillende aspecten van de motorische ontwikkeling. Klimmen bijvoorbeeld draagt direct bij aan vier
verschillende aspecten: ontwikkeling van de grove en
fijne motoriek, oog-hand-coördinatie en ruimtelijke
oriëntatie. Balanceren helpt met ruimtelijke oriëntatie. Glijden versterkt de ruimtelijke oriëntatie en de
ontwikkeling van de grove motoriek. Verschillende
spelvormen kunnen daarnaast kracht, uithoudingsvermogen en lenigheid verbeteren. Het scala is nagenoeg
oneindig en het aantal bewegingen en speelmogelijkheden is in het beste geval net zo veelzijdig als het kind
zelf. De aanwezigheid van anderen, die voordoen hoe
een beweging moet, helpt daarbij.
COGNITIEVE ONTWIKKELING
Spelen stimuleert ook de cognitieve ontwikkeling van
een kind. Het gaat dan niet alleen om het denken, het
waarnemen, het geheugen en de taal, maar ook om
bijvoorbeeld creativiteit. Kinderen onderzoeken de
wereld actief en vormen er in verschillende stadia een
eigen beeld van. In de klassieke cognitieve ontwikkelingspsychologie worden vier stadia onderscheiden
waarin het kind op verschillende manieren cognitieve
vaardigheden leert. In het kort: 0-2 jaar: zintuiglijke
indrukken, 2-7 jaar: imitatie en fantasie, 7-11 jaar: zelf
ontdekken en het maken van logische verbanden (met
concreet materiaal). Vanaf 12 jaar: zelf abstract kunnen
redeneren (concreet fysiek materiaal is niet meer
dringend nodig).
De publieke ruimte kan een sterke bijdrage leveren
aan de cognitieve ontwikkeling van het kind door
zich telkens anders te manifesteren. Daarmee oefent
het waarnemen, denken en geheugen. Met name het
spelen met zogenoemde ‘losse elementen’, zoals een
emmer, een schep, zand, water, takken en stenen,
stimuleren de cognitieve ontwikkeling. Deze manier
van spelen daagt uit tot creatief denken, zoeken naar
nieuwe mogelijkheden en oplossingen.
27
SOCIALE ONTWIKKELING
Als derde stimuleert spelen de sociale vaardigheden
van het kind. Kinderen oefenen hun communicatieve
vaardigheden door te spelen en te imiteren. De meeste
kinderen spelen graag samen. En tijdens samenspel
leren ze van elkaar en wordt hun gevoel voor moraal
gestimuleerd: wat is goed en wat is verkeerd? Samen
spelen is daarmee een onmisbaar onderdeel van de
sociale ontwikkeling van een maatschappij.
De sociale ontwikkeling van kinderen kent een aantal
fases, waarin telkens een sociale vaardigheid centraal
staat. In grote lijnen draait het in je eerste twee levensjaren over het leren vertrouwen van je omgeving.
De ouders staan hierin centraal, zij bieden het basisvertrouwen. Daarna, tussen 1,5 tot 3 jaar, ontwikkel je
als kind een eigen wil en ‘ontdek’ je je autonomie. Van
3 tot 6 jaar leer je doelen bereiken, op eigen initiatief
en met je eigen fascinaties. Tussen 6 en 12 jaar ontwikkelt de competentiedrang van een kind. Door interactie
met andere kinderen ontstaat ook vertrouwen in het
eigen kunnen.
Tijdens de adolescentie nemen jongeren afscheid
van hun kindertijd en groeien ze op den duur richting
volwassenheid. Het zelfbeeld van pubers vormt zich
door de omgang met vrienden en familie, maar ook
door de reacties uit de omgeving, zoals die van leraren,
sportcoaches en sociale media. Die ontwikkelingen
hangen samen met de onzekerheid en wisselvalligheid
die zo typisch hoort bij de puberteit: de ontwikkelingsfase die in het teken staat van identiteitsvorming en
identiteitsverwarring.
De publieke ruimte kan een bijdrage leveren aan de
sociale ontwikkeling van kinderen door samenspel en
interactie tussen gebruikers mogelijk te maken en te
stimuleren. Een ruimte waar een actie van een groep
een reactie van de ander kan oproepen. Waar de één
de rol van toeschouwer kan innemen, en de ander het
middelpunt van actie kan zijn. Én, in het geval van de
jongste kinderen, waar hun ouders prettig kunnen
verblijven, meespelen en elkaar kunnen ontmoeten.
Zodat ze hun kinderen meenemen naar buiten, naar
deze plekken.
BETEKENIS VOOR OPENBARE RUIMTE
In iedere levens- en ontwikkelingsfase hebben kinderen
te maken met andere uitdagingen en zoeken ze andere
uitdagingen op. Voor ieder kind verschillen deze fasen
en bijbehorende voorkeuren bovendien sterk. De
interactie tussen kind en omgeving lokt het spel en het
leren van spel uit. Fijne plekken met een hoge verblijfskwaliteit die gelaagd zijn in de factoren motorisch,
cognitief en sociaal, bieden kinderen langdurig een
meerwaarde. Bij de inrichting van de openbare ruimte
kunnen ontwerpers inspelen op de wijze waarop
kinderen in hun ontwikkelingsfasen hun uitdagingen
en doelen selecteren. Biedt de plek een vertrouwde
omgeving, of juist een uitdagende? Zijn er mogelijkheden om er je eigen wil en fantasie te vormen of ligt
de uitdaging in een motorische bezigheid?
Door bij het ontwerpen deze drie verschillende doelen
Motorisch (M), Cognitief (C), en Sociaal (S) aan te
spreken, kunnen kinderen blijven bewegen, ontdekken
en ontmoeten.
Of zoals een kind het zou verwoorden: Wat kan ik hier
doen (M)? Gebeurt er iets spannends (C)? Zijn er
anderen (S)?
29
PLAYING UNRAVELLED MOTOR CONTROL, COGNITIVE AND SOCIAL ASPECTS
Designing for public space is complex. A significant
number of aspects factor into it, including sustainability, health, public safety, management, accessibility
for people with a disability and traffic. Having regard
for the specific needs of children adds another layer
of complexity to spatial design. Children require safe
and challenging spaces. How can we create spaces
that provide them with a healthy, exciting environment
that invites children to get moving? It is rewarding to
understand a little about the development of children
to answer these questions.
contributes to distinct aspects: development of gross
and fine motor skills, eye-hand coordination and spatial
orientation. Balancing helps develop spatial orientation
and equilibrium. Sliding strengthens spatial orientation
and the development of gross motor skills. Different
forms of play can also help improve power, stamina
and agility. The scope is practically limitless, and the
number of movements and opportunities for playing
is at best as versatile as the child itself. The presence
of others, who can show how to perform a specific
movement, is beneficial.
Children experience development daily. This process
differs from one child to the next. One can walk
effortlessly at ten months, and the other diffidently
put its foot in front of the other at age one and a half.
Aptitude and milieu both are of influence. The areas of
development impacted by space and spatial design,
are motor learning, and cognitive and social development. Motor learning is the maturation of the body,
learned movement and the process of improving motor
skills through practice. Cognitive development includes
the development of thinking, perception, memory and
language. In social development, we explain the development in relation to others and how children interact
with their social environment. Development within
these three areas is never singular but unfolds as an
aligned process.
COGNITIVE DEVELOPMENT
Playing also stimulates the cognitive development of
the child. This development not only concerns thinking,
perceiving, memory and language but also creativity,
for instance. Children actively examine the world and
form their image of it in different stages of their development. In classical cognitive developmental psychology, four stages are recognised in which the child
develops cognitive skills in different ways. In brief, age
0-2: sensory impressions, age 2-7: imitation and fantasy,
age 7-11: discovering autonomously and creating
logical connections (with tangible materials). Age 12
and over: being able to reason in an abstract sense
(without the strict need for tangible materials).
MOTOR LEARNING
Moving is predominantly a crucial part of playing.
Moreover, for children, it’s essential for motor learning.
Motor learning starts with mastering the basics of
movement skills. These basics comprise motor skills
that children learn playfully from an early age. Skills like
balancing, frolicking, walking, jumping, landing, rolling,
tumbling, turning, throwing and catching, climbing,
swinging and moving to music. These skills help
the child to grow confidence in its body. Moreover,
enjoying moving is an impetus for healthy development, lasting into the adult years.
Scientific literature mainly discerns between the different motor skills: balance, gross motor skills, fine motor
skills, development of eye-hand coordination, coordination and spatial orientation. Moving adds to different aspects of motor learning. Climbing, for instance,
Public space can contribute considerably to the child’s
cognitive development by manifesting itself in a continually varying manner. This constant change allows for
practising observation, thinking and memory. Especially playing with ‘loose parts’, like a bucket, a scoop,
sand, water, branches and stones, elicit cognitive development. Playing like this, evokes creative thinking, and
finding new possibilities and solutions.
SOCIAL DEVELOPMENT
Playing also enhances the social skills of a child.
Children practice their communicative skills by playing
and imitating. Most children prefer to play together.
During the interaction, they learn from one another,
and their sense of morality is sparked: what is right and
what is wrong? Playing together is an inevitable part of
the social development of a society. The social development of children is divided into different phases,
each centring around a distinct social skill. To a large
extent, the first two years of life are all about learning
31
to trust your environment. This phase revolves around
the parents, who provide an underlying feeling of
security. Subsequently, between ages 1.5 to 3, the
child develops its own will and ‘discovers’ its autonomy.
Between ages 3 and 6, the child learns to accomplish
objectives, at its own initiative and stemming from its
own fascinations. Between ages 6 and 12, it develops
competitiveness. Interaction with other children also
creates confidence. During adolescence, they abandon
their childhood and mature towards adulthood. The
self-image of teenagers is formed by interaction with
friends and family, but also through feedback from
the broader environment, like teachers, sports trainers
and social media. These developments are connected
with the insecurity and volatility so typical for puberty,
the developmental stage revolving around identity, its
formation and its ability to create confusion.
Public space can contribute to the social development of children by facilitating and eliciting interplay
and interaction between users. Spaces, where the
action of a group can evoke a reaction from the other.
Where one can assume the role of the onlooker and
the other can be at the centre of attention. Also, when
it concerns the youngest children, a site where the
parents like to stay, participate in playing with their
children and where they can meet other people. That
will motivate them to bring their children outside, and
to these play areas.
SIGNIFICANCE FOR PUBLIC SPACE
In each stage of life and development, children are
presented with specific challenges, and they will look
for different challenges. These stages and their accompanying preferences vary distinctly for each child. The
interaction between child and environment elicits play
and learning how to play. Friendly sites, offering a high
level of quality in the layers motor learning, cognitive
and social development, guarantee children sustainable added value. In designing for the public space,
designers can anticipate the way children select challenges and objectives in their respective stages of
development. Does a site offer a familiar environment
or a challenging one? Are there opportunities to shape
your own will and fantasy or is the challenge a motor
control activity?
By designing for these three select purposes – Motor
control (M), Cognitive (C), and Social (S) – children
will be able to keep moving, discovering and meeting
others.
Or, as a child would put it: ‘What can I do here?’ (M)
‘Is something exciting going on?’ (C) ‘Will there be
others?’ (S)
33
EEN WANDELING LANGS VIJF AMSTERDAMSE SPEELPLEKKEN
Dat kinderen spelen, is van alle
tijden. In de oudste beschavingen
(zoals de Egyptische, Griekse en
Romeinse) zijn al voorbeelden
van speelgoed aangetroffen zoals
rammelaars of tollen. In de 16e
eeuw ontstaat in Nederland een
discussie over het nut van spelen.
De aanhangers van Calvijn vinden
dat kinderspelen verboden
moeten worden, omdat het
nutteloze bezigheden zijn. Luther
daarentegen omschrijft het spel
als nuttig voor de ontspanning.
Het onderwerp spelen is in de loop der jaren al uitgebreid en vanuit vele perspectieven onderzocht. Dat
begint bijvoorbeeld al met Johan Huizinga (1872-1945),
die schrijft over de spelende mens. Ledermann en
Trachsel inventariseren in 1959 de ontwikkelingen
op de speelplaats en bakenen fundamentele ideeën
af over de structuur en de ruimtelijke eisen. Recente
exposities als The Playground Project in Zürich (2016) of
Playgrounds, Madrid (2014) inspireren op innovatieve
en beeldende wijze. Daarnaast zijn er de vele technische handleidingen en beleidsadviezen van commerciële of overheidspartijen zoals de CROW, die vaak
waardevolle input leveren. En ook de maatschappelijke
inspanningen van initiatieven als de Bernard van Leer
Foundation, Johan Cruijff Foundation en Jantje Beton
dragen bij aan het verder ontwikkelen van kennis en
perspectieven rond het onderwerp.
Het perspectief op spelen verandert continu en dat
geldt ook in een stad als Amsterdam. Aan de hand van
een wandeling langs vijf Amsterdamse plekken, worden
de verschuivingen van de opvattingen over het spelen
in de stad inzichtelijk gemaakt.
“Niet de jeugd is misdadig,
maar de samenleving want
zij ontneemt de jeugd alle
gelegenheid tot spelen, tot
goede lichamelijke ontwikkeling.
Geef de jeugd gelegenheid
zich lichamelijk te ontwikkelen
en dit te doen samengaan met
haar geestelijke ontwikkeling,
en ‘t zal de jeugd verheffen.”
Uilke Jans Klaren
START: SPEELTUIN UJ KLAREN –
HET BEGIN VAN DE SPEELTUIN IN AMSTERDAM
Speeltuin UJ Klaren is een schitterend Amsterdams
voorbeeld van de opkomst van georganiseerde speeltuinen. Kinderen speelden in de 19e eeuw op straat
of in de tuin – of waren aan het werk in de fabriek. In
1874 kwam met de komst van het Kinderwetje meer
aandacht voor het welzijn van kinderen in de stad. De
gegoede burgerij financierde rond 1880 speeltuinen
om kinderen uit arme gezinnen in de overlopende
en verkrottende stad ook de ruimte te bieden voor
motorische ontwikkeling. De speeltuinen werden vol
goede moed aangelegd, maar raakten bij gebrek aan
toezicht en onderhoud in verval. Een van de mensen
die dit aan het hart ging was scheepstimmerman
Uilke Jans Klaren (1852-1947). Volgens Klaren lag de
oorzaak van veel sociale problematiek in de gebrekkige ruimtelijke omstandigheden waarin de kinderen
opgroeiden. Vanaf 1898 zette Klaren dan ook in op
een plan: een speeltuin die gemaakt en beheerd werd
door de bewoners zelf. De gemeente ondersteunde dit
initiatief en schonk de grond. Klaren was ervan overtuigd dat motorische ontwikkeling essentieel is voor
het verbeteren van de sociale toestand. Om die reden
bood de speeltuin volop motorische speelelementen
maar ook een clubhuis. Deze plek was de spil voor
het organiseren van allerlei activiteiten (zoals leren
figuurzagen) en het fundament voor het scheppen
van een sociale band in de buurt. Rond de komst van
de speeltuin ontstond een omslag in het denken over
het leven in overvolle arbeidersbuurten. Door de hele
stad heen werden speeltuinverenigingen opgericht.
Speeltuin UJ Klaren bestaat nog steeds en de sociale
band in de buurt is ook vandaag de dag sterk voelbaar.
Vooral bijzonder was en is dat deze speeltuin het hele
spectrum dekt: zowel motorisch, cognitief, als sociaal
biedt het kinderen een ijzersterk programma.
TWEEDE STOP: BERTELMANPLEIN –
SPELEN OM DE HOEK
Na de Tweede Wereldoorlog werden in Amsterdam
veel nieuwe gezinnen gesticht. Een plan om op lege
kavels en pleintjes in alle buurten in Amsterdam een
openbare speelplaats te maken, bood speelruimte aan
de kleinere kinderen in de overvolle wijken. Architect
en stedenbouwkundige Jacoba Mulder was voorvechter van deze aanpak. Mulder was geïnteresseerd
in de achtergronden van spel, en gaf in binnen- en
buitenland tientallen lezingen met als thema spelen
is bouwen aan het kind. Zij ontwikkelde vlak na de
oorlog het concept van zandspeelplaatsjes voor de
directe spelbehoefte. Naar eigen zeggen geïnspireerd
door twee peuters, die ze zandtaartjes zag bakken
met vieze aarde. Het Bertelmanplein was in de nieuwe
aanpak een pilotproject. Architect Aldo van Eyck
ontwierp voor het plein een breedgerande zandbak,
waarin hij onder andere vier ronde stenen en een klimboogje plaatste. De speelplaats werd een doorslaand
succes. De ontwerpen van Van Eyck weerspiegelden
zijn ideeën over de relatie tussen de speelelementen.
Met als uitgangspunt: niet één object centraal, maar
hiërarchisch gelijkwaardige relaties tussen objecten.
De elementen in de speelplekken zijn op meerdere
manieren bruikbaar en altijd door meerdere kinderen
tegelijk te gebruiken. Het beroemde klimrek in de vorm
van een iglo stimuleerde de kleintjes om te klimmen of
te kopjeduikelen, terwijl het de groteren uitnodigde om
rond te hangen. Zo had de iglo – klein als hij is – een
motorisch, cognitieve en sociale functie. Het speelplaatsenbeleid van Amsterdam was uniek en kreeg
“Al naar de leeftijd worden
de spelen op verschillende
terreinen gespeeld, hetzij in
park of plantsoen, in zandbak
of speelplaats in de wijk, hetzij
op speelweide of sportterrein
buiten de wijk.”
A.U.P., 1934
“De termen, waarmee wij de
elementen van het spel kunnen
aanduiden, liggen voor een
groot deel in de aesthetische
sfeer. Het zijn de termen,
waarmee wij ook effecten van
schoonheid trachten uit te
drukken: spanning, evenwicht,
balancering, beurtwisseling,
contrast, variatie, binding en
ontknooping, oplossing. Het
spel bindt en verlost. Het
boeit. Het bant, dat wil zeggen
betoovert. Het is vol van die
twee edelste hoedanigheden,
die de mensch in de dingen kan
waarnemen en zelf kan
uitdrukken: rythme en
harmonie.”
Johan Huizinga
35
op veel plekken in Nederland navolging. Uiteindelijk
zijn er meer dan 800 speelplekken in Amsterdam uitgevoerd naar ontwerp van Aldo van Eyck. Veel van de
speelplekken uit deze periode verdwenen of zijn in de
loop der tijd aangepast. De overige worden gekoesterd in de stad. Niet voor niets staat bij het Rijksmuseum nog steeds één van de iglo’s van Van Eyck.
“The adventure playground is
an attempt to give the city child
a substitute for the play and
development potential it has
lost as the city has become a
place where there is no space
for the child's imagination and
play. Access to all building sites
is forbidden to unauthorized
persons, there are no trees
where the children can climb
and play Tarzan. The railway
station grounds and the common,
where they used to be able to
fight great battles and have
strange adventures, do not
exist any more. No! It is now
not easy to be a child in the
city when you feel the urge to
be a caveman or a bushman.”
John Bertelsen, door landschapsarchitect C.T. Sorensen. Hij was
spelleider van de Kopenhaagse
avonturenspeelplaats Emdrup.
Dit ontwerp stamt uit 1946
en wordt gezien als de eerste
geplande ‘avonturenspeelplaats’.
In 1997 werd het Attractiebesluit
ingevoerd, waarbij de Keuringsdienst van Waren controles
moest gaan uitvoeren in speeltuinen. Voortaan moesten
speeltoestellen voldoen aan
strenge veiligheidseisen.
Glijbanen moesten bijvoorbeeld
horizontaal beginnen en eindigen.
Ook werden hekken geplaatst
om schommels om botsingen
te voorkomen.
meer natuurlijke en vrije speelplekken ontwikkeld zoals
de Natureluur en het Woeste Westen. Het toont een
kanteling in het denken over spelen, waarbij de voordelen van spelen in een natuurlijke ruimte intensief
onderzocht worden en steeds meer nadruk krijgen.
Ze laten zien dat dit soort speelmogelijkheden een
steeds belangrijkere factor kunnen zijn voor gezondheid en motorische ontwikkeling.
DERDE STOP: JONGENSLAND (OOST) –
BALDADIGHEID DE STRAAT UIT,
OP NAAR AVONTUUR
Voor groepen van iets oudere kinderen voldeden de
kleine speelplekken vaak niet. Het werkte overlast in
de hand in de dichtbebouwde buurten. De oudere
kinderen stookten fikkie op straat en maakten plantsoenen kapot. begin jaren ’50 vonden in heel Europa
steden het belangrijk deze ontwikkelingen tegen te
gaan door speelplekken voor avontuur te maken op
lege plekken in de stad. Onder toezicht konden de
wat oudere kinderen zich daar uitleven met losse materialen en natuurlijke elementen. Om ‘de jeugd’ ook hier
iets te doen te geven, ontwikkelde Amsterdam in
dezelfde periode vergelijkbare plannen. De Jeugdbrigade van de Kinderpolitie richtte al in 1949 in Oost
het Jongensland op. Hier konden de oudere kinderen
(met name jongens) zelf heen varen met een roeibootje. Ze bouwden hele dorpen gebouwd met sloopmateriaal, zetten een potje thee op een zelfgemaakt
vuurtje, en maakten naar hartenlust kabaal.
SPEELPLEK VIER: WESTERPARK –
PUBLIEK BELANG GROTE GROENSTRUCTUREN
Parken zijn essentieel voor het functioneren van de
stad, maar ook voor de ontwikkeling van kinderen.
Het Westerpark maakt onderdeel uit van het eerste
officiële uitbreidingsplan van Amsterdam (1875).
Kinderen kunnen hier in aanraking komen met veel
verschillende andere gebruikers door de grote omvang
van het park en zijn ligging tussen de stadsbuurten
van Amsterdam-West. Dankzij die maat kan het park
een gevarieerde programmering bieden. Het kent
een variatie aan plekken met vele identiteiten, die een
waardevolle bijdrage leveren aan de recreatieve en
ecologische waarden in de stad. Beweging is één van
de gebruiksmogelijkheden: routes en sportieve plekken
moedigen sport aan. De grote vijver is in de zomer
een pierenbad voor kinderen. Ook de verbindingen en
hardlooproutes richting bijvoorbeeld het Brettenpad,
waar de cultuurrijke parkruimte overgaat in de halfnatuurlijke stadsrand, dragen bij aan bewegen in de stad.
Het succes van Jongensland stond in contrast ten
opzichte van de speelplekken die elders in de stad
in de jaren ‘60 en ’70 werden gemaakt met speelelementen van hout. Deze plekken werden veelal
zonder toezicht door kinderen bezocht. Vanwege
gebrekkig onderhoud, ontstonden in de jaren ’80
ongelukken. Waarna de regels werden aangescherpt
en veel speelplekken verdwenen. Speeltoestellen die
terugkwamen in het straatbeeld waren overwegend
gekeurde, onderhoudsvrije standaardelementen van
metaal. Het Jongensland heeft deze fase overleefd
en bestaat nog steeds, tegenwoordig onder de naam
Jeugdland. Er is een sterke programmering: van
huttendorp tot kinderboerderij, van workshops over
natuur, cultuur en techniek tot jeugdlab, leeslab en
kooklab. Jeugdland is gratis toegankelijk, en de meeste
activiteiten zijn gratis. Naast Jeugdland zijn hierna nog
SPEELPLEK VIJF: ARTISPLEIN –
SAMEN MET MARKTPARTIJEN ONTWIKKELEN
VAN LAAGDREMPELIGE PUBLIEKE RUIMTE
Artis biedt als private partij ruimte voor spelen en verblijven door een deel van de dierentuin overdag open
te stellen als een openbaar plein voor de stad. Hier
ben je in de luwte en voel je je tegelijk deel van de
idylle van Artis. Bezoekers van het plein gaan er ook
heen zonder de dierentuin zelf te bezoeken. Het is een
ruimte die, verborgen in een hof, gratis toegankelijk en
consumptievrij is – terwijl er koffie is voor wie dat wil.
Voor de kinderen zijn verschillende speelmogelijkheden
aanwezig: een waterelement met spuitertjes, stroompjes en stoom, of de volière die een polderlandschap
met Hollandse weidevogels toont. De vloer is vormgegeven als een groot tapijt, waardoor het aanleiding kan
zijn voor hinkelen, springen enz. Ook staan er losse
Online verder kijken:
Amsterdam - Verzamelde
Historische Filmbeelden uit
1957: Jongensland in
Amsterdam Oost –
nu ‘Jeugdland in Oost’
“Het opzoeken van grenzen
(is voor) kinderen heel gezond
en natuurlijk. Een kind leert
zo zijn grenzen kennen. Hier
kunnen kinderen ‘risicovol
spelen', dat maakt het
spannend en avontuurlijk.“
Martin Hup, directeur Het
Woeste Westen, in een
interview uit City Kidskrant
No1. 2015
Op de oneffen bosgrond
lopen en springen, in bomen
klimmen, of balanceren op
stenen, versterkt de kracht,
het uithoudingsvermogen
en het zelfvertrouwen van
kinderen. Dit komt naar voren
uit verschillende studies in
diverse landen. Kinderen die in
de natuur spelen hebben een
grotere interesse en begrip
voor natuur, hebben minder
conflicten, en de kinderen
helpen elkaar beter. Ze zijn
verder emotioneel stabieler,
kunnen zich beter concentreren,
zijn minder vaak ziek en zijn
motorisch verder dan kinderen
die niet regelmatig in de natuur
spelen. Hierbij moet wel de
kanttekening gemaakt worden
dat kinderen vooral van het
spelen in de natuur kunnen
profiteren als ze daar vaak,
zonder toezicht en vrij
kunnen spelen.
Verderlezen: zie bronnen over
natuurspeelen pagina 247.
37
Online verder kijken:
William Whyte, Film: Social
Life of Small Urban Spaces.
Onderzoek naar hoe mensen
de publieke ruimte gebruiken.
“Kinderen en ouders brengen
steeds meer tijd samen
door en zijn op steeds meer
plekken samen aanwezig.
Het is duidelijk dat de vrije
exploratie van stadskinderen
miniem is geworden. Ouders
laten hun kinderen niet snel
alleen op pad gaan [...].
Traditionele kinderdomeinen
zoals speeltuinen hebben
zich ontwikkeld tot
gezinsruimten [...].
Het samen genieten van
de stad schept een band
tussen ouders en kinderen
die waardevol is.”
Lia Karsten en Naomi
Felder: De nieuwe
generatie stadskinderen.
De architect Simon Nicholson
ontwikkelde in de jaren 70
de ‘Theory of loose parts’.
Deze theorie baseert zich
op de gedachte dat losse
elementen in onze omgeving
de creativiteit verhogen. De
theorie stelt fundamentele
vragen over ontwerp:
hoeveel moet een ontwerper
daadwerkelijk ontwerpen,
en hoeveel laat hij over aan
kinderen om te bedenken,
uit te vinden en te bouwen?
Simon Nicholson:
The Theory of Loose Parts.
stoelen en tafels. Dat laatste element is belangrijker
dan op het eerste gezicht lijkt. Sociologisch onderzoek
heeft al in de jaren ’70 uitgewezen dat plekken waarin
mensen zelf iets kunnen transformeren geliefder zijn.
Het geldt zowel voor volwassenen als kinderen. De
publiek-private ingreep om een gevarieerde publieke
plek te scheppen geeft daarmee een enorme meerwaarde: in levendigheid, in commerciële meerwaarde
voor horeca en in de interactie tussen gebruikers.
SPEELPLEKKEN VAN DE TOEKOMST
Amsterdam maakt momenteel een enorme groei door,
vergelijkbaar met die uit de tijd van het Algemeen
Uitbreidingsplan (AUP). Toen verdubbelde de omvang
van de stad. En ook nu staat Amsterdam voor een
schaalsprong. Dit keer zet Amsterdam vol in op de
verdichting van de bestaande stad. Daar zijn voldoende
mogelijkheden voor. Tegelijk vraagt dat om een fundamenteel andere blik op het gebruik van de openbare
ruimte als ontmoetingsplek en als speelplek. Met
het toenemend aantal inwoners moeten deze ongeschreven speel- en ontmoetingsplekken concurreren
met programma’s voor woningbouw, energieopwekking of klimaatadaptatie. Omdat meerdere functies
gebruik maken van de ruimte, is er efficiënt mee
omgaan nu nóg sterker een randvoorwaarde.
Spelen wordt daarmee een interdisciplinaire opgave.
Dat maakt het proces in de totstandkoming van
verblijfsruimten ingewikkeld, maar het biedt meteen
ook kansen. Die kansen kunnen worden benut door
kinderen en hun spel voldoende ruimte te geven. Het
vraagt ook om creativiteit in de afwegingen tussen
andere belangen zoals verkeer en parkeren. Belangrijk
in het gesprek tussen die partijen is een kwalitatieve
benadering van de ruimte. Gelukkig zien we ook
daarin een kanteling: ook binnen en tussen de vakgebieden kent de kijk naar ruimtelijke opgaven meer
en meer fluïditeit. Aantrekkelijkheid, speelmogelijkheden en toegankelijkheid bieden daarbij haakjes om
met partijen het gesprek te voeren op een kwalitatief
hoger niveau en op basis van de juiste voorbeelden en
inzichten. Met volop mogelijkheden om speelruimte
een meer vanzelfsprekend programmaonderdeel te
maken van verblijfsruimte.
Linneausparkweg, Oostpoort
Beemsterstraat, Amsterdam-Noord
J.J. Cremerplein, Overtoomse Sluis
Sarphatipark, De Pijp
Kamperen in het Vondelpark, 1932
Spelen op het braakliggende Museumplein
Dammen op de Dam, 1997
Ontdekken van de bunkers op Museumplein
Marnixstraat, Jordaan
Nieuwe Leliestraat, Jordaan
Vondelpark, Vondelbuurt
Van Beuningenplein,
Staatsliedenbuurt
Van Heutsz-Monument Olympiaplein, Oud-Zuid
Oudeschans
Nieuwe Oostenburgerstraat
Waterlooplein
47
A WALK ALONG 5 PLAY AREAS IN AMSTERDAM
Children playing is a phenomenon
of all ages. Even in the oldest
cultures (like the Egyptian, Greek
or Roman), examples have been
found of toys, like spinning
tops and rattles. In the 16th
Century, a debate arose in the
Netherlands about the use of
playing. Calvijn supporters think
it should be prohibited since
it concerns useless activities.
Luther, on the other hand, describes
playing as useful to relaxation.
“Not youth is criminal, but
society, for it deprives young
people every opportunity
for playing, for physical
development. Allow young
people to develop physically,
and make this merge with
mental development, and
it will lift young people.”
Uilke Jans Klaren
Play has been studied extensively and from various
perspectives over the years. That starts with Johan
Huizinga (1872-1945), for instance, writing about Homo
Ludens. In 1959, Ledermann and Trachsel catalogued
the developments of playgrounds and defined
fundamental ideas about their structural and spatial
requirements. Recent exhibitions like The Playground
Project in Zürich (2016), or Playgrounds, Madrid (2014),
inspire innovatively and imaginatively. Additional
input – originating from numerous technical manuals
and policy plans by commercial parties or the government, like CROW – is often valuable. Lastly, there are
efforts and societal initiatives like the Bernard van Leer
Foundation, Johan Cruijff Foundation en Jantje Beton
– each contributing to the enhancement of knowledge
and perspectives around the subject. How playing is
perceived, changes continuously, which is also true for
a city like Amsterdam. Guided by a walk to five sites
typical for Amsterdam, these changes in opinions on
playing in the city become tangible.
THE START: THE UJ KLAREN PLAYGROUND –
THE FIRST PLAYGROUNDS IN AMSTERDAM
The UJ Klaren playground is a marvellous Amsterdam
example of the rise of organised playgrounds. In the
19th century, children played in the streets or the
garden - or they were put to work in the factories. The
signing of the Kinderwetje in 1874 increased awareness
around children’s welfare in the city. Around 1880, the
well-to-do bourgeoisie financed playgrounds to give
children from low-income families in the overflowing
slums room for the development of their motor skills.
The construction of playgrounds was undertaken with
enthusiasm; however they started declining due to a
lack of supervision and maintenance. One of the
citizens who were concerned with this situation was
shipwright Uilke Jans Klaren (1852-1947). According to
Klaren, a great deal of the social issues was caused by
the inadequate spatial conditions children had to grow
up in. Therefore, in 1898, he set out to design a playground, constructed and kept by residents themselves.
The city supported his initiative and granted him a
piece of ground. Klaren was convinced that motor
learning was essential for the improvement of the
social situation. As a result, the playground provided
generous attention to elements improving motor
learning, as well as a clubhouse. The playground was
the pivot for the coordination of many activities (like
learning how to fretsaw) and lay the foundation for the
creation of social coherence in the neighbourhood.
Just as the playground was founded, a turnaround
crystallised in the vision on overcrowded working-class
districts. Playgrounds were constructed throughout the
city. Today, the UJ Klaren playground still exists, and
the social cohesion is as strong as ever. What makes it
unique is that this playground covers the whole gamut;
it presents children with a compelling programme for
motor learning and cognitive and social development.
SECOND STOP: BERTELMANPLEIN –
PLAYING AROUND THE CORNER
After World War II, a lot of new families were started.
A plan to construct a public playground in every vacant
parcel and square in Amsterdam produced ample
opportunity for playing for the younger children in the
crowded neighbourhoods. Architect and town planner
Jakoba ‘Ko’ Mulder championed the new approach.
Mulder was mainly interested in the context of playing
and lectured nationally and internationally on the topic
of playing as ‘laying the foundation’ for children. Right
after the war, she came up with the concept of sandpit
playgrounds to fulfil the immediate needs for play –
being inspired by seeing two toddlers making sculptures from dirt. Bertelman Square served as a trial for
the new approach. Architect Aldo van Eyck designed
a sandpit with wide borders, integrating four round
stones and a climbing frame. The playground became
a resounding success. Van Eyck’s designs reflected his
ideas on the relationship between the elements in the
playground. His principle was not to hinge the design
on one, central object, but instead to create hierarchically equal relations between objects. The elements
in the playground are multifunctional and can be used
by multiple children at the same time. The famous
climbing frame in the shape of an igloo inspired the
little ones to climb or tumble, while it invited the older
ones to just hang-out.
Amsterdam’s playground policy was unique and followed
in many Dutch towns. In total, over 800 playgrounds were
constructed after Aldo van Eyck designs. Eventually,
many have disappeared or have been adopted. The
city cherishes the remaining ones. Beside the Rijksmuseum, there’s still a Van Eyck igloo - and for a reason.
“According to age, games are
played on different terrains, be
it in parks or public gardens,
in sandpits or on playgrounds
in neighbourhoods, be it on
pastures or sports areas outside
of the neighbourhood.”
A.U.P., 1934
“The expression, with which
we can identify the elements
of playing, are for the most
part in the aesthetic realm.
They are the expressions, with
which we also try to convey
beauty: excitement, equilibrium,
balance, taking turns, contrast,
variation, bonding and
detaching, solution. Playing
binds and frees. It fascinates.
It bans, namely, it enchants.
It is filled with the two most
noble capacities man can
observe and express in things:
rhythm and harmony.”
Johan Huizinga
49
“The adventure playground is
an attempt to give the city child
a substitute for the play and
development potential it has
lost as the city has become a
place where there is no space
for the child’s imagination and
play. Access to all building sites
is forbidden to unauthorized
persons, there are no trees
where the children can climb
and play Tarzan. The railway
station grounds and the common,
where they used to be able to
fight great battles and have
strange adventures, do not
exist any more. No! It is now
not easy to be a child in the
city when you feel the urge to
be a caveman or a bushman.”
John Bertelsen, quoted by
landscape architect C.T.
Sorensen. Bertelsen was the
manager of adventure playground Emdrup in Copenhagen.
This design is from 1946 and
is considered the first planned
‘adventure playground.’
In 1997, the Attractiebesluit was
implemented, instructing the
Keuringsdienst van Waren to
inspect playgrounds. As of then,
playground equipment had to
meet strict safety requirements.
Slides, for instance, had to begin
and end horizontally. Also,
fences were placed around
swings to prevent collisions.
Continue to watch online:
Amsterdam - Verzamelde
Historische Filmbeelden, 1957:
Jongensland in Amsterdam
Oost – now ‘Jeugdland Oost’
THIRD STOP: JONGENSLAND (OOST) –
WANTONNESS OUT OF THE STREETS
SET OUT FOR ADVENTURE
The smaller playgrounds were not sufficient for groups
of more grown-up children. A definite incentive for
trouble in the populated districts. The older kids
lighted a fire in the streets and went about rampaging
parks. At the start of the fifties, all over Europe cities
acknowledge the importance of countering these
developments by creating adventurous play areas at
vacant sites. Under supervision, the older children
could go about and enjoy themselves using the loose
parts and materials at hand. To provide ‘the youth’ with
a purpose, the city of Amsterdam materialised comparable plans. The Youth Brigade of the Kinderpolitie
as early as 1949 founded Jongensland in Amsterdam
Oost. Here, the older children (mainly boys) could go
out on to the water in rowing boats. The boys built
whole towns from scraps, put on a kettle on the fires
they made themselves, and cause a racket at will. The
success of Jongensland was in contrast to the play
areas created on other sites in town. In most instances,
these playgrounds lacked supervision. As a consquence
of poor maintenance, several accidents happened in
the eighties. The city introduced stricter rules, and
many playgrounds were made redundant. Playground
equipment that returned to the streets were, for the
most part, certified, standard metal elements, in need
of little maintenance. Jongensland survived this period;
today it’s called Jeugdland. Jeugdland delivers an
active programme, ranging from shanty towns to children’s zoos, and from workshops about nature, culture
and technology, to a youth lab, reading lab and
cooking lab. Admission to Jeugdland is free, and most
activities are free of charge. Apart from Jeugdland,
several natural and free-spirited play areas have been
developed, like Natureluur and Woeste Westen. It
shows the shift in the vision of playing, extensively
researching, and putting more emphasis on the advantages of playing in a natural space. This development
gives prominence to the idea that opportunities for
playing like these can become increasingly important
to health and motor learning.
PLAY AREA FOUR: WESTERPARK –
THE IMPORTANCE OF VAST GREEN
SPACES TO THE PUBLIC
Parks are essential for the well-being of the city, as well
as for the development of children. Westerpark is part
of the first official expansion plan of Amsterdam (1875).
Children can get acquainted with several groups of
users, due to the size of the park and its situation in
between the districts of Amsterdam-West. Under its
scale, the park can present a programme full of variation; these are areas with different identities, contributing significantly to the recreational and ecological
values in the city. Room to move is one of its uses:
cycle lanes, walking routes and sports areas stimulate
exercise. In summer, the large pond functions as a
paddling pool. The road links and running routes in
the direction of, for instance, Brettenpad - where the
cultural landscape transitions into the semi-natural
fringes of the urban area - are conducive to moving
and exercising in the city.
PLAY AREA FIVE: ARTISPLEIN –
DEVELOPING WELCOMING PUBLIC SPACE
IN CONCERT WITH COMMERCIAL PARTIES
As a private service provider, Artis offers space for
play and stay by opening a part of the zoo as a public
square for the city during the daytime. Here, you can
feel sheltered, while remaining part of the idyll of Artis.
People who come to visit the square, do so without
even necessarily visiting the zoo itself. It is a space,
hidden in a court, free of admission and compulsory
refreshments - while coffee service is available. Different opportunities for playing are offered to children;
a water element featuring sprayers, streams and
steam, or the aviary, representing a polder landscape
with Dutch waders and other typical polder birds.
The surface is designed like a vast carpet, triggering
children to jump around or play a game of hopscotch.
Chairs and tables can be moved around at will - which
is significant. Already in the seventies, sociological
research has made it plausible that visitors favour spots
where interventions are allowed, a fact found to be
equally valid for children and adults. This combined
public and private approach to attract a diverse clientele adds considerable value: commercially, for the
eateries, and in terms of the interaction between users.
“Challenging boundaries is
very healthy and natural for
children. A child can discover its
boundaries. Here, children can
play in a ‘risky’ way, making it
exciting and adventurous.”
Martin Hup, manager Het
Woeste Westen, in an interview
in City Kidskrant No1. 2015.
Walking and jumping on the
bumpy forest soil, climbing in
trees or balancing on stones,
enhances the power, endurance
and confidence of children.
Several studies in different
countries show these benefits.
Children playing in nature have
a more substantial fascination
with, and an understanding
of nature, are less engaged
in conflict, and help each
other better. Also, they are
more emotionally stable than
children who don’t regularly
play in nature. It is important to
note that children profit most
from playing in nature if they
can do so freely and without
supervision.
Continue to watch online:
William Whyte, Film: Social
Life of Small Urban Spaces research into how people use
public space.
51
“Children and parents spend
more and more time together
and are together in more
places. It is obvious that the
free exploration of children
in the city has become
negligible. Parents don’t
easily allow their children to
go and about on their own
[...]. The traditional children’s
domains like playgrounds
have evolved into family
spaces [...]. Enjoying the
city together creates a
valuable bond between
parents and children.”
Lia Karsten and
Naomi Felder: De nieuwe
generatie stadskinderen.
Architect Simon Nicholson
developed his ‘theory of
loose parts’ in the seventies.
This theory is based on the
idea that loose elements in
our environment improve our
creativity. The theory poses
fundamental questions about
the subject: how much does
a designer actually need
to design, and how much
can he leave to children to
devise, discover or build?
Simon Nicholson: The
Theory of Loose Parts.
FUTURE PLAY AREAS
Today, Amsterdam is proliferating, at a pace comparable to the period of the Algemeen Uitbreidingsplan
(AUP). At the time, the city doubled in size. And again,
it is presented with another exponential change. This
time, Amsterdam engages fully in densifying the city,
with ample opportunity to fulfil this ambition. At the
same time, this development beckons a paradigm shift
in perceiving the use of public space as a meeting point
and play area. The increasing population numbers force
these informal spots to compete with programmes for
housing, the generation of energy or the adaption to
climate changes. Since various functions claim the same
space, it is imperative to plan efficiently. This process
requires playing to be considered a multidisciplinary
assignment. Such an approach complicates the design
of public space but offers new opportunities as well.
Granting space to children and playing, these will
increase even more. That calls for creativity in balancing competing interests like traffic and parking.
Prominent in the dialogue between the stakeholders is
to approach public space from a perspective of quality.
Fortunately, here too, we experience a shift in opinions:
from within and in between areas of expertise the way
public space is perceived has become more and more
fluid. Attractiveness, opportunities for playing and
accessibility provide a window to promote dialogue at
a qualitatively higher level and based on the pertinent
examples and insights. A process that will aid in incorporating play as an obvious component of planning for
public space.
LEREN VAN KINDEREN /
LEARNING FROM CHILDREN
55
LEREN VAN KINDEREN
De hoofdrolspeler in de discussie over spelen in de
hoofdstad is natuurlijk het Amsterdamse kind. Los van
in welke wijk hun huis staat of in welke cultuur ze
opgroeien: kinderen zijn deel van de stad. Om goed te
begrijpen wat voor Amsterdamse kinderen anno 2019
belangrijk is bij het buiten spelen, zijn voor dit boek
11 Amsterdamse kinderen in de leeftijd van 3 tot 11 jaar
gevolgd en geobserveerd tijdens het spelen in hun
eigen woonomgeving. Op speelse wijze zijn ze met een
camera op hun hoofd uitgedaagd om te laten zien hoe
en waar zij buiten spelen. In hun eigen buurt lieten de
kinderen hun favoriete speelplekken zien. Ze delen met
ons hoe ze daarheen gaan, wat ze onderweg doen en
op welke dingen ze letten. Dit kleine onderzoek laat
een essentie zien van het spelen en verrijkt het gesprek
over ontwerpen voor.
AANTREKKELIJKHEID
Kinderen letten op veel factoren binnen de openbare
ruimte. Het lijkt een andere blik dan die van de volwassenen. Waar volwassenen vaak factoren benoemen als
‘aantrekkelijk groen’, ‘netheid’,’ voorzieningen’, ‘wifi’
enz., bepaalt aantrekkelijkheid voor kinderen: wat is er
voor mij te doen? Zijn er dingen of vriendjes waar ik
mee kan spelen? Niets meer, niets minder. Aan wind,
regen of te weinig groen in de straat wordt haast geen
woord vuil gemaakt. Laat staan dat het kinderen weerhoudt om te gaan spelen. Een lelijke container is een
klimuitdaging. Grofvuil langs de weg een laboratorium.
Het spel dat ze uitkiezen varieert per leeftijd en of ze
alleen of samen met iemand spelen. Hoe meer speelmogelijkheden er zijn, hoe langer ze er hun aandacht,
plezier en creativiteit in kwijt kunnen. Losse elementen
zijn daarin cruciaal. Het meenemen van een bal, een
step of stoepkrijt: dat is het gereedschap waarmee een
kind ontdekt en (samen)spel ontplooit. Wanneer deze
elementen er niet zijn, dan zoeken de kinderen er zelf
naar. Ze doen dat met een scherp oog voor detail. Een
takje, besjes van een struik, een hoop bladeren of een
afgevallen knoop: alles is een alternatief speelobject.
Welk geluid maakt het als ik het laat vallen? Laat het
een streep achter op de stoep? Kan ik het plattrappen?
Kan ik het ook in de dakgoot gooien als niemand kijkt?
Dankzij hun fantasie en onderlinge interactie en rollenspel kunnen kinderen urenlang in hun spel opgaan.
VRIJHEID
Kinderen maken de meeste speeluren rondom het
eigen huis. Dat wil zeggen: in de eigen tuin (‘maar dan
kom je niemand tegen!’), dus nog liever op de stoep,
het pleintje of het parkje dichtbij huis. Kinderen voelen
zich er vrij, omdat het een bekende omgeving is, een
plek waar ze vriendjes tegen komen, een plek met
bekende gezichten. Maar vooral omdat hun ouders het
als veilig beschouwen en ze er dus ook in vrijheid laten
spelen. Begeleiding is er niet. Toezicht is hoogstens
indirect: via een whats-app groep met ouders in de
buurt. Ook de wetenschap dat de buren thuis zijn en
dus een oogje in het zeil houden, kan voldoende zijn.
Ouders maken met de kinderen duidelijke afspraken
tot hoever het ‘vrije speelgebied’ rijkt. Heldere ruimtelijke grenzen van straten/sloten/bouwblokken worden
gebruikt om deze gebieden af te bakenen: ‘tot daar
en niet verder’. Gaan ze erbuiten en vragen ze dat niet
eerst, dan dreigt er bonje; het zal niet de eerste keer
zijn dat wanneer de ouders roepen voor het eten de
kinderen uitgewaaierd blijken te zijn. De grootte van
het vrije speelgebied rondom varieert per leeftijd en
het wel of niet mee hebben van een mobiele telefoon.
En vooral ook aan hoe weerbaar de ouders hun kind
inschatten.
Hoe klein de vrije ruimte ook is, kinderen maken er
hun vrijheid groter door beschutte plekken op te
zoeken of ze te creëren. Plekken die niet teveel in het
zicht zijn. Bosjes en klimbomen zijn hierbij van onschatbare waarde. Het zijn de plekken waar ze hun eigen
wereld kunnen maken en zich onbespied wanen, op
veilige afstand van het ‘normale’ functionele gebruik.
Het zijn plekken waar ze ongemoeid samen met
vriendjes of vriendinnetjes kunnen kletsen, een spel
kunnen bedenken, iets kunnen knutselen – of waar
ze rustig kunnen observeren en gluren.
INFORMELE RUIMTE
Vrijheid zoeken kinderen ook buiten de aangewezen
plekken. Een hek, een schommel of een trapveldje
geeft kinderen duidelijke signalen van vrijheid. ‘Hier
mag ik spelen’. Als geen ander weten ze deze speelplekken te vinden, en met veel overgave worden de
speelelementen benut, uitgeprobeerd en gebruikt.
Het zijn plekken die namen krijgen als de slak of het
dijkje. Plekken waar kinderen met een duidelijk doel
57
naar toe gaan en waar ze een mening over hebben: ‘die
schommel is daar tof’ of ‘dan gaan we het klimparcours
doen’. Plekken, kortom, waar ze – al dan niet onder
toezicht – vrij kunnen spelen. Zonder te hoeven letten
op langsrijdende auto’s of overstekende fietsers. Waar
ouders rustig kunnen zitten of een cappuccino drinken
– en ze dan niet teveel op hun lip zitten. Het kan soms
wel een uitdaging zijn om bij zulke speelplekken te
komen. Of anders gezegd: ‘saai’, in de ogen van het
kind. Samen kletsend of steppend is 250 meter zo overbrugd. Aan de andere kant, over een strak aangeharkte
stoep lopen of een route volgen met veel kruispunten
of opstoppingen: dat doe je als kind niet zomaar. Maar
met trappetjes onderweg – of geveltuintjes of gekke
kabouters in de voortuinen – wordt het duidelijk wel
weer leuker. Zeker voor de dromers onder ons. En met
een alternatieve route voor de terugweg, nét weer even
anders, is het zelfs nog beter.
PERSPECTIEF VAN EEN KIND
Kinderen hebben een ander perspectief dan volwassenen. Op twee manieren: het eerste is het verschil in
ooghoogte en het daarmee samenhangende beperkte
zicht. Het tweede aspect is de vaardigheid van kinderen
om dingen anders te zien en te gebruiken.
Wat hun ooghoogte betreft: het zicht van kinderen
wordt vaak geblokkeerd door ruimtelijke objecten.
Denk aan fietsen, kinderwagens, hagen of auto’s. Het
maakt de wereld erachter niet of moeilijk zichtbaar. En
daarmee is het voor het kind eigenlijk geen onderdeel
van de directe belevingswereld. De meer beperkte
scope en het gebrek aan overzicht zijn aandachtspunt bij gevaarlijke kruispunten. Tegelijk leveren deze
andere ooghoogte bijzondere kansen op. Ruimtes
met obstakels onder de ooghoogte van volwassenen,
kunnen volwassenen nog overzien. Voor kinderen
vormen het afgebakende ruimtes, waar ze zich veilig
kunnen voelen.
Daarnaast ervaren kinderen dingen anders dan volwassenen. Ze hebben geen problemen met schaalsprongen. In het kleine vinden ze al een scala aan
speelmogelijkheden. Gevels met muurtjes en geveltuintjes zijn goede voorbeelden: een onuitputtelijke
bron van kansen! Kinderen zijn keien in het anders
gebruiken van voorwerpen. Schaalsprongen worden
letterlijk en figuurlijk makkelijk gemaakt: een putje doet
dienst bij het knikkeren, maar later ook als grote plas
met een gietertje en wat water. Een fietsenrek wordt
tuimelrek en een markering voor een parkeerplek wordt
een hinkelbaan. Op een trapje zien ze de wereld anders
dan op de stoep.
GELEERDE LESSEN
Het kindperspectief benadrukt het verschil in perceptie
tussen volwassenen en kinderen. Het laat ook zien dat
het soms wringt. Waar ouders bijvoorbeeld graag overzichtelijke plekken willen om een oogje in het zeil te
kunnen houden, zoeken kinderen juist beschutting om
uit het zicht te zijn en ongestoord te kunnen spelen en
ontdekken. Bovendien lijken volwassenen beïnvloed
door een wensbeeld of een romantische voorstelling
van wat spelen zou moeten zijn.
De kinderen die tijdens het onderzoek gevolgd zijn,
blijken wars van deze beelden. Ze spelen met wat
voorhanden is en zijn per definitie op hun gemak
zolang er voldoende speelmogelijkheden zijn. In welke
vorm of maat dan ook, zolang het plekken zijn met
voldoende afwisseling, blijft het voor hen interessant
om er heen te gaan. Met andere woorden: kan ik er
iets doen, is het er spannend en zijn er anderen?
59
LEARNING FROM CHILDREN
The protagonist in the discussion on playing in the
capital is, of course, the Amsterdam child. Disregarding the neighbourhood, they are from or the culture
in which they are raised, children are a part of this city.
To fully understand what is crucial for them when they
play outside today, eleven children between the ages
of 3 and 11 have been monitored and observed during
play in their familiar environment. Playfully, they were
challenged to show how and where they play outside,
using a camera mounted on their heads. The children
showed their favourite spots in their neighbourhoods.
They share with us how they get there, what they do on
their way to these spots, and what they pay attention
to. This minor (and non-representative) research shows
the essence of playing and empowers the discussion
around the design for playing in public space.
ATTRACTIVENESS
Children take some different factors in public space
into account. It seems they have a different perspective
than adults. Where adults identify factors like ‘appealing greenery’, ‘tidiness’, ‘facilities’, ‘wifi’ and more,
attractiveness for children is defined by: what can
I do here? Is something exciting going on? Will there
be others? Nothing more, nothing less. No attention
is paid to the wind, rain, or a lack of greenery in the
streets. An ugly container becomes a climbing challenge. Bulky waste along the roadside turns into a
laboratory. The type of play they choose is dependent
on age, and if they play by themselves or together. The
more opportunities for playing there are, the longer
they can expend their attention, joy and creativity.
Loose parts are essential for this purpose. Your own
ball, scooter or piece of chalk; those are the tools a
child employs to discover and play (together). In the
absence of these tools, children go looking for them.
They do so with an eye for detail. A twig, berries found
in the shrubs, a heap of leaves or a button on the
ground; everything can be used to play with. What
sound does it make when I drop it? Does it leave a
mark on the pavement? Can I trample it completely?
Can I throw it in the gutter - when nobody is paying
attention? Owing to their fantasy, ability for interaction and inclination to assume a role, playing can fully
absorb children.
FREEDOM
Children spend the majority of the time they play
around the house. In other words: in the garden of
their home (‘but then you never meet anyone!’), or
preferably on the pavement, the square or in the park
close to home. Children feel free because it provides
them with an environment they’re accustomed to, an
opportunity to run into friends, a place with familiar
faces. However, first and foremost, because their
parents consider it safe and allow them to play freely.
Children are unaccompanied. Supervision is indirect
at best; through a WhatsApp-group with the other
parents in the neighbourhood. Being aware the neighbours are home and will keep an eye on the street, can
prove sufficient. Parents make precise arrangements
with the children as to the extent of the ‘area where
they can play freely’. Distinct borders - like streets,
ditches, apartment buildings – are used to demarcate
these areas; ‘till here, and no further’. Going outside of
this designated area without checking with mum or dad
first, means asking for trouble. It wouldn’t be the first
time when the parents let their children know dinner is
ready, their flock have fanned out past the area agreed
upon. The size of the area where children can play
freely varies with age and also depends on having their
mobile phone with them or not. However, in the first
place: on how resilient children are in the eyes of their
parents.
However limited their ‘free’ space is, children tend to
enlarge it by looking for or creating spots that offer
shelter. Places that are not too obvious or visible.
Shrubs and trees to climb in are invaluable in this
respect. These are the spaces where children can create
their own world, without the feeling of adults spying on
them, on a safe distance from the ‘normal’ functional
use. These are the spots where they can have a chat
where their friends, can invent a game, or build something together undisturbed - at the same time offering
an ideal position to observe and peep themselves.
INFORMAL SPACE
Children seek their freedom outside of the designated
areas too. A fence, a swing or a patch of open ground
provides children with clear signs of freedom. ‘I am
allowed to play here’. Like no other, they know where
to find these spots. With abandon, they try, test and
61
use the objects and elements at hand. These are the
spots that are named the snail or the dyke. Places
children set out to with a clear objective and about
which they have a concise opinion: ‘the swing they
have there, is cool’ or ‘and then we’re going to climb
to the top’. Places, where children can play freely,
supervised or not. Where they can play without having
to pay attention to passing cars or crossing cycles.
At these spots, parents can just sit around and have
a cappuccino - not feeling inclined to micromanage
their offspring. Getting to these play areas can pose
a challenge. Or ‘boring’, as a child would put it. When
chatting or scootering, 250 meters are crossed easily.
On the other hand, walking along a nice and tidy
pavement or following a route full of crossings and
congestion is not at all uncomplicated. However, little
stairs on the way there - or facade gardens, or funny
gnomes in facade gardens - can lighten up anyone’s
day. Especially for the dreamers among us. Moreover,
when an alternative route for the return home is available, offering just the slightest variation, it makes life
that much more fun.
THE PERSPECTIVE OF A CHILD
The frame of mind of a child differs from that of adults.
In a literal way too. Children see the world from a lower
angle, which also limits their view. Secondly, children
are adept at looking at and using things differently. As
far as their eye level is concerned, the view of children
is often impeded by objects. Bicycles, for instance,
prams, hedges or cars. To children, all these objects
obscure the world behind them, making it a place
that’s difficult to relate to. Their limited eye level and
lack of a clear view in certain situations, are taken into
account when planning or managing dangerous crossings. At the same time, the difference in eye level
opens up new directions for design. Adults can still
oversee spaces where objects are under their eye level.
For children, these objects clearly define spaces where
they can feel safe.
Furthermore, children experience things in a way that’s
distinct from adults. They do not have a problem with
sudden changes in scales. They are able to discover
an array of opportunities for playing in what’s tiny and
almost invisible to adults. A facade with a part of a wall
sticking out, or a facade garden, are striking examples:
infinite sources of opportunities! Children are aces in
using objects in a different way than intended. A jump in
scale is made effortlessly: a drain is utilised when playing
marbles, but can be turned into a pool with a watering
can a little water. A bicycle parking rack becomes a
climbing frame, and the markings for a parking spot
turns into an opportunity to play a game of hopscotch.
The world alters when seen from stairs instead of the
pavement.
LESSONS LEARNED
The child’s perspective emphasises the difference in
perception between adults and children. It also demonstrates the potential for friction. Where parents prefer
places that are easily supervised, children look for
sheltered spots to stay out of sight, and to continue
playing and discovering uninterrupted. Moreover, adults
seem to be influenced by a belief or romantic idea
about what playing is.
The children that were monitored during research seem
averse to these notions. They play with what’s at hand,
and by definition, feel at ease provided ample opportunities for playing are available to them. In whatever
shape or form, as long as these spots present adequate
variation, they remain attractive to children. In other
words: what can I do there, is something exciting
going on, and will there be others?
63
IMME EN LOLA (7 JAAR)
Maar volgende week
word ik 8 hoor
Leuke speelplekken? Gaan
we naar BALORIG dan? Oh
buiten... Nou dan sowieso
naar het dijkje toch? En we
willen ook naar de grote
speel-plek, krijgen we dan
een camera op? Hoe werkt
dat dan?
Dan kom je van je werk om
de kinderen op te halen, en
dan kom je alleen thuis.
Dan had ik net zo goed
tot zes uur kunnen werken,
maar ja zo werkt dat niet.
Even kijken bij de kippen!
Ik ben overal opgeweest!
Gaan we nu?
Kijk een kapotte slipper!
Over het buitenspelen met Imme en Lola (beide 7 jaar)
wordt met veel enthousiasme voorgepraat. Zus Belle en
haar vriendinnetje Zoë zijn 11 en vinden zich eigenlijk
wat te oud om buiten te spelen. Toch gaan ze mee.
Voor de ouders van Imme en Belle is hun woonomgeving de perfecte speelomgeving voor hun kinderen.
Laagbouw met brede stoepen en een wat grotere
groene speelplek op loopafstand, waar ook kinderpartijtjes gehouden kunnen worden. De kinderen
mogen er vanaf hun zesde alleen naar toe. Dat doen
ze haast nooit, maar altijd met vriendinnetjes die ze
spontaan op straat tegenkomen. Of vanaf het schoolplein. Mobiele telefoontje hebben ze, maar die nemen
ze eigenlijk nooit mee als ze buiten spelen. Er worden
tijdafspraken gemaakt wanneer ze weer thuis moeten
zijn. Maar dat vergeten ze regelmatig en dan gaan de
ouders een rondje doen om ze uit de speeltuin te
‘plukken’. Dat loslaten is wel spannend en is door misverstanden wel eens misgegaan, maar dat zijn uitzonderingen. Het water, maar ook de snel rijdende
scooters, zijn wel zorgenpuntjes voor de ouders.
Hun eigen kinderen vertrouwen ze intussen wel, maar
als ze met iemand spelen, dan heb je ook de verantwoor-delijkheid voor die andere kinderen.
De kinderen hebben in de gang verschillende attributen staan die ze graag meenemen naar buiten.
Stoepkrijt, Hoover board, step etc. Wanneer alle
schoenen en jassen aangetrokken zijn, vertrekken we
– al kletsend, rennend, steppend en in hoog tempo
naar ‘het dijkje’. 1 De opening van het hek wordt
niet gebruikt; er wordt overheen gesprongen. Na
wat schommelen wordt er flink geouwehoerd op de
glijbaan. Veel interactie tussen de kinderen, dingen
uitproberen, gekdoen. Er ligt een bal, waar ze even
mee voetballen. Vervolgens rennen ze naar een grote
hoop bladeren. De meiden pakken een hoop op en
“3, 2, 1, go!” gooien elkaar onder.
En dus lopen we – ondanks de stoepen – over straat
door richting speeltuin Amsteldorp. De zevenjarigen
maken tempo en stoppen onderweg soms als ze iets
zien liggen of om ongegeneerd bij iemand binnen
te kijken. De 11-jarigen zijn vooral aan het kletsen en
lopen wat meer achterop. ‘Pielen’ meer, door met hun
Hoover board over trapjes proberen te rijden.
Langs het Von Liebigpad klimmen de kinderen in een
boom, dat vinden ze allemaal leuk. 2 De kinderen
gaan vervolgens door naar Speeltuin Amsteldorp. Het
gladde asfalt en het feit dat er verder geen verkeer is
maakt dat de kinderen hier hard willen rennen/steppen.
We zijn daardoor snel in de speeltuin. De meiden van
zeven, gaan gelijk op ‘struin’: alle hoge speeltoestellen
in. Ook gaan ze samen van de kabelbaan.
Imme en Lola verdwijnen uit het zicht richting de rand
van de speeltuin. 4 Ze klimmen daarbij op het dak van
een hokje gemaakt van pallets, slepen met takken, een
goaltje, wat plastic; met alles zijn ze bezig waarbij ze
alles op een plek verzamelen. De modder uit een klein
kruiwagentje wordt met grof geweld gelost. Dan grijpt
vader in.
Vanuit de speeltuin gaan we nu huiswaarts. Onderweg
biedt een brug de jongste meiden een mooie uitdaging. Half over de kop hangend stappen ze zijwaarts
over de leuning. Trots benut Imme het einde van de
brug als ‘hangplek’, terwijl Lola de leuning als ‘glijbaan’
gebruikt. 5
Het kleine speeltuintje is omringd door stekelstruiken.
Maar dat maakt de kinderen niets uit. Ook onder de
struiken zijn hutten gebouwd. Eigenlijk worden alle
speelelementen door de meiden wel even gebruikt.
Wanneer ze alles ‘gehad’ hebben, lopen ze door naar
huis. De step zijn ze intussen beu, dus moet vader
die tillen. Al lopend wordt er heel wat afgekletst en
ontdekt. Zo vinden ze een oude wasmachine. Er wordt
uitgeprobeerd of ze hem kunnen slopen. 6
En later, wanneer ze bijna thuis zijn, wordt er door de
ramen van de buren gegluurd. Als we eenmaal binnen
zijn, vertrekken de oudste meiden gelijk naar het huis
van Zoë om verder te spelen (verder schrijven aan hun
‘script’), en ook Imme en Lola vertrekken naar hun
kamer (om hutten te bouwen en te knutselen).
Ik kan niet hoger de takken zijn hier te dun...
Want klimmen is leuk!
Niet op mijn schoot zitten!
Ja maar anders val ik er af!
Ok dan...
Waar is de poep die daar inzit
gebleven?
Ja maar het zand moet er uit!
Maar eerst nog even langs het
kleine speeltuintje ok?
Is altijd zo
Zou Thijs thuiszijn?
65
IMME EN LOLA (7 JAAR)
GOOISEWEG
speeltuin als
ontmoetingsplek
4
bruggetje als speelobject
3
1
2
5
3
speeltuin en bosjes
speelboom
2
bruggetje als speelobject
6
4
stoep en straat als speelruimte
zone voor spelen zonder
ouderlijk toezicht
duikelrekken
5
speeltuin ‘het dijkje’
1
E
ERZIJD
WEE SP
6
67
JANNEKE EN KAUTAR (9 JAAR)
De ouders van Janneke wonen hier zo’n 8 jaar. Ze
ervaren hun woonomgeving als een zeer prettige plek
om te spelen voor hun drie kinderen. Dit komt voornamelijk doordat ze zelf een tuintje hebben, maar ook
omdat er voor een groentje is waar meer kinderen
spelen uit de buurt. Daar kunnen/mogen hun kinderen
vanaf 4 jaar alleen spelen. Middels de groepsapp
hebben de ouders rondom het speelgroentje wel
contact. Dat voelt prettig, want er gebeuren hier wel
gekke dingen af en toe. Zo is er eens een explosie
geweest. En als ouder vraag je je wel af, of je kind
wel weerbaar genoeg is, mocht er iets gebeuren.
Maar zo dicht bij huis, vinden de kinderen verrassend
veel vertier. Met name de bosjes, daar vermaken de
kinderen zich graag. Ze vinden langs de galerij van de
flat allerlei ‘leftovers’, die ze gebruiken als materiaal
om hun hutten mee aan te kleden. Soms is dat wat
viezig, maar soms vinden ze ook mooi spul. Zoals
die theepot: die heeft ze afgewassen en daar speelt
Janneke nog steeds mee. Takken en stenen die ze
verzamelen mogen niet mee naar binnen; daar is een
speciaal plekje voor bij de voordeur. Als de kinderen
verderweggaan, dan gaan papa of mama mee, vaak
met de step. Bij Kauter thuis is dat anders. Zij mag wel
gewoon naar Janneke toelopen, zoals ze vanochtend
gedaan heeft.
Ze moeten niet hoog
zijn maar zo...
Kijk en deze heeft heel
veel takken waar je je
aan kan vasthouden.
Janneke en Kautar zijn klasgenootjes, beste vriendinnen
en beide 9 jaar. Het broertje en zusje van Janneke
hebben geen zin om mee te gaan en dus vertrekken ze
samen naar het groentje. Trots laten ze hun meest favoriete bosjes zien. 1 En hoe je dan moet lopen, waar de
stekelplanten zitten en in welke bomen je goed kan
klimmen. Terwijl ik naar de rommel in de struiken kijk,
leggen de meiden vol trots uit hoe ze hun ‘hut’ hebben
ingericht en waarmee. Hoewel er op het groentje ook
een schommel staat, is dat duidelijk minder geliefd.
Op naar de volgende speelplek: het schoolplein van de
OBS. Zij zitten op een andere school, maar ze voelen
zich hier prima. In rap tempo nemen ze het parcour van
speelelementen. 2
En na wat hangen doen ze ook nog even ‘de muur’. 3
Vervolgens lopen ze door naar de plek waar straks hun
nieuwe school komt. Ze weten nog niet waar hun lokaal
komt straks (ze hopen boven), maar ze vinden het wel
heel mooi al. En dan hoeft papa en mama hen niet
meer te brengen, maar kunnen ze zelf naar school. Dat
zal ook wel fijn zijn. De route tussen de speelplekken
wordt in stilte en snel afgewerkt. Geen spelaanleiding
of huppel. Ook is het onwennig om te kletsen met een
vreemde bij je.
De meiden komen wat los als ze bij de speeltuin zijn
tegenover Kautar haar flat. Haar moeder zwaait vanuit
het raam, met een baby op haar arm. De meiden
vinden de trampoline het allerleukst op de speelplek.
Omdat het lekker rustig is (dat is normaal niet zo!)
hebben ze daar nu alle ruimte en tijd voor. Ook de
schommels en de tuimelrekken zijn populair. Ze vinden
ook nog een stepje, waar ze even op steppen. Kautar
vertelt dat ze in de zomer hier ook wel eens eten buiten
op de picknick tafel. 4 Dan maakt mama allemaal
lekkere hapjes en kan Kautar ook met haar jongere
broertjes en zusjes spelen.
Winkeltje spelen enzo...
69
JANNEKE EN KAUTAR (9 JAAR)
1
speelbosjes hutten
1
zone voor spelen
zonder ouderlijk toezicht
I.H. VAN HEEKWEG
2
3
2
schoolplein/
klimmuur
3
parcours lopen
speeltuin/klimmen/
springen/schommelen
4
buurthuis
speeltuintje
IJDOORNLAAN
4
71
ELSA EN FRANK (7 EN 5 JAAR)
De moeder van Elsa en Frank is in de buurt opgegroeid.
Heeft zelfs op dezelfde basisschool gezeten als hun
kinderen nu. Er zit nog veel familie in de omgeving
ook, al is oma recent verhuisd. Hierdoor is de familie
erg gehecht aan de omgeving. Het heeft een dorps
gevoel hier. Dat komt ook omdat iedereen zijn of haar
stoeltje of picknicktafel op de stoep zet. Dat kan ook
door die brede stoepen. Een tuin is niet zaligmakend,
de kinderen zijn toch liever op straat, waar ze spontaan
vriendjes tegenkomen. Dat gebeurt niet als je een
trampoline achter in de tuin hebt staan. Elsa mag zelf
al de buurt in, zij het met duidelijke afspraken. Frank
mag dat nog niet. Die let ook nog niet zo goed op. Met
ouders gaan ze regelmatig naar Park Frankendael en
het Mariotteplein.
Elsa en Frank willen me als eerste hun schoolplein laten
zien. Na goed te zijn aangekleed lopen we daar via
de stoep naar toe. Ze laten zien waar ze voetballen en
spelen, maar hebben nu geen bal mee en spelen dus
ook niet. Wel probeert Elsa over de stoeprand te balanceren terwijl we doorgaan naar het volgende plekje:
de voorkant van de school. Daar geeft de gevel van
het gebouw een mooie speelaanleiding, geroutineerd
klimmen ze erop en springen ze er af. 1 Ze verstoppen
zich nog even achter een boom. Als ik ze vraag wat er
leuk is hier, halen ze hun schouders op. Ze vinden het
nog maar raar, met iemand op stap.
Om ze wat los te krijgen vraag ik naar het Mariotteplein,
of ze me dat willen laten zien. Daarbij moeten we
oversteken over de brug en langs het verkeerslicht. Al
slenterend volgt Frank ons. Eenmaal aan de overkant
dwalen we wat in stilte rond. Ken je hier kindjes vraag
ik. Ook hier haalt Elsa haar schouders op. “Weetnie”.
Als we zo een beetje staan, kom ik er achter dat Elsa
eigenlijk niet weet hoe ze er moet komen, naar dat Mariotteplein. Dus zoek ik op googlemaps hoe we moeten
lopen en wijs die richting aan. “Oh ja” zegt Elsa en ze
steekt snel het grasveld over. Dwars er overheen, niet
bang voor hondenpoep blijkbaar. Als we voor het hek
staan van het plein, komen beide kinderen eindelijk
wat los, rennen van me vandaan en beginnen ze op
verschillende spelelementen te spelen. En aangezien
er heel wat staan zijn ze flink even zoet.
Elsa klimt en schommelt, Frank laat zich in het zand vallen
en rolt er wat in; ieder doet er zijn eigen ding. 2
Pas bij de groepsschommel trekken ze samen even op.
Als ze alles ‘gehad hebben’, is het plan om richting Park
Frankendael te lopen. Maar Frank droomt wat, vindt
takjes en ziet allerlei dingen langs de stoepen staan,
dus tempo zit er niet in. Als we terug bij de school zijn,
worden de traptreden en vensterbanken wederom
beklommen, maar nu met veel meer plezier. Frank staat
op de brede vensterbank en tuurt door het klaslokaal. 1
Voorzichtig en in stapjes daalt hij van de gevel af en
springt in de bosjes, waar hij een verloren kettinkje
vindt en daar helemaal in opgaat. Elsa is intussen verdwenen in de bosjes en laat me later ‘schrikken’ door
me van achter te benaderen terwijl ik haar voor me
verwacht. We lachen en de spanning is nu wel wat
gebroken.
Via dezelfde stoep lopen we terug richting de fontein
die ze me willen laten zien. Want daar is het in de
zomer altijd zo leuk. Dan kunnen papa en mama lekker
op het terrasje zitten en wij met het water spelen. Maar
onderweg daar naar toe, zie ik hun eigenlijke gedrag
op de stoep. Frank loopt met een stok wat in de
planten van geveltuintjes te poeren, net zo lang tot er
besjes van de struik op de grond vallen. Of hij maakt
geluid door de tak over de grond/langs de gevel te
laten schrapen. 3 Ondertussen heeft Elsa voor ons een
verdwaald stoepkrijtje gevonden en tekent met cijfers
een hinkelspel op de stoep en begint te hinkelen.
Wanneer Frank maar niet opschiet, heeft ze haar hinkelspel al uitgebreid naar nummer 20. Eenmaal gearriveerd, herkent Frank de cijfers en begint ze voor te
lezen. Maar dan is Elsa alweer verveeld verderop gaan
lopen, terwijl ze met haar hand de blaadjes van de
geveltuintjes voelt. Daarbij wijst ze me op de gekleurde
stoeptegels.
Eenmaal bij de fontein gaan ze even in het midden
zitten. 4 Hier wordt wat gelummeld, wat met vingers in
gaatjes gevoeld en wat rondgekeken. Om naar Park
Frankendael te gaan is het nu al te laat. Op de
terugweg naar huis ruikt Frank de geur van de slager
waar we langslopen. Later verdwijnt hij met de camera
op zijn hoofd in een bamboe struik. Om even te
geinen. Maar eenmaal binnen is het gedaan met
de pret...
En dan val jij dood neer, ok?
Kijk daar staat een skelet
Frankie loopt altijd wat
langzamer
Kijk die nummers op de grond
zijn hetzelfde als op de huizen
Maar dat vind ik toch niet zo
leuk meer nu met die nieuwe
klimrekken enzo...
Hoezo? Nou gewoon, als je dat
een keer gedaan hebt dan is er
daarna niets meer aan...
Mag ik nu een boterham?
73
ELSA EN FRANK (7 EN 5 JAAR)
fontijn als
waterspeelplek
1
4
3
zone voor spelen zonder
ouderlijk toezicht
“alleen met
papa en
mama”
brede stoep als
speelruimte
2
3
4
schoolplein/
’ballen’
bosjes als
verstopplek
1
architectuur als
speelobject
GALILEIPLANTSOEN
2
speelplein/klimmen/klauteren
75
LEON EN ALEX (8 EN 6 JAAR)
De ouders van Leon en Alex zien hun woonomgeving
als de perfecte plek om op te groeien. Om die reden
zijn ze er ook gaan wonen, al hadden ze toen nog geen
kinderen. Er zijn veel plekken zonder auto’s, waardoor
hun kinderen veilig van A naar B kunnen. Die ruimte
vinden ze belangrijker dan voorzieningen. Het grote
voordeel: vanaf 3 jaar kunnen de kinderen al zelf een
blokje om. De routes die de kinderen mogen lopen
worden duidelijk afgebakend. Dat buitenspelen gaat
heel spontaan, met een paar woorden en ze zijn buiten.
Zonder plan. Ze kijken gewoon of er nog iemand buiten
aan het spelen is, lopen naar hun vriendjes. Ze kunnen
zo de hele dag onder de pannen zijn. Ze redden
zichzelf, en als ze dorst of honger hebben of naar de
WC moeten, dan zie je ze even. Het komt en het gaat,
en dan heb je soms in ene 8 jongens over de vloer.
Sociaal gezien is het hier daardoor interessanter dan
in de binnenstad.
Maar dat is nog niet alles hoor!
Wat neem je mee, hoe ga je?
Ik app papa straks wel even
dat die hem eruit haalt ok?
Yes! Ik heb al 250 stappen!
Dit is een leuk klimrek, want
bovenop zit een huisje waar je
samen in kan. Maar dat mag
eigenlijk niet. Toe mam, mag het?
Voor we achterlangs vertrekken, laten de kinderen in
de hal hun arsenaal aan pistolen en skeelers zien. Op
hun buitenplaatsje, tussen de fietsen en space-scooters wordt een grote kist geopend waarin nog meer
speelgoed zit. Als ik verwonderd reageer, wordt ook
naar het plafond gewezen waar ook een skateboard
hangt en pijl/bogen, surfplanken etc. 1 Na wat overleg
vertrekken we als eerste richting het schoolplein. De
kinderen rennen voor ons uit.
Om naar school te komen wordt een voetgangersbrug
overgestoken. Hier mogen ze zelfstandig ook wel naar
toe, maar dan moeten ze het wel eerst zeggen thuis.
Alex die wat met zijn bal aan het spelen is, verliest
halverwege de brug zijn bal, waardoor die in het water
valt. Hij is duidelijk verdrietig, want de bal is door de
breedte van het water niet te pakken. Mijn voorstel stelt
Alex gerust en hij volgt – zonder bal – zijn broertje naar
het schoolplein. Die is daar al hard aan het stampen op
een digitaal spel. 2 Wanneer de score weer op 0 komt
te staan doet ook Alex mee en doen ze samen een
wedstrijdje.
Maar het leukste om op te klimmen blijkt de afvalcontainer. Het is een klimtocht via hekken en bossages.
Een hele uitdaging, maar zowel Alex als Leon lukt het
om erop te komen. Trots staan ze op het dak te
springen. En waar Leon soepel naar beneden springt,
doet Alex zijn tocht naar beneden voorzichter. 2
Eenmaal beneden wil Alex ook het kunstwerk inklimmen dat op het plein staat. Met de aanwijzingen
van zijn moeder komt hij steeds hoger. Een triomfantelijke blik als hij beneden is.
De volgende plek is het speelveldje achter hun huis,
dus gaan we weer de brug over. We komen een club
skeelerende meiden tegen. Woorden worden niet
gewisseld, maar het is duidelijk dat ze elkaar goed
kennen. Op t veldje worden de schommels en wipwap
even bij langs gegaan. Maar de meeste tijd spenderen
ze in de voetbalkooi waar fortnite-pasjes worden
gecombineerd met schoppen, schreeuwen en overspelen van de teruggevonden bal. 3 En waar gaan we
nu naar toe vraag ik? En dus vertrekken we via de
achtertuin, waar de bal wordt gewisseld met een step
richting de derde speelplek. 4 Het tempo van de
jongens is hoog, dus wanneer wij aankomen bij het
witte klimelement, wat inderdaad iets wegheeft van
een slak, hebben de jongens hun rijwielen al geparkeerd en zitten ze al bovenin. Ze benutten de railing
– ooit bedoeld om er niet vanaf te vallen – als klimelement.
Vervolgens worden de fiets en step weer opgepakt
en racen ze richting het strand. Het is een hele afstand,
maar al kletsend – schreeuwend soms – en andere
kinderen begroetend, rijden ze voor ons uit. Het is
duidelijk dat ze nog voldoende energie hebben.
Ze stoppen abrupt bij de haaientanden en wachten
daar op ons. 5 Na de oversteek parkeren ze hun
rijwielen bij de fietsenstalling en rennen richting het
strandje. Ze klimmen gelijk in het klimelement. Ze
ouwehoeren wat en komen op verschillende plekken
weer beneden, boven, beneden, boven, spelen met
wat zand, kijken naar wat langslopende mensen etc.
Leon vertelt van een leuk feestje.
Met rode wangen komen we later terug thuis. Jassen
worden op de bank gegooid en plannen voor de
middag worden gesmeed. Zwemmen? Spelen bij
die, of…
“Naar de slak!”
Daar bij Balorig heb ik
overmorgen mijn feestje!
Dat is nog leuker dan
buitenspelen!
77
LEON EN ALEX (8 EN 6 JAAR)
GAASPERPLAS
1
speeltuin: klimmen/graven/
schommelen/zwemmen
2
5
VALBURGDREEF
gevaarlijk kruispunt
speelbosjes
3
speeltuin: klimmen/verstoppen
4
schoolplein: interactief
spel/klimmen/duikelen
2
speeltuin:
klimmen/
schommelen
zone voor spelen zonder
ouderlijk toezicht
fietspad: skeeleren/
steppen/fietsen/
rennen
4
5
autovrije straten/
speelstraat
1
“lopen koeien
los, dus
komen we
niet”
3
voetballen
79
SAMUEL (3 JAAR)
Zullen we een croissantje
halen bij het Zonnepleintje?
Kijk hier, en hier, en hier ook glas!
Deze ruiken lekker.
Er zijn restaurantjes.
Het buitenspelen met Samuel wordt goed voorbereid:
kleren worden geselecteerd, laarzen gaan aan, nog
even eten, helm op, route voorgesproken. Via de
achtertuin en het achterpad gaan we op pad: Samuel
wijst ons op zijn loopfiets de weg. 1
Bij de oversteekplek wordt goed op het verkeer gelet.
Dat er geen enkele auto in de buurt is maakt niet uit.
Stoppen, naar links en naar rechtskijken, dan pas oversteken. Samuel haalt zijn schouders op. Het blijkt een
gewoonte die ze hebben meegenomen uit Rivierenbuurt waar ze eerder woonden. Daar was het altijd heel
erg druk. Hier is dat wel anders: heel erg rustig. Dat is
wel wennen. Meer vierkante meters in huis en een
eigen tuin, dat zijn zeker voordelen, maar op straat is
er echt niets te doen. Kijk nu, het is woensdagmiddag,
maar er is niemand op straat, je hoort of ziet niemand.
Die reuring en die sociale contacten die worden gemist.
Hopelijk wordt dat met het voorjaar beter. Samuel
mist vooral de sirenes. We lopen langs het pierenbad.
Er staat geen water in en in het lichtblauwe beton
schreeuwt ons tegemoet. De ouders, en ook Samuel
letten goed op omdat er veel glas ligt. Trots wijst
Samuel naar het glas wat hij heeft gespot. Het slechte
onderhoud en de hoeveelheid hondenpoep in de wijk
maakt buitenspelen stukken minder leuk.
Al slalommend over het grote plein steken we over de
stoep op, richting de buurttuin. Er is een stukje zonder
stoep en dat is wel even spannend. Maar er lopen
meer mensen op straat. In de tuin stapt Samuel van
zijn fietsje. 2 Dat is salie, en dat is bloemkool, dat is…
de moeder van Samuel wil graag meer uitleggen, maar
Samuel zijn interesse ligt inmiddels elders en loopt naar
zijn fietsje. Zijn ouders volgen hem. Via straatjes komen
we nu dicht bij de bestemming. Ze lopen hier graag
en vaker naar toe. Je hebt keuze om via verschillende
routes er te komen, dus het is nooit saai. Wat het leuk
maakt? Samuel sprint vooruit zodra de stoep breder
wordt en hij onder de galerij kan rijden. De waterplas
die er ligt wordt opvallend genoeg genegeerd. De
bakker is zijn focus, want eten lonkt. Zijn tempo neemt
af voor de openstaande deur. Geuren van versgebakken brood.
Als blijkt dat we niet het restaurantje binnengaan is
ietwat Samuel teleurgesteld. In plaats daarvan wordt
een croissant gehaald bij de bakker, die we opeten op
een bankje op het plein. 3 Als t broodje op is, doen
papa en mama tikkertje met Samuel. Samuel probeert
met zijn fietsje de voormalige waterput op te rijden.
Oh, zeggen de ouders tegen elkaar, grappig dat ie
dat onthouden heeft. Op de terugweg wil Samuel de
helm niet meer op. Tot gevolg mag hij niet meer op
zijn loopfiets, want regels zijn regels. Spannend vindt
Samuel het wanneer hij – met een hand mama vasthoudend – over een richel mag lopen. 4
Dan volgt een oversteekplek en wordt een handje
vastgehouden. Zie je de brandweerkraan? Wacht ik
zal je even optillen want dat zie je niet. Samuel wijst
verheugd met zijn vinger omhoog en blijft stilstaan.
Pas als hij zeker weet dat ie niet deze kant opkomt
wil hij doorlopen. Op het Planetenplein gaat Samuel
van de glijbaan en op de wipwap. 5 Daar vindt hij ook
een grote tak die hij met zich meesleept de rest van
de wandeling. Ook vindt hij elzenpropjes en blaadjes
die hij allemaal meeneemt. Moeder vertelt waar hij op
doelt, een laadje op zijn kamer waar hij zijn vondsten
in bewaard. Nu Samuel zijn handen te vol zijn, moet
papa helpen de tak te dragen. Later, wanneer hij alles
in zijn zak heeft gestopt sleept hij hem zelf weer verder.
Wanneer papa er per ongeluk op staat, breekt er een
stuk van de tak af. Daarna, wanneer we op de stoep
een hond tegenkomen kruipt Samuel tegen zijn vader
aan. Maar de hond is niet geïnteresseerd in Samuel,
maar in de tak. Die blijft dus liggen in het gras.
Wanneer hij op de stoep een meisje tegenkomt van de
opvang reageren zijn ouders, Samuel zegt niets. Later
komt met veel kabaal een grote auto aan. Op de hoek
blijven papa en Samuel staan om de Dodge goed te
kunnen bekijken. Ondertussen ziet Samuel van alles in
de tuinen; een kabouter, een uil, gereedschap, een
kapotte fiets… 6 Allemaal zaken waar even naar
gewezen wordt of even over wordt gepraat. Eenmaal
thuis worden bij de voordeur alle schoenen nauwkeurig
gecontroleerd op hondenpoep, laarzen buiten uitgetrokken en daarna gaan we naar binnen.
Hier was vroeger water.
Kijk nou ben ik groter dan
mama!
Hoor je dat? Sirene!
Die moeten in het laatje!
Oppassen papa, dat mag je niet
doen!!!
Eng!
Wow, die was groot!
Kijk dat is een Ford!
Mag ik nu een filmpje kijken?
81
SAMUEL (3 JAAR)
1
3
speelen/klimmen
6
architectuur als
speelobject
5
attractieve privétuin
4
4
3
attractieve privétuin
2
buurttuin
1
stegenwereld
pierenbad, glas
METEORENWEG
restaurant/
bakker als doel/
bestemming
5
105
SPEELWAARDEN IN DE STAD /
PLAY VALUES IN THE CITY
SPEELWAARDEN IN DE STAD / PLAY VALUES IN THE CITY
107
De essentie van spannende en aantrekkelijke speelplekken en speelmogelijkheden is dat ze op diverse
manieren interessant zijn. En dus op meerdere fronten
een speelwaarde hebben (zie ook: Spelen ontrafeld).
De overlap tussen de motorische, cognitieve en sociale
aspecten is wat een speelplek goed maakt. Dit boek
biedt concrete handvatten om vanuit verschillende
beleids- en ontwerpthema’s keuzes te maken voor
spelen in de stad. Keuzes voor een inrichting van een
openbare ruimte die uitnodigen tot spelen.
The essence of new and attractive play areas and
opportunities for playing is that they are engaging in
various ways. That essence delivers a multi-pronged
increase in play value (see also: Playing unravelled).
The overlap between aspects of motor learning and
cognitive and social development defines the usability
of a playground. This publication offers tools to be able
to make choices for playing in the city from different
policy and design themes. Choices for a spatial design
that stimulate playing.
Deze referenties gaan uit van een zo breed mogelijk
scala, omdat de stad heel grote complexe opgaven
heeft, en tegelijk heel kleine eenvoudige plekken biedt.
De referentiestudies geven bestaande plekken weer.
These references cover as full a scope as possible, since
the city faces large and complex tasks while offering
basic spaces at the same time. The reference studies
focus on existing spaces.
FUJI KINDERDAGVERBLIJF / FUJI KINDERGARTEN
JAPAN, TEZUKA ARCHITECTS
113
SPEL ALS ONTWERPOPGAVE /
PLAYING AS A FUNCTION OF DESIGN
De vorm van het schoolgebouw is zo gekozen en
toegankelijk gemaakt, dat kinderen eindeloos op het
cirkelvormige dak kunnen rondrennen. Lichtkoepels
en trappen worden hier informele speelmogelijkheden en zitplekken, waarbij de bomen rondom het
gebouw uitnodigen de natuur op een ander manier te
ervaren. Spontaan ontstaan ‘extra’ vierkante meters,
waar scholen anders om moeten strijden. Door het
meenemen van spel als ontwerpopgave bij buitenruimte en gebouwen kan resulteren in verrassende,
toegankelijke en prettige plekken, waarbij de hele
school als speelterrein wordt benut en ervaren.
Spel kan een inspirerend uitgangspunt zijn bij ontwerpopgaven voor gebouwen en buitenruimte.
The school building is made accessible, and its form is
chosen in such a way that children can run around the
circular rooftop endlessly. Skylights and stairs become
open opportunities for playing, with trees around the
building inviting you to experience nature differently.
Where schools would typically have to fight for ‘additional’ square meters, here they arise spontaneously.
Incorporating play as a function of the design of public
space and buildings can result in surprising, accessible
and pleasant places, where the whole school is being
used and experienced as a playground.
MOTORISCH / MOTOR
>oneindig
>
rennen / running endlessly
>boomklimmen
>
/ climbing trees
>klimmen
>
op daklichten /
climbing onto the rooflights
>trappen
>
als spel / using the stairs as
an oppportunity for play
COGNITIEF / COGNITIVE
>overzicht
>
kunnen hebben /
transparancy
>zicht-relatie
>
tussen boven en onder
via daklichten / seeing up and down
through the skylights
>natuur
>
op andere manier ervaren
door in de boomtoppen te kunnen
zijn / experiencing nature differently
from the treetops
SOCIAAL / SOCIAL
>interactie
>
tussen boven, onder,
binnen, buiten (open zicht-relaties) /
interaction between up, down,
inside, outside (open sightrelationships)
>overzichtelijk
>
en daarmee veilige
omgeving / transparancy provides
feeling of security
>toezicht
>
/ supervision
Play can be an inspiring starting point for the design of
buildings and public space.
“My point is: don’t control
them, don’t protect them too
much, and they need to tumble
sometimes. They need to get
some injury. And that makes
them learn how to live in this
world. I think architecture is
capable of changing this world,
and people’s lives. And this is
one of the attempts to change
the lives of children.”
Takaharu Tezuka
WACHTERLIEDPLANTSOEN / ‘WACHTERLIED PARK’
AMSTERDAM, BUREAU SYBOLT MEINDERTSMA + VDVDP ARCHITECTEN
INTENSIEF PROGRAMMA /
COMPREHENSIVE AGENDA
In het ontwerp hebben verschillende functies, voorzieningen en spelelementen een plek gekregen. Dat is
gedaan door samen met omwonenden na te denken
over de invulling van het plantsoen. Zo is het plantsoen voor verschillende doelgroepen interessant en
daarmee een ontmoetingsplek voor buurtbewoners.
Voor de kleinere kinderen is er een afgesloten deel:
veiligheid voor het kind en rust voor de ouder. De hele
ondergrond van de plek is zacht en veilig om op te
vallen en er is ruimtelijke samenhang. De omliggende
woonbebouwing biedt toezicht, de bomen geven
schaduw. De buurt heeft zelf meegedacht over de
inrichting en op die manier is een plek ontstaan waarin
iedereen zich herkent en thuis voelt.
Een plek heeft als verblijfsplek een meerwaarde
wanneer meerdere functies en (buurt)voorzieningen
gecombineerd zijn met speelmogelijkheden.
The design accounts for different functions, facilities
and elements of play. The design process involved
inviting residents to contemplate how to fulfil the plans
for the park. In this way, the park attracts different
target groups and becomes a meeting point for locals.
A secluded area is created for the younger children:
providing safety to the child and peace and quiet for
the parent. The place offers spatial coherence; the
whole surface of the playground is soft and safe to fall
onto. The surrounding built area provides supervision;
the trees provide shadow. The neighbourhood itself
was involved in the process of planning, and in this way,
a place was formed with which everyone can identify
themselves and feel at home.
A public leisure space has additional value if it
combines several functions and facilities with
opportunities for playing.
115
MOTORISCH / MOTOR
>hardlopen
>
op route door het park /
running on track through park
>rennen
>
en rollen op grasvelden met
hoogteverschillen / running and rolling
on meadows with topography
>springen,
>
balanceren, draaien, zand
kneden en schommelen / jumping,
balancing, turning, molding sand and
swinging
COGNITIEF / COGNITIVE
>omgaan
>
met dieren van de
kinderboerderij / interacting with
animals of the petting zoo
SOCIAAL / SOCIAL
>ontmoeten
>
van (andere) ouders op 1
lange bank / meeting (other) parents
on one long bench
>veilige
>
omgeving voor jonge kinderen,
afsluitbaar / safe zone for young
children, lockable
>ruimte
>
om te picknicken /
space to picnic
„De stedelijke buitenruimte
moet worden gedeeld en zo
veel mogelijk dubbel gebruikt.
Dat sluit ook beter aan bij het
gezinsleven vandaag de dag.
[...] Activiteiten van gezinnen en
kinderen lopen in tijd en ruimte
voortdurend door elkaar.“
Lia Karsten en Naomi
Felder: De nieuwe generatie
stadskinderen.
PARK ‘N’ PLAY
KOPENHAGEN, JAJA ARCHITECTS
117
VAN STOEP TOT DAK /
FROM PAVEMENT TO ROOFTOPS
Dit publiek toegankelijke dak is via een opvallende trap
vanaf de straat te bereiken. De hoogte biedt uitzicht
over de haven en een rustige, verkeersvrije, veilige
speelplek in het centrum van de stad. Het gebruik van
één ruimtelijk element op het dak – een handreling –
knoopt verschillende speelactiviteiten aan elkaar. Het
dak is dagelijks tussen 07.00 en 22.00 uur geopend. De
diversiteit aan beweegmogelijkheden en zichtpunten
zorgt ervoor dat deze plek aantrekkelijk is voor alle
leeftijden; je komt hier om te spelen, te sporten of om
over het stadsgedruis uit te kijken.
Daken en verbindende elementen kunnen als een overkoepelende ruimtelijke ingreep speelmogelijkheden en
de herkenbaarheid ervan verbinden.
This rooftop is accessible to the public from the street
by a notable stairway. The elevation offers views of
the harbour, as well as a quiet, safe playground in the
centre of town, free of traffic. The use of one spatial
element on the roof - a handrail - ties together various
activities of play. The roof is open daily from 7hrs to
22hrs. The diversity opportunities for physical activity
and in lines of sight, make this place attractive to all
age groups; you go here to play, play sports or to enjoy
the sights and sounds of the city.
Roofs and connecting elements can connect opportunities for playing and their visibility as an overarching
spatial intervention.
MOTORISCH / MOTOR
>diversiteit
>
aan routes en
klimelementen / variety of routes
and climbing elements
>traplopen
>
als spel /
climbing stairs as a game
>gezamenlijk
>
schommelen /
swinging together
>trampolinespringen
>
om de hoogte
nog meer te versterken /
bouncing on trampoline to increase
the height even more
COGNITIEF / COGNITIVE
>één
>
herkenbaar element (rode reling)
als route / one recognizable element
(red railing) as a route
>uitzicht
>
over de haven /
a view over the harbor
>andere
>
ervaring van wind, lucht en
hoogte / experiencing wind, air and
altitude differently
SOCIAAL / SOCIAL
>open
>
structuur, zicht-relaties /
open structure, view
>veilige
>
omgeving / safe environment
>zicht
>
over de haven en diversiteit aan
spelaanleidingen is interessant voor
meerdere doelgroepen /
a view over the port and diversity of
play is interesting for several target
groups
“Conceived as one continuous
a red thread, the handrail leads
people from street, up past
the green façade and to the
rooftop public space. It literally
takes people by the hand and
invites them up for a view of the
city skyline. Here, it transforms
from handrail to a sculptural
installation that offers a palette
of recreational activity.”
Jaja Architects
KASTANJEPLEIN / ‘CHESTNUT SQUARE’
AMSTERDAM, ALICE HELENKLAKEN
119
SPEELKUNST / PLAYFUL ART
Langs een route richting het Oosterpark, is op het
Kastanjeplein een bronzen kastanjenoot met vier
schillen geplaatst. Dit kunstwerk verrijkt het plein en
is tegelijk een speelmogelijkheid voor kinderen. De
schillen zijn geliefd als klimelement, verstopplek of als
zitplek. Ook zonder ‘officiële’ speelmogelijkheden is
het plein een aantrekkelijke en spannende plek.
Kunst in de openbare ruimte heeft de potentie mensen
samen te brengen en uit te nodigen tot spelen.
Along a route to the Oosterpark, a bronze chestnut
with four layers was placed on the Kastanjeplein. This
work of art enriches the square and is an opportunity
for playing at the same time. The layers are beloved
elements of design, to climb on, hide behind or to sit
on. Even without ‘official’ opportunities for playing, the
square is an attractive and exciting place to be.
Art in public space has the potential to bring people
together and invite them to play.
MOTORISCH / MOTOR
>klimmen
>
op onverwachtse vormen /
climbing on changing forms
>hangen
>
op en in de vormen /
hanging on and hanging in the
objects
>springen
>
/ jump off
COGNITIEF / COGNITIVE
>verstoppen
>
/ hiding
>je
> kunt op alles klimmen /
you can climb on everything
>kunst
>
: de relatie tussen de
kastanjebomen en de uitvergrootte
bronzen kastanje laat je nadenken
over schaal / art: the relationship
between chestnut trees and the
enlarged bronze chestnut makes you
think about scale
SOCIAAL / SOCIAL
>kunst
>
geeft identiteit en daarmee
aantrekkelijkheid /
art provides an identity and
therefore attractiveness
„How big is a child?“
Emma Whitaker
ARTISPLEIN / SQUARE OF ARTIS ZOO
AMSTERDAM, MICHAEL VAN GESSEL
WOONKAMERS / LIVING ROOMS
Artis trekt als dierentuin dagelijks veel bezoekers en
opent zich met het Artisplein naar de stad. Met horeca,
zicht op dieren, schaduw van bomen en beschutting
van gebouwen biedt het stadsplein een grote levendigheid. Een waterbekken met veelzijdige functies als
fonteinen en trapjes nodigt uit om te kijken, te spelen
en zelfs nat te worden. Door toepassing van losse
stoelen en tafels, kunnen bezoekers naar eigen inzicht
een plek zoeken om te zitten of te picknicken. Dat
resulteert in multifunctioneel gebruik voor verschillende doelgroepen, diversiteit in activiteiten en een
hoge verblijfskwaliteit.
Beschutte ruimten bij dynamische plekken kunnen als
rustpunten in de stad dienen.
As a zoo, Artis attracts large numbers of visitors daily
and opens itself up to the city through the Artisplein.
This public square offers a lively variety of restaurants,
food stalls and terraces, views of the animals, shadow
from the trees and a sheltered feeling in the presence
of the surrounding buildings. A water reservoir with
versatile functions like fountains and stairs, invites children and grown-ups to take a look, to play and even to
get yourself wet. By using chairs and tables that can be
moved around freely, visitors can choose where to sit
or have a picknick. The result is a multifunctional use by
various target groups, diversity in activities and a high
level of opportunities for leisure.
Sheltered places near dynamic sites can offer peace
and quiet in the city.
121
MOTORISCH / MOTOR
>met
>
water spelen /
playing with water
>voldoende
>
vrije ruimte om te kunnen
rennen en fietsen /
enough free space to run and cycle
>vloer
>
ontworpen als tapijt en als
aanleiding voor hinkelen, springen
etc. / a floor designed as a carpet;
an invitation to skip, jump, etc.
COGNITIEF / COGNITIVE
>contact
>
met dieren /
contact with animals
>nat
> worden / getting wet
>verrassing
>
van fonteinen /
the surprise of fountains
>vallend
>
water / falling water
>losse
>
stoelen als spelaanleiding /
loose chairs as an opportunity for
playing
SOCIAAL / SOCIAL
>consumptievrije
>
ruimte /
consumption-free space
>koppeling
>
met horeca en dierentuin
zorgt voor een levendige plek /
link with a restaurant and a zoo
creates a lively place
SPEELSTRAAT POTGIETERSTRAAT / PLAY STREET ‘POTGIETERSTRAAT’
AMSTERDAM, CARVE
HEROVEREN /RECAPTURE
Auto’s zijn uit de straat gehaald en de verkeersruimte
is omgevormd tot speelruimte. Een groene haag
bakent het naastliggende fiets- en wandelpad af. De
aangrenzende school zorgt ervoor dat het ontstane
pleintje intensief gebruik wordt. Zo ontstaat een
bruisende plek, waar allerlei gebruikers met elkaar in
contact zijn. Binnen de beperkte afmetingen bieden
hoogteverschillen diversiteit en verschillende speelmogelijkheden. De doorlopende valondergrond geeft de
plek een eenduidige uitstraling. Met een overzichtelijke
en toch intieme ruimte als resultaat.
Ruimte voor de auto kan op geschikte plekken plaatsmaken voor kinderen en spel.
Cars are taken off the street, and the traffic area is
turned into a playground. A green hedge demarcates
the adjacent cycle lane and walking route. The nearby
school ensures the heavy use of the spontaneously
formed square. This way, a bustling spot emerges,
where all kinds of users are in contact with each other.
Within the limited dimensions, differences in elevation offer variety and opportunities for playing. The
uniform surface provides this space with an unchanging
appearance, resulting in a transparent, but still intimate
space.
In suitable areas cars can make way for children and play.
123
MOTORISCH / MOTOR
>hoogteverschillen
>
om op te glijden,
klimmen en rennen /
height differences for sliding,
climbing and running
>ondersteboven
>
hangen /
hanging upside down
>springen
>
/ jumping
>voetballen
>
/ playing football
>zitten
>
en liggen en rollen /
sitting up, lying down and rolling
over
COGNITIEF / COGNITIVE
>herkenbare
>
grenzen door
eenduidige valondergrond /
recognizable boundaries created by
uniform surface
>een
>
straat kan ook alleen voor
fietsen en spelen zijn / a street can
also be just for cycling and playing
SOCIAAL / SOCIAL
>doorlopende
>
langzaam
verkeersroutes rondom biedt
veel passanten: toezicht en grote
diversiteit aan doelgroepen /
many passers-by because of slow
traffic routes all around; supervision
and a large diversity of target groups
MIROIR D’EAU
BORDEAUX, MICHEL CORAJOUD
125
VELE VORMEN VAN WATER /
WATER IN MANY FORMS
Een dun laagje water op dit hoogstedelijke plein zorgt
voor spiegeling van de lucht en prikkelt om eroverheen te lopen. In de zomer wordt er elke 15 minuten
mist gemaakt, waardoor de plek even volledig transformeert. Het nodigt niet alleen kinderen, maar ook
volwassenen uit om te spelen.
Water kan een ontwerpelement van de ruimte zijn in
alle vormen: vloeibaar, stromend, stilstaand, als mist
en als bron, als geluid en als spiegel.
The sky is reflected in a water film on this square in a
dense urban area. The water entices to walk over it.
During summer, a mist is formed every 15 minutes,
completely transforming this space for a moment.
Children and adults alike are invited to play around.
MOTORISCH / MOTOR
>rennen
>
/ running
COGNITIEF / COGNITIVE
>verkoeling
>
/ refreshment
>nat
> worden / getting wet
>transformatie
>
van een plek /
transformation of a place
>verstoppen
>
/ hiding
SOCIAAL / SOCIAL
>diversiteit
>
in doelgroepen /
diversity of target groups
>gezamelijk
>
blote voeten /
collective barefoot experience
In all its forms, water can be used as a spatial element
of design: liquid, streaming, still, in the form of a mist
or as a source, for its aural qualities and as a mirror.
„Water is a powerfull medium
that incourages many skills
and can be used in most of
the learning areas for young
children such as drama,
carpentry, sand, creative art,
music, manipulatives and math
and science. Additionally it
offers a soothing, therapeutic
activity. Childrens attention and
interest are held for a longer
periods of time than with any
other medium.”
Eliason & Jenkins: Practical
Guide to Early Childhood
Curriculum.
WESTERPARK
AMSTERDAM, GUSTAFSON PORTER + BOWMAN
EENS IN DE VIJFTIG JAAR /
ONCE EVERY FIFTY YEARS
Een echte stad heeft echt stedelijke plekken. Plekken
met royale afmetingen, voldoende ruimte, een eigen
identiteit – en goed verbonden met de omgeving.
Het Westerpark is daar een treffend voorbeeld van.
Dit grote stadspark biedt een hardlooproute van 5 km,
heeft verbindingen richting natuurgebieden en kent
een grote variatie aan plekken. Van een groot, ondiep
waterbekken en heuvels tot horeca en een kinderspeeltuin voor kleine kinderen. De robuustheid en diversiteit
aan functies maakt een breed gebruik in tijd mogelijk.
Een plek als het Westerpark biedt de stad letterlijk en
figuurlijk lucht voor de toekomst.
Grote plekken in de stad zijn waardevol.
A real city has real urban spaces. Places of generous
dimensions, with ample space, and its own identity –
and well connected with its environment. The Westerpark is a striking example of such a place. This large
city park offers a 5 kilometre long running route, is
linked to natural areas and has a wide variety of
spaces; ranging from a large, shallow basin, and hills,
to eateries, and a playground for girls and boys. The
robustness and the mixture of functions allow for widespread use in time. A place like Westerpark figuratively
and literally provides air to the future of the city.
127
MOTORISCH / MOTOR
>spelen
>
met water /
playing with water
>ruimte
>
om te rennen en te sporten /
space for running and playing sports
COGNITIEF / COGNITIVE
>lopen
>
in het gras en pootjebaden /
walking in the grass and paddling in
the water
>water
>
als scheidend of verbindend
element, afhankelijk van seizoen /
water as a separating or connecting
element, depending on the season
SOCIAAL / SOCIAL
>diverse
>
doelgroepen door schaal
van de plek / various target groups
because of the scale of the place
>ruimte
>
om te liggen en picknicken /
space to lie down and picnic
>WIFI
>
Large spaces are valuable.
„We began to see the value of
something called linked play.
The playground became an
environment and everything in
the playground was a part of
that environment.“
Daniel Jost: Changing Places.
Resurrecting the ‚AdventureStyle‘ Playground. Landscape
Architecture Magazine No.3,
March 2010.
MARKTPLEIN / MARKET SQUARE
NIEUWEGEIN, BUREAU B+B STEDENBOUW EN LANDSCHAPSARCHITECTUUR
129
SKATEN OP HET PLEIN /
SKATING ON THE SQUARE
Dit marktplein heeft scheve randen richting de verhoogde boombakken. Zo ontstaat een hoogteverschil
dat ideaal is voor jonge skaters. Maar ook voor hele
kleine kinderen, die deze hellingen als speelmogelijkheid gebruiken. Door te kiezen voor meerstammige
bomen, prikkelt het groen om te klimmen en geeft
het schaduw. Wanneer er geen markt is, kunnen
de waterfonteintjes in het vloeroppervlak aangezet
worden. Jong en oud beleven hier plezier aan.
Diversiteit van het gebruik en van bezoekers levert
plekken een meerwaarde op.
This market square has sloped edges, tilting towards
the raised tree beds. These create a height difference,
that’s ideal for young skaters. And for toddlers too,
who can use the slopes as an opportunity for playing.
By choosing trees that have multiple trunks, the foliage
encourages climbing and provides shadow. When it
isn’t a market day, the fountains on the floor of the
square can be turned on. A pleasure for young and
old alike.
Diversity in utility and visitors lend added value to spaces.
MOTORISCH / MOTOR
>skaten
>
voor beginners /
skating for beginners
>springen
>
van de bakken op de grond /
jumping from the tree tubs onto the
ground
>klimmen
>
in meerstammige bomen /
climbing in multi-stem trees
>glijden
>
van de bakken /
sliding off the tree tubs
>rennen
>
door het water /
running through the water
COGNITIEF / COGNITIVE
>waterspel
>
/ water play
>de
> vloer verandert in een
schuine wand /
the floor turns into a sloping wall
SOCIAAL / SOCIAL
>subculturen
>
krijgen een plek midden
in de stad / subcultures get their
own space in the city centre
>grote
>
diversiteit aan doelgroepen
door meervoudig gebruik van de
plek / large diversity of target
groups because of the changing use
of space
“Children's play has always
been an integral part of city
life [...]. The city of Venice has
essentially no playgrounds; the
city is a playground in itself.
Children crawl on monuments
and stairs, pay along the
canals and if they don’t have
a playmate nearby they can
always kick a soccer-ball on one
of the passing pedestrian.”
Jan Gehl: Cities for People.
NETZVILLA / NET VILLA
SCHWÄBISCH GMÜND, A24 LANDSCHAFT
135
ECHT HOOG / REALLY HIGH
Dit speelelement bestaat uit één grote netconstructie
met meerdere verdiepingen. Kinderen en volwassenen
kunnen helemaal tot de top klimmen. De glijbaan aan
het einde maakt van de plek een actief parcours. Maar
de plek is ook interessant als ontspannen hangplek.
Het speelelement is aan de randen niet begrensd met
een reling – en dat brengt spel en spanning met zich
mee. Tegelijk zijn de risico’s beperkt door de ondergrond van los zand en de overzichtelijkheid van de
plek.
De mogelijkheid om tot op grote hoogte te klimmen
biedt spanning en uitdaging.
This piece of playground equipment consists of a large
net with several ‘storeys’. Children and adults can go
all the way to the top. The slide at the end turns this
place into an activating circuit. However, this place is
also inviting as an easy-going hang-out. The equipment
is not confined by rails at the edges – allowing for play
and excitement. At the same time, the risks are limited
by applying sand to the surface, and because of the
transparency of the place.
MOTORISCH / MOTOR
>klimmen
>
/ climbing
>glijden
>
/ sliding
COGNITIEF / COGNITIVE
>op
> grote hoogte zijn /
being at high altitude
>boven
>
elkaar zijn /
being above or beneath one other
>smallere
>
en groter wordende ruimtes /
narrower and larger spaces
>risicovol
>
spelen /
learn how to play with risks
SOCIAAL / SOCIAL
>speelaanleiding
>
voor iedereen /
an opportunity for playing for
everyone
>hangplek
>
/ hangout
The possibility to go to great heights offers excitement
and challenges.
„Hoogte kan spel, perspectieven en zelfs verbindingen
doen veranderen omdat de
normale volgorde van zaken is
omgekeerd: kinderen kijken
neer op volwassenen en
volwassenen moeten naar
boven kijken voor de kinderen.
Hoge plaatsen kunnen ook
geschikte uitzichten zijn voor
kinderen om anderen te
bekijken zonder zich bespied
te voelen [...]. Ze worden ook
gebruikt als populaire, sociale
plaatesn voor kinderen om bij
elkaar te komen en te praten.“
Helen Tovey:
Laat ze buiten spelen.
AARDVARKEN IN HET BARTOKPARK / AARDVARK IN THE ‘BARTOKPARK’
ARNHEM, BURO HARRO + FLORENTIJN HOFMAN
137
ICONISCHE SCHAALSPRONGEN /
ICONIC INCREMENTS
De hoge iconische waarde en de schaalsprong van dit
spelelement, schept herkenning en identiteit. Niets is
voorspelbaar aan dit kunstobject. Je kunt je erachter
verstoppen, erop klimmen. Het biedt ook een podium.
Het humorvolle en tastbare ‘dier’ in combinatie met
een zand-ondergrond daagt kinderen uit hun grenzen
te ontdekken. De plaats functioneert als ontmoetingsplek en daarmee als motor in een transformatiegebied.
Iconische spelelementen kunnen een plek aantrekkingskracht en identiteit geven.
The iconic value and ‘jump in scale’ of this playground
equipment provide recognition and identity. Nothing is
predictable around this art object. You can hide behind
it, or climb on it. It can also act as a stage. The humorous and tactile ‘animal’, combined with the sandy surface, challenges children to explore their boundaries.
The spot functions as a meeting place, and therefore as
a motor behind transformation in this neighbourhood.
MOTORISCH / MOTOR
>onconventionele
>
vormen verhogen
concentratie / unconventional forms
increase concentration
>klimmen
>
/ climbing
>glijden
>
/ sliding
>risicovol
>
spelen /
learning how to play with risks
COGNITIEF / COGNITIVE
>verstoppen
>
/ hiding
>schaalsprong
>
door de maat van het
aardvarken / jump in scale due to
the size of the aardvark
>kunst
>
/ art
SOCIAAL / SOCIAL
>ontmoeting
>
/ a meeting
>podium
>
/ stage
Iconic playground equipment can provide attractiveness and identity to a place.
“Een voormalig braakliggend
terrein in het centrum van
Arnhem is getransformeerd
tot een iconisch park. Een
heidelandschap met in het
midden daarvan een reusachtig
Feestaardvarken, liggend op
zijn rug. Buro Harro en het
Departement van Tijdelijke
Ordening (D.T.O) namen het
initiatief om deze desolate
plek om te vormen tot een
stadspark. Toen kunstenaar
Florentijn Hofman namens
Burgers’ Zoo zich aansloot in
deze ontwikkeling ontstond de
vrolijkste en levendigste plek
van de stad.”
NRP Gulden Fenix 2015
KASTRUP ZEEBAD / KASTRUP SEA BATH
KOPENHAGEN, WHITE ARKITEKTER
139
PLEK OM TE ZWEMMEN / SPACE FOR SWIMMING
Deze zwemplek is toegankelijk vanaf de wal via een
open, cirkelvormige houtconstructie. De houten ondergrond en de verticale elementen zijn transparant. Zo
kan licht over het water schijnen en is er een goede
bescherming tegen de wind. Door de vormgeving en
de afstand naar de kade is de verblijfskwaliteit ook in
de winter hoog. Het water is voldoende diep. Voorzieningen als omkleedkamers, douches en kluisjes
nemen drempels weg om buiten te zwemmen.
Zwemplekken met goede faciliteiten en bescherming
tegen de wind zijn hoogwaardige verblijfsplekken.
This swimming site is accessible from the embankment
through an open, circular wooden construction. The
wooden surface and vertical elements are transparent.
These allow the light to reach the water and offers
protection against the wind. Because of the design and
the short distance to the quay, the quality of opportunities for leisure is also high in winter. The water is deep
enough. Facilities like dressing rooms, showers and
lockers remove the barriers to swim outdoors.
Spots for swimming that offer excellent facilities, and
protection against the wind, are high-quality leisure
sites.
MOTORISCH / MOTOR
>zwemmen
>
/ swimming
>van
>
de duikplank duiken / diving
>traplopen
>
/ climbing stairs
COGNITIEF / COGNITIVE
>je
> in twee ruimtes begeven: die van
het water en die van de constructie /
moving between two spaces: the
water and the construction
>de
> wind voelen / feeling the wind
>verkoeling
>
van het water voelen /
feeling the freshness of the water
>veel
>
verschillende plekken binnen
een omsloten ruimte /
a lot of different spaces in one
enclosed space
SOCIAAL / SOCIAL
>toezicht
>
houden op elkaar /
supervising each other
IJSBAAN MUSEUMPLEIN / ICE SKATING RINK MUSEUM SQUARE
AMSTERDAM, SVEN-INGVAR ANDERSSON
SEIZOENSGEBONDEN / SEASONAL
In de winter transformeert het waterbekken voor het
Rijksmuseum tot ijsbaan. Dat levert tijdelijk een andere
kijk op en een nieuw gebruik van de ruimte. De iconische locatie levert een bijzonder decor voor schaatsen,
sierlijk of beginnend. De schaatsers en hun publiek
dragen samen met de horeca bij aan een sfeervolle
sociale interactie, die grote aantrekkingskracht heeft
op toeristen en bewoners.
Seizoenswisselingen zijn goed te benutten als
aanleiding voor ontwerp.
In wintertime, the basin in front of the Rijksmuseum
transforms into a skating rink. This transformation
temporarily offers different views and new use of the
space. The iconic location provides an extraordinary
background to the graceful or novice skating activities.
The ice skaters and their onlookers, together with the
eateries, contribute to an intimate social interaction,
that attracts tourists and locals alike.
The change of seasons can be a starting point
for design.
141
MOTORISCH / MOTOR
>glijden,
>
duwen, trekken, pirrouettes
maken, botsen / sliding, pushing,
pulling, making a pirouette, colliding
COGNITIEF / COGNITIVE
>leren
>
vallen / learning how to fall
>gladde
>
ondergrond waarnemen /
becoming aware of slippery surface
>de
> afstand van een ander
waarnemen /
experiencing each others distance
>schaatsen
>
in de winter, zwemmen
in de zomer / skating in winter,
swimming in summer
SOCIAAL / SOCIAL
>sfeervolle,
>
feestelijke situatie /
atmospheric, festive situation
>elkaar
>
overeind-helpen na een
valpartij / helping each other to get
up after slipping
>contact
>
met onbekenden /
interaction with strangers
„Changes in the natural world
create new and exciting play
material such as snow and ice,
leaves and sticks, shadows and
reflections, pudles and mud.
Materials transform in seemingly
magical ways, such as when
water becomes ice, trapping
air bubbles inside [...]. Such
tranformations are significant in
childrens learning. They involve
an understanding of cause
and effect, of permanence or
reversibility.“
Helen Tovey: Playing Outdoors,
Spaces and Places, Risk and
Challange.
GLIJBAAN STATION OVERVECHT / SLIDE TRAIN STATION ‘OVERVECHT’
UTRECHT
143
MENGEN / MIXING
Op een plek die gewoonlijk in beslag wordt genomen
door forensen is een glijbaan naast de trap geplaatst.
De spelaanleiding lokt interactie uit tussen verschillende gebruikers. Het biedt humor op een plek die
anders uitsluitend functioneel gebruikt wordt. De
speelmogelijkheid is letterlijk in de dagelijkse routine
geplaatst. Zo ontstaat op het OV-station een onverwacht spel tussen gebruikers.
Speelmogelijkheden in de dagelijkse routes van mensen
voegen humor toe aan functionaliteit.
A slide is placed at a space that is usually occupied by
commuters. This opportunity for playing inspires interaction between different users. It elicits a touch of
humour at a place that is otherwise only used functionally. The play opportunity has literally been incorporated into the daily routine. This incorporation creates
playfulness between users at a public transport station
in an unexpected way.
Opportunities for playing in the daily routines of people
adds humour to functionality.
MOTORISCH / MOTOR
>glijden
>
/ sliding
>traplopen
>
/ climbing stairs
>omhoog
>
klimmen via de glijbaan /
climbing up the slide
COGNITIEF / COGNITIVE
>verschil
>
in snelheid / different speeds
>verschillende
>
manieren van afdalen /
different ways of ascending
>speelaanleiding
>
in de dagelijkse
route / an opportunity for playing in
the daily routine
SOCIAAL / SOCIAL
>wedstrijdje
>
doen / competition
>kijken
>
/ observing
TIMMERDORP JEUGDLAND MAAKLAND /
CONSTRUCTION PLAYGROUND ‘JEUGDLAND MAAKLAND’
AMSTERDAM
145
EIGEN CREATIES / OWN CREATIONS
Bij Jeugdland is een timmerdorp. Een terugkerend
evenement dat op vrijwel elke plek gemaakt kan
worden: tijdens vakanties of in vaste vorm. Met inzet van
een stapel pallets, spijkers en hamers leren kinderen
(met of zonder begeleiding) hier bouwen en samenwerken. Ze ervaren er hoe bijzonder het is om zelf iets
te maken. Het succes van deze plekken staat of valt
bij de steun van vrijwilligers en de continuïteit van het
programma. Het elke week aanbieden van een activiteit
op een vast tijdstip – ook in weer en wind – stimuleert
het ‘vinden’ van de plek. Op die manier kan de plaats
een permanente meerwaarde in de stad krijgen.
Plekken waar kinderen kunnen bouwen en slopen, zijn
plekken waar ze samenwerken.
Nearby Jeugdland, there’s a ‘construction playground’.
A recurrent event that can be set up at almost every
thinkable site; during holidays or as a permanent
attraction. By using stacked pallets, nails and hammers,
children (with or without parental supervision) learn
about building and about cooperating. They experience firsthand how special it is to create something
yourself. The success of sites like these depends on the
support of volunteers and the continuity of the programme. Offering an activity at the same time each
week, in all weather conditions, increases the likelihood
of the spot being ‘found’. In this way, the place can
offer a permanent form of added value to the city.
MOTORISCH / MOTOR
>sjouwen,
>
timmeren, zagen /
lugging, carpentry, sawing
>bouwen
>
en slopen /
building and demolishing
COGNITIEF / COGNITIVE
>eigen
>
ideeën werkelijkheid zien
worden /
seeing your ideas come to fruition
>ruimtes
>
maken / creating space
>leren
>
van begeleiders en elkaar /
learning from supervisors and each
other
>verantwoordelijkheid
>
nemen /
taking responsibility
>grenzen
>
leren kennen /
discovering boundaries
SOCIAAL / SOCIAL
>leren
>
samenwerken /
learning how to coorporate
Sites, where children can build and demolish, are sites
where children cooperate.
„Adventure playgrounds are
places where children of all ages
can develop their own ideas
of play [...] to experiment with
earth, fire, water and timber, to
work with real tools without fear
of undue criticism or censure.
In these playgrounds their love
of freedom to take calculated
risks is recognized and can be
enjoyed under tolerant and
sympathetic guidance.“
M. Allen: Planning for play.
WOESTE WESTEN
AMSTERDAM
147
ONGEZIEN SPELEN / PLAYING OUT OF SIGHT
Het Woeste Westen is een grote natuurspeelplaats in
Amsterdam. Voor kinderen oneindig groot, doordat
het terrein niet volledig is te overzien. Kinderen zonder
zwemdiploma kunnen het park onder toezicht exploreren, kinderen met diploma kunnen zelf op struintocht.
Ze kunnen er bijvoorbeeld vlotten en bruggen bouwen
om de sloot over te steken. Dit ongeziene spelen heeft
grote waarde voor de ontwikkeling van het kind. Ook
voor ouders is dit een fijne plek, waar koffie is en waar
lekker gezeten en gekletst kan worden.
Wanneer ouders het naar hun zin hebben en kunnen
vertrouwen op de veiligheid van de plek, kunnen
kinderen ongezien spelen.
Woeste Westen is a large natural playground in Amsterdam. Infinitely large for children, because they don’t
have a full view of the area. Children who haven’t
acquired a swimming certificate yet can explore the
park under supervision; children who do have a certificate can wander the terrain on their own. That allows
them, for instance, to build rafts or bridges to cross
the ditches. Unsupervised play contributes significantly
to the development of the child. The playground is
attractive for the parents as well, because they can have
a cup of coffee or a conversation, and just sit around
and relax.
MOTORISCH / MOTOR
>timmeren,
>
bouwen, knopen /
carpentry, building, knotting
>varen,
>
spetteren / rafting, splashing
COGNITIEF / COGNITIVE
>vies
>
worden / getting dirty
>drijfvermogen
>
en zwaartekracht
waarnemen /
experiencing buoyancy and gravity
>eigen
>
ideeën werkelijkheid zien
worden /
seeing your ideas come to fruition
>inventiviteit
>
ontwikkelen /
developing inventivity
>oriëntatievermogen
>
ontwikkelen /
developing your orientation
SOCIAAL / SOCIAL
>leren
>
samenwerken / cooperating
>verantwoordelijkheid
>
nemen /
taking responsibility
>grenzen
>
leren kennen /
discovering boundaries
When parents are having a good time and can trust the
safety of a site, children can play unsupervised.
“Thoughtful parents take great
interest in trying to discover
what the child’s needs are,
in distinction to their own.
For example, a child’s need
for an environment where
he can indulge his love of
sand, water, and the resulting
muddy mixture conflicts with
his mother’s desire to keep his
clothes clean and his mouth free
of tasty mud. A wise mother can
set realistic priorities and relax
her own demands somewhat for
the sake of her child.”
R. Dattner: Design for Play.
EISBACH / ‘EISBACH’ RIVER
MÜNCHEN
149
SPORT ALS SPEKTAKEL / SPORTS AS A SPECTACLE
In hartje München kan in de rivier de Eisbach gesurft
worden. Daarvoor is een permanente golf gemaakt in
een publiek park. Het water is koud en de golf is alleen
geschikt voor ervaren surfers. Op de kleinere golf
ernaast kunnen ook de beginnende surfers aan de slag.
Dat maakt deze plek populair. De ligging en het zicht
op de op de sportieve kunsten biedt inspiratie en spektakel, zowel aan de surfers als aan toevallige voorbijgangers van alle leeftijden en niveaus.
(Top)sport zichtbaar maken in de stad helpt om elkaar
te stimuleren en te inspireren.
In the bustling centre of München, it’s possible to surf
in the Eisbach river. For this purpose, a constant wave
has been created in a public park. The water is cold,
and only experienced surfers can master the wave.
Novices can practice on the smaller wave next to the
bigger one, which has made this a favourite place.
The location and the views of the sportive arts offer
inspiration and spectacle to surfers and passers-by of
all ages and backgrounds.
Making (professional) sports visible in the city helps to
stimulate and inspire one another.
MOTORISCH / MOTOR
>surfen
>
op verschillende niveaus /
surfing on different levels
>balanceren,
>
duwen, zwemmen,
klimmen / balancing, pushing,
swimming, climbing
COGNITIEF / COGNITIVE
>leren
>
door te kijken naar
professionals en elkaar /
learning by looking at professionals
and each other
SOCIAAL / SOCIAL
>kunsten
>
kunnen laten zien /
ability to perform
>spektakel
>
gezamelijk aanschouwen /
watching the spectacle together
FAST TRACK
RUSSIA, SALTO ARCHITECTS
RUIMTE CLAIMEN / CLAIMING SPACE
Deze lange trampoline is een kunstwerk vol humor. Wat
in eerste instantie een pad lijkt, blijkt na het betreden
één groot spel van beweging en zwaartekracht. De
schaal en de wijze van inpassen van het speelelement
getuigt van lef. Als route past het ook goed binnen de
bebouwde omgeving. De route daagt kinderen en
volwassen uit letterlijk even uit de dagelijkse routine te
springen. Een enorme meerwaarde, die wel intensief
beheer vraagt.
Creatief benutten van ruimte voor spel, maakt verrassende plekken en routes.
This elongated trampoline actually represents a work
of art full of humour. What at first glance seems to
be a path, becomes a giant game of movement and
gravity after stepping on it. The scale and manner
of incorporating this piece of equipment is a feat of
considerable courage. It also sits well as a route within
the built-up area. This route challenges children and
adults to break out of their daily routines. This solution
presents massive added value, though it does require
concerted management.
155
MOTORISCH / MOTOR
>springen
>
/ jumping
>rennen
>
/ running
>salto’s
>
maken / making summersaults
COGNITIEF / COGNITIVE
>op
> verschillende ooghoogtes zijn /
being at different eye levels
>bijzondere
>
beweging waarnemen
door het continu springen /
experiencing the special movement
of going up and down
SOCIAAL / SOCIAL
>een
>
plek met humor nodigt uit tot
gezamenlijk gebruik /
places that make you laugh invite to
use themtogether
Creative use of opportunities for playing produces
surprising spaces and routes.
“To create intelligent
infrastructure that is emotional
and corresponds to the local
context, giving the user
a different experience of
moving and perceiving the
environment.”
Artist-statement ‘Fast-Track’ by
Maarja Kask, Karli Luik, and
Ralf Lõoke
ZALIGEBRUG
NIJMEGEN, NEXT ARCHITECTS
157
KLIMAAT ERVAREN / EXPERIENCING THE CLIMATE
Deze stepping stones zijn onderdeel van een pad in
de uiterwaarden. Door de stenen op een uitdagende
onderlinge afstand te plaatsen, kun je het water van
de rivier beleven. Kinderen en volwassenen ervaren de
omgeving en de uitdaging van het pad telkens anders
dankzij de fluctuaties in het waterniveau. Deze veranderingen zorgen voor een blijvende aantrekkingskracht
van het pad. Door ze zelf zo dichtbij te ervaren, worden
veranderingen in het klimaat zichtbaar en voelbaar.
Waar natuurlijk water paden transformeert, ontstaan
spannende en avontuurlijke routes.
These stepping stones are part of a footpath in the floodplains. By placing the stones at challenging intervals,
you can experience the water that flows through the
river. Children and adults undergo the environment and
the challenges the footpath pose each time differently,
because of the fluctuations in the water level. These
changes provide a perpetual attraction. By experiencing the changes first hand, climate change becomes
visible and tangible.
Where natural water transforms current footpaths,
exciting and adventurous trails spring up.
MOTORISCH / MOTOR
>grote
>
stappen maken /
making strides
>evenwicht
>
leren bewaren /
learning how to keep your balance
COGNITIEF / COGNITIVE
>verschillende
>
waterstanden ervaren /
experiencing different water levels
>water
>
zien spiegelen /
seeing reflections in the water
SOCIAAL / SOCIAL
>op
> elkaar leren wachten /
learn to wait for each other
>elkaar
>
passeren levert spanning
op / passing each other creates
excitement
VARKENSBAAI SLOTERPLAS / URBAN BEACH ‘VARKENSBAAI SLOTERPLAS’
AMSTERDAM
159
ZAND TUSSEN JE TENEN /
SAND BETWEEN YOUR TOES
Deze plek is door het vele zand en de nabijheid van
water voor jong en oud aantrekkelijk. Voor ouders met
jonge kinderen is het een veilige overzichtelijke plek.
Voor oudere kinderen is er voldoende ruimte om er
als groep te verblijven. In het zand en in het water kun
je ook samen spelen met een bal of frisbee. Sanitaire
voorzieningen zijn essentieel voor een langer verblijf.
Stadsstranden dragen enorm bij aan het vakantiegevoel in eigen stad. Dat maakt ze van grote waarde
als ontmoetingsplek voor een brede doelgroep.
(Tijdelijke) stadsstranden creëren het gevoel van
vakantie in eigen stad.
The vast amounts of sand and the proximity of water
attract the young and the grown-ups alike. For parents
of young children, it is a safe spot, that’s easy to supervise. Also, it offers older children enough space to spend
time in groups. The sand and the water encourages
playing together, using a ball or a frisbee. Toilet facilities are essential in enabling more extended stays.
Urban beaches contribute considerably to the feeling
of going on holiday to your city. That gives them an
excellent value as meeting points for a broad target
group.
MOTORISCH / MOTOR
>zwemmen
>
/ swimming
>rennen
>
/ running
>kastelen
>
bouwen / building castles
>elkaar
>
ingraven /
covering each other in sand
COGNITIEF / COGNITIVE
>temperatuur
>
waarnemen (water en
zand) / observing the temperature
(water and sand)
>ingegraven
>
zijn /
being covered in sand
SOCIAAL / SOCIAL
>alle
>
leeftijden en culturen door
elkaar / all ages and cultures mixed
(Temporary) urban beaches create the feeling of going
on holiday to your city.
„More interesting are things
with movement that is
unpredictable or related more
closely to the actions of the
person in or on it. [...]. This
motion is at once complex
and personal, and teaches the
children the valueable lesson
that their every action affects
every other person – a lesson
many of us have yet to learn.“
R. Dattner: Design for Play.
PINSCREEN INSTALLATION
MONTPELLIER, BYME
161
VERVORMEN MET EIGEN KRACHT /
TRANSFORM ON YOUR OWN
Kinderen kunnen deze wand met hun eigen kracht transformeren en aanpassen. Door de mogelijkheid van
vervorming creëren ze iets unieks. Tegelijk gaan ze een
interactie aan met mensen achter de wand. Bij gebruik
van deze speel- en ontmoetingsplek krijgen kinderen
inzicht in ruimtelijke verhoudingen en in hun eigen
ruimte en schaal.
Elementen die vervormbaar zijn, hebben een hoge
aantrekkingskracht.
Children can use their strength to transform and adapt
this wall to their liking. By offering the possibility to
distort, they can create something unique. At the same
time, they interact with the people behind the wall.
Thanks to this playground and meeting point-in-one,
children develop an understanding of the spatial distribution and their own space and scale.
MOTORISCH / MOTOR
>duwen
>
/ pushing
>trekken
>
/ pulling
COGNITIEF / COGNITIVE
>eigen
>
schaal waarnemen /
observing your own scale
>aanraking
>
van natuurlijke materialen
(hout) / experiencing the touch of
natural materials (wood)
SOCIAAL / SOCIAL
>interactie
>
met mensen die je niet ziet
(aan de achterkant) /
interaction with people you don’t
see (at the back)
Elements that can be distorted present a high degree
of attraction.
„The pleasure of being the
cause of an event is an
expression of the child‘s
satisfaction with himself and
his ability to control himself
and his environment to some
extent.“
R. Dattner: Design for Play.
MOTORIKPARK / MOTOR PARK
WIEN
163
APEKOOIEN / FEET OFF THE GROUND
Dit park is vormgegeven als één lang parcours dat
jong en oud uitdaagt. Je kunt er klimmen en klauteren,
spelen met je evenwicht en elkaar je fysieke krachten
tonen. Door de diversiteit in uitdagingsniveaus en de
kans om met elkaar in competitie te gaan, is de plek
aantrekkelijk voor meerdere gebruikers en groepen.
Jong en oud vindt uitdaging in parcoursen.
This park is designed as one long course. It challenges
young and old to climb and scramble, playing with their
balance and showing their strength. The diversity in
challenge levels and the opportunity to compete with
one another, make this an attractive site for numerous
users and groups.
Courses challenge young and old.
MOTORISCH / MOTOR
>evenwicht
>
leren bewaren /
learning how to keep your balance
>hangen
>
en optrekken /
hanging and doing pull ups
>grote
>
stappen maken /
making strides
COGNITIEF / COGNITIVE
>evenwicht
>
/ balancing
>afstanden
>
inschatten /
estimating distances
SOCIAAL / SOCIAL
>op
> elkaar leren wachten /
learning to wait for each other
CONTAINERBAD / CONTAINER POOL
AMSTERDAM, DAAN’S HANDIGE JONGENS WINKEL
165
POP-UP MEUBILAIR / POP-UP FURNITURE
Een oude container is hier getransformeerd tot een
publiek bad. Een vuur verwarmt het water. Door gebruik
van dit soort kleine maar verrassende mobiele elementen, transformeert een plek tijdelijk volledig tot ontmoetings- en speelplek. Dit geeft een buurt of wijk extra
aantrekkingskracht en levendigheid. En dat kan bijvoorbeeld een transformatieproces in de stad ondersteunen.
Reizende verrassingselementen veranderen tijdelijk de
beleving en de speelmogelijkheden van een plek.
Here, an old container has been transformed into a
public pool. A fire heats the water. By using these kinds
of small, but surprising mobile elements, a site can be
wholly transformed temporarily into a meeting point
or a playground. This temporary situation lends added
attractiveness and vitality to a neighbourhood or
district, supporting, for instance, a process of transformation in the city.
Travelling elements of surprise temporarily change the
experience and opportunities for playing.
MOTORISCH / MOTOR
>spartelen
>
/ splashing in the water
>springen
>
/ jumping
>badderen
>
/ bathing
COGNITIEF / COGNITIVE
>temperatuur
>
waarnemen /
observing the temperature
>oorzaak
>
- gevolg waarnemen (vuur
verwarmt het water) /
experiencing cause and effect (fire
heating the water)
>bewustwording
>
van
transformatiemogelijkheden /
awareness of transformation
possibilities
SOCIAAL / SOCIAL
>een
>
plek transformeren /
transforming a place
>samenkomen
>
door een tijdelijk,
aantrekkelijk element /
coming together because of an
attractive temporary element
„In play, the behaviour of
the society is reproduced in
miniature form.“
R. Dattner: Design for Play.
NET HASSELT
HASSELT, NUMEN
167
RUIMTE BOVEN DE STRAAT /
SPACE ABOVE THE STREET
Dit dichte net, gespannen over een steeg, biedt een
verticale spelaanleiding en een effectieve en uitdagende plek voor spel. Hoogtes scheppen blijdschap en
roepen gevoelens op van kracht, opwinding, uitdaging
en controle in het publieke domein. Het is ook een
populaire sociale plaats, om bij elkaar te komen en te
praten.
De ruimte boven straten en stegen kan als plek voor
spel en ontmoeting dienen.
This tight net strung over an alley offers a vertical
opportunity for playing, as well as a compelling and
challenging playground. The different heights stir up
feelings of joy, and power, excitement, challenge and
being in control, in the public space. It’s a favourite
social hang-out too, to gather and chat with each other.
MOTORISCH / MOTOR
>klimmen
>
/ climbing
>glijden
>
/ sliding
>hangen
>
/ hanging
>optrekken
>
/ pulling up
COGNITIEF / COGNITIVE
>verandering
>
van perspectief /
a change of perspective
>spelen
>
kan overal /
playing is possible everywhere
>begrip
>
van hoogte en zwaartekracht /
understanding of heights and gravity
SOCIAAL / SOCIAL
>ontmoeten
>
/ meeting
>observeren
>
/ observing
The space above the streets and alleys can serve as a
place for play and meeting each other.
„Te vaak zijn speelgebieden
letterlijk en figuurlijk ‘plat’, met
een horizon die zelden boven
een meter komt. Hoogte kan
spel, perspectieven en zelfs
verbindingen doen veranderen
omdat de normale volgorde van
zaken is omgekeerd.”
Helen Tovey: Laat ze buiten
spelen.
21 SWINGS
MONTREAL, DAILY TOUS LES JOURS
169
WACHTTIJD ALS SPEELTIJD / THE WAITING GAME
Deze schommels bij de bushalte nodigen mensen uit
om tijdens het wachten te bewegen. De schaal (maar
liefst 21 stuks), het geluid en de sociale interactie die
het zwaaien met zich meebrengt, veranderen een saaie
wachtplek in een plek waar het fijn spelen en verblijven
is. Dat maakt het openbaar vervoer aantrekkelijker en
de wachttijd gevoelsmatig korter.
Met spelmogelijkheden bij wachtplekken zoals stations
en bus- en tramhaltes kan wachttijd tot speeltijd
worden.
MOTORISCH / MOTOR
>schommelen
>
/ swinging
>luieren
>
/ idling
COGNITIEF / COGNITIVE
>beweging
>
activeert muziek /
movement activates music
SOCIAAL / SOCIAL
>interactie
>
met andere gebruikers /
interaction with other users
>wachttijd
>
wordt speeltijd /
waiting time becomes playing time
These swings next to a bus stop sway people to get
moving while they wait. The scale of the place (with
21 swings in total!), the sounds and the social interaction during swinging, transform a boring place where
people wait into an attractive spot for play and leisure.
The transformation adds to the popularity of public
transport and gives the feeling of shortening the
waiting time.
Opportunities for playing at places where people have
to wait like bus and tram stops can help change waiting
time into playing time.
„The play of children is
endlessly fascinating, and brings
to many of us memories of our
own childhood. Old persons,
particulary, enjoy watching
children play, and this should be
taken into account in selecting
the location of a new play
facility.“
R. Dattner: Design for Play.
AUTOVRIJE ZONDAG / CAR-FREE SUNDAY
AMSTERDAM
175
EVEN GEEN AUTO / CAR-FREE MEANS CAREFREE
Een evenement als een autovrije zondag transformeert
een drukke stad voor een paar uur tot speeltuin. Hoe
fijn is het om dan oneindig te rolschaatsen, wandelen of
hard te lopen?! Naast extra spel- en bewegingsruimte
schept het ook bewustzijn en biedt het een verandering
van waarneming van de stad. Zo zijn – bijvoorbeeld in
een vakantieperiode – plekken ‘beleefbaar’ die normaal
voor voetgangers ontoegankelijk zijn.
Autovrije momenten verlenen de stad tijdelijk extra
speel- en bewegingsruimte.
An event like a Car-free Sunday transforms a busy city
into a playground for a few hours. How nice would it
be to rollerskate, stroll or run carefree? Apart from the
additional spaces to play and exercise, it also creates
awareness and offers an opportunity to experience the
city differently. In this way, sites can be ‘experienced’ –
for instance during holidays – in a way that’s otherwise
prohibited for pedestrians.
MOTORISCH / MOTOR
>wandelen
>
/ walking
>hardlopen
>
/ running
>rolschaatsen
>
/ roller skating
>fietsen
>
/ riding a bike
COGNITIEF / COGNITIVE
>verandering
>
ruimtelijke waarneming
van de stad / change of the spatial
perception of the city
>inzien
>
van belang van ruimte voor
voetganger en fietser /
understanding the importance of
space for pedestrians and cyclists
SOCIAAL / SOCIAL
>evenement,
>
brengt verschillende
doelgroepen bijeen /
an event that brings together
different target groups
Car-free moments temporarily provide the city with
additional spaces to play and exercise.
“We said those days are our
days! We take the street back
into our hands. [...] The police
took us and said: ‘You were a
bit irresponsible doing this as
young parents!’ and of course
they were right! But it was at
the same time fun and nothing
happened.”
BBC Radio Interview with
Maartje van Putten,
BicycleDutch
LEVEL UP STREET PAVILLION
RIJEKA, B. MAHON + J. PARVIAINEN + S. TULSHAN + S. SETT + V. BOROVIC
177
MOOIE HANGPLEKKEN / NICE HANGOUTS
Een blinde gevel is met een relatief eenvoudige constructie omgevormd tot een verticale ontmoetingsplek
midden in de stad. De verschillende hoogtes bieden
een diversiteit aan plekken en perspectieven. Je kan er
samenkomen, ontspannen en het stadsgedruis observeren. Door het benutten van de verticale ruimte en de
transparantie van de constructie neemt de relaxplek
beperkt ruimte in en biedt het voldoende toezicht.
Extra uitdagend dankzij een alternatieve route naar
het dakterras.
Door toevoeging van eenvoudige bouwwerken veranderen ongebruikte gevels in ontmoetingsplekken.
A blind facade has been transformed into a vertical
haunt in the dead centre of town, using a relatively
simple construction. The different heights offer a
variety of spaces and perspectives. That makes it the
place to gather together, relax and observe the traffic
and the bustle of the city. By using the vertical space
and the transparency of the construction, this hang-out
occupies only a limited amount of space and is easy to
supervise. The alternative route to the terraced roof
adds to the challenge.
By adding simple constructions, unused facades are
turned into meeting points.
MOTORISCH / MOTOR
>hangen
>
/ hanging
>klimmen
>
langs de constructie /
climbing alongside the construction
>schommelen
>
/ rocking
>traplopen
>
/ climbing stairs
COGNITIEF / COGNITIVE
>bijzondere
>
toegang tot dak /
special entrance to the roof
>boven
>
elkaar zijn /
being above eachother
SOCIAAL / SOCIAL
>ontmoetingen
>
/ encounters
>kletsen
>
/ chatting
>eigen
>
plek in het stadsgeruis /
exclusive spot within the hectic city
AMSTERDECKS
AMSTERDAM, RADEMACHER DE VRIES ARCHITECTEN
179
TOEGANKELIJK WATER / ACCESSIBLE WATER
Dit reizende project maakt het water in de stad toegankelijk door lage steigers. De waterkwaliteit in Amsterdam gaat vooruit. Dat biedt de kans het Amsterdamse
water meer als onderdeel van de verblijfsruimte te
benutten en beleven. Van pootje baden tot op de kano
stappen: toegankelijkheid van water vergroot de speelmogelijkheden in de stad enorm.
Door het schone water in de stad toegankelijk te maken,
kan er meer in en rondom gespeeld worden.
This travelling project provides access to water in the
city employing low jetties. The quality of the water in
Amsterdam is improving. That opens up opportunities
to use and experience the water in the city as a leisure
space. From paddling to canoeing: the accessibility
of water improves the opportunities for playing considerably.
By providing access to the fresh water in the city, it
offers spaces to play in and around.
MOTORISCH / MOTOR
>zwemmen
>
/ swimming
>springen
>
/ jumping
>klauteren
>
/ scrambling
COGNITIEF / COGNITIVE
>waterkwaliteit
>
inzien /
becoming aware of water quality
SOCIAAL / SOCIAL
>bijeenkomen
>
op terras /
meeting on the terrace
>samen
>
zwemmen /
swimming together
MARIOTTEPLEIN / ‘MARIOTTE SQUARE’
AMSTERDAM
181
ELKE WEEK EEN ANDER PLEIN /
A DIFFERENT SQUARE EACH WEEK
Deze speelplek is aantrekkelijk door een sterke programmering, gerund door een groep enthousiaste vrijwilligers. Periodieke activiteiten transformeren het plein
en bieden steeds een andere speeltuin. Hier is dat
bijvoorbeeld een kartonnen-dozen-kasteel. Wisselende
groepen bewoners organiseren tegen lage kosten
evenementen. Op die manier kan de speelruimte tijdelijk – en het buurtcontact langdurig – verrijkt worden.
Leegte op pleinen biedt mogelijkheden voor tijdelijke
en lokale programmering.
This playground is attractive, due to an active programme,
run by a team of passionate volunteers. Regular activities
transform the square and offer a different playground
each time. Like a castle, made out of cardboard boxes,
for example. Different groups of residents organise
events at low costs. These have a temporary effect on
the play area – and a lasting one on the interaction in
the neighbourhood.
MOTORISCH / MOTOR
>bouwen
>
met kartonnen dozen /
building with cardboard boxes
>klimmen
>
/ climbing
>verstoppen
>
/ hiding
>rennen
>
/ running
COGNITIEF / COGNITIVE
>zelf
>
iets bouwen /
building by yourself
>telkens
>
veranderende ruimte /
everchanging space
SOCIAAL / SOCIAL
>sterke
>
vrijwilligersgroep zorgt voor
sociale cohesie in de buurt /
an engaged group of volunteers
creates social cohesion within the
neighbourhood
The free space of squares offer possibilities for temporary and local programming.
„De continue verandering van
de ‘Scene’ draagt zichtbaar bij
aan de tevredenheid, en de
levendige atmosfeer. Kinderen
hebben een omgeving nodig
die hun ontwikkeling en groei
kan bijbenen.“
A. Bengtsson:
Adventure Playgrounds.
POKEMON GO
183
BUITENSPELEN BEGINT SOMS MET SCHERMTIJD /
OUTDOOR PLAY SOMETIMES STARTS WITH SCREEN TIME
Pokemon Go is waarschijnlijk het meest bekende digitale
spel dat de digitale en de fysieke leefomgeving aan
elkaar koppelt. Het zet kinderen en volwassen letterlijk
in beweging en laat ze de stad ervaren op een andere
manier. Ook andere digitale hulpmiddelen, zoals sportof puzzel-apps, kunnen de fysieke omgeving verrijken
met informatie, spelaanleidingen en interactie.
IOT (internet of things) kan bijdragen aan het (tijdelijk)
activeren van speelplekken.
Pokemon Go possibly is the most popular game that
connects the digital to the physical world. It literally
moves people and enables them to experience the
city differently. Other digital aids, too, like sports or
puzzle apps, can enrich the physical environment with
information, opportunities for playing and interaction.
MOTORISCH / MOTOR
>wandelen
>
/ going for a walk
>rennen
>
/ running
COGNITIEF / COGNITIVE
>probleemoplossend
>
vermogen /
problem solving skills
>ruimtelijk
>
inzicht / spatial insight
>fantasie
>
/ fantasy
>eigen
>
plek maken /
creating your own place
SOCIAAL / SOCIAL
>samenwerken
>
/ collaborating
>onderhandelen
>
/ bargaining
IOT (internet of things) can contribute to the
(temporary) activation of play areas.
„In een digitale wereld wanen
kinderen zich onbespied.
Geen wonder dat games en
tablets zo popuair zijn.”
Froukje Hajer.
Werk maken van spelen.
Oproep voor speelbeleid.
VUURPLAATS DE NATURELUUR / FIRE PIT ‘DE NATURELUUR’
AMSTERDAM
LEREN OMGAAN MET RISICO’S /
LEARN HOW TO DEAL WITH RISKS
In deze natuurspeeltuin kunnen kinderen onder toezicht
leren omgaan met vuur. Bijvoorbeeld om hun eigen
maaltje te bereiden. In andere steden (bijvoorbeeld
Zürich) is deze speelaanleiding veel gangbaarder. Daar
zijn op veel stedelijke pleintjes vuurmogelijkheden
gecreëerd, waardoor ze in alle seizoenen en ook tijdens
de avonden levendige ontmoetingsplekken vormen.
Zo leren kinderen gecontroleerd en veilig risico’s in te
schatten en ermee om te gaan.
De aantrekkingskracht van vuur kan spel en ontmoeting
tot stand brengen.
This natural playground helps children how to play with
fire supervised. To cook their meal, for instance. In
other cities (like Zürich), this opportunity for playing
is much more common. Many squares in the city have
room to light a fire, turning these spots into lively
meeting points during all seasons and at night. It
provides children with a possibility to assess risks and
deal with them safely and under supervision.
185
MOTORISCH / MOTOR
>vuur
>
maken: hout sjouwen, stapelen /
making fire: collecting and stacking
wood
>fijne
>
motoriek door brood aan een
stok boven het vuur te houden /
improving fine motor skills by
holding a bread on a stick above the
flames
COGNITIEF / COGNITIVE
>leren
>
omgaan met risico’s /
learning how to deal with risk
>leren
>
zelf eten klaar te maken /
learning to prepare food by yourself
SOCIAAL / SOCIAL
>vuur
>
als magneet, brengt mensen
bijeen / fire as a magnet, bringing
people together
The attraction of fire can facilitate play and meeting
each other.
“The world of nature is not a
‘scene’ or even a landscape.
Nature for the child is sheer
sensory experience.”
E. Cobb: The Ecology of the
Imagination in Childhood.
BAKSTEEN GEVEL ALS KLIMMUUR UNIVERSAL STUDIOS ORLANDO /
BRICKWALL FACADE AS CLIMBING WALL UNIVERSAL STUDIOS ORLANDO
ORLANDO
187
DE PLINT ALS PUBLIEKE RUIMTE /
THE PLINTH AS A PUBLIC SPACE
Een stad heeft veel verticaal oppervlak in muren. Door
deze oppervlakken op strategische routes en plekken
te benutten als klimobject, worden looproutes verrijkt
met speelmogelijkheden. Dat maakt ze voor kinderen
aantrekkelijker en afwisselender. Opnemen van klimelementen in de eerste 1,5 meter van de plint maakt
het inpassen ervan subtiel en veilig.
Plinten van gebouwen kunnen door toevoeging van
hoogteverschillen en richels speelmogelijkheden
bieden.
A lot of a city’s surface consists of vertical space in the
form of walls. By using these surfaces on strategic
routes as objects to climb on, walking routes are substantially enriched with opportunities for playing. In this
way, routes are more diverse and attractive to children.
Including elements for climbing in the first 1.5 metres of
the base ensures that fitting them into vertical surfaces
can be done subtly and safely.
MOTORISCH / MOTOR
>klimmen
>
/ climbing
>springen
>
/ jumping
>balanceren
>
/ balancing
>aan
>
eigen gewicht optrekken /
lifting your own weight
COGNITIEF / COGNITIVE
>waarneming
>
van muren en gevels
als spelelement / perception of walls
and facades as a play element
>free
>
running
SOCIAAL / SOCIAL
>klimmen
>
vraagt om samenwerking /
climbing elicits collaboration
>interactie
>
tussen voorbijgangers en
klimmers / interaction with passersby and climbers
The bases of buildings can provide opportunities for
playing by adding height differences and ridge.
„As any child knows, but adults
seldom remember, almost any
building creates opportunities
for play. There are steps to jump
from, walls to hit balls against,
railings to slide down, fire
escapes to swing from or use
for basketball games [...], and
ledges to climb along.“
R. Dattner: Design for play.
KLIMBOOM / CLIMBING TREE
AMSTERDAM
BOMEN ALS KLIMOBJECT /
TREES AS OBJECTS FOR CLIMBING
Klimbomen zijn natuurlijke speelmogelijkheden voor
kinderen die ook goed passen in een verder stedelijke omgeving. Ze bieden meerwaarde als vegetatie,
schaduw en verkoeling, maar ook als klim- en verstopplek. Een klimboom is vaak een meerstammige boom,
die laag vertakt, bij aanplant voldoende omvang heeft,
en die niet te steil groeit.
Klimbomen kunnen op veel plekken een waardevolle
speelmogelijkheid zijn.
Trees to climb in, provide natural opportunities for playing,
and are easy to fit into a predominantly urban environment. They offer added value in the form of vegetation,
shade and cooling, but also present possibilities to
climb or to play hide and seek. The trees used, often
have multiple trunks, low branches, sufficient volume
during planting, and doesn’t grow too steep.
189
MOTORISCH / MOTOR
>klimmen
>
- de natuurlijke vorm vraagt
om afwisseling in motoriek /
climbing - the natural shapes
stimulate motor skills
>springen
>
/ jumping
>balanceren
>
/ balancing
>rennen
>
/ running
>verstoppen
>
/ hiding
COGNITIEF / COGNITIVE
>verandering
>
in hoogte-perspectief /
change in hight-perspective
>op
> elkaar letten /
taking care of eachother
SOCIAAL / SOCIAL
>natuurspel
>
zorgt dat kinderen beter
samenwerken /
natural play enhances collaboration
amongst children
Trees to climb in offer substantial opportunities for
playing at many sites.
„I am fascinated by how original
their world is, how free of all
convention, and by how their
words pour out of them; it
would be inexcusable to force
them to concentrate or to
restrict their behavior at all.“
Riccardo Dalisi:
Architetettura d‘animazione.
Cultura di proletariato e lavoro
di quartiere a napoli.
TIJDELIJKE ATLETIEKBAAN MARINETERREIN /
TEMPORARY ATHLETICS TRACK ‘MARINETERREIN’
AMSTERDAM
195
DAAG ELKAAR UIT / CHALLENGE EACH OTHER
Deze tijdelijke atletiekbaan, geverfd op het bestaande
wegdek, is aangelegd in het kader van de EK Atletiek
2016. De baan nodigt gebruikers op een laagdrempelige manier uit om te bewegen en competitie aan te
gaan. De ongebruikelijke plek van het speelelement op
de weg maakt sport zichtbaar in de publieke ruimte.
Het daagt diverse doelgroepen uit en maakt de kans
interactie groter. Digitale meetinstrumenten zoals
stopwatches, stappentellers of flitspalen versterken het
competitieve element en dragen zo bij aan de aantrekkelijkheid van de spelaanleiding.
Elementen die competitie uitlokken, kunnen gebruikers
samenbrengen.
This temporary athletics track, painted on the surface
of the existing road, was constructed as part of the
2016 European Athletics Championships. In an accessible way, the track encourages users to exercise and
compete. The unusual location of this opportunity for
playing contributes to the visibility of sports in public
space. It challenges various target groups and improves
the chances for interaction. Digital instruments like
chronometers, pedometers or speed cameras reinforce
the competitive element and contribute to the attraction of this play opportunity.
Elements that trigger competition can bring users together.
MOTORISCH / MOTOR
>sprinten
>
/ sprinting
COGNITIEF / COGNITIVE
>uitdagen
>
/ challenging
>spel
>
op straat / playing in the streets
SOCIAAL / SOCIAL
>twee
>
banen geeft mogelijkheid
tot competitie / two lanes create
opportunities for competition
ROPE FOREST
KOPENHAGEN, KEINICKE & OVERGAARD ARKITEKTER
197
HANGEN EN SLINGEREN /
DANGLING AND SWINGING
Deze kunstinstallatie bestaat uit 3500 touwen die hangen
onder een afdak. Zo ontstaat een ‘touwenbos’. Gebruikers kunnen spelenderwijs zelf knopen in de touwen
maken, erin schommelen. Of als Tarzan van de ene naar
de andere kant door het lianenwoud slingeren. Gewoon
een beetje zitten kletsen en hangen kan natuurlijk ook
prima.
Hangende elementen kunnen voor spannende speelen ontmoetingsmogelijkheden zorgen.
This art installation comprises 3500 ropes hanging from
under an overhang, creating a ‘forest’. Users can play-fully
tie knots in the ropes, sway in them, or – like Tarzan –
swing from one end to the other, right through the liana
woods. Of course, it’s also perfectly all right to just sit
around and chat.
MOTORISCH / MOTOR
>schommelen
>
/ dangling
>slingeren
>
/ swinging
>knopen
>
/ knotting
>optrekken
>
/ pulling up
COGNITIEF / COGNITIVE
>evenwicht
>
/ balance
>bijzondere
>
ervaring door de
grootsheid van het touwenbos /
special experience through the scale
of the ‘rope forest’
SOCIAAL / SOCIAL
>één
>
soort spel verbindt gebruikers /
one type of play connects all users
Hanging elements can create exciting places to play
and meet.
“Play was a matter of balance,
[...], and play also always
challenged children to react to
things and be part of a team.
But play should also contain an
element of surprise. To avoid
beeing to repetitive, playground
equipment always had to allow
new situations to come up.“
G. Burkhalter: The Playground
Project. Kunsthalle Zürich.
SCRAPSTORE PLAYPOD
GREAT BRITTAIN
199
EEN CONTAINER MET ROMMEL /
A CONTAINER FULL OF RUBBISH
De Scrapstore playpod is een zeecontainer voor schoolpleinen met daarin ‘afval’ als oude banden, doek,
stukken hout enz. Dat daagt kinderen uit om met deze
elementen aan de slag te gaan. De vele variabelen en
de beschikbaarheid van de ruimte (het schoolplein)
creëren een veelheid aan mogelijkheden tot ontdekken
en inventiviteit. Voorbeelden als deze laten zien dat
kinderen zo meer samenwerken en meer bewegen
dan op een gewoon schoolplein. Docenten die met
de containers werken, ervaren dat kinderen in de les
rustiger zijn.
Losse onderdelen, waar kinderen zelf naar eigen inzicht
mee kunnen creëren en bouwen, bieden oneindig veel
speelmogelijkheden.
MOTORISCH / MOTOR
>bouwen
>
/ building
>verbinden
>
/ connecting
COGNITIEF / COGNITIVE
>inventiviteit
>
wordt uitgelokt door
losse elementen /
loose elements trigger invention
SOCIAAL / SOCIAL
>inventief
>
spel vergt rollen en overleg /
inventive play asks for roleplay and
consultation
>elkaar
>
helpen / helping eachother
>samen
>
opruimen /
cleaning up together
The Scrapstore Playpod is a shipping container for schoolyards containing scraps like used tires, cloth, pieces of
wood et cetera. The scraps challenge children to experiment and create. The many variables and the availability of space (the schoolyard) inspires a wealth of
opportunities for discovery and invention. Examples
like these, show that children are swayed towards
cooperation and physical effort more quickly than at
a regular schoolyard. Teachers already working with the
Playpods, experience that children in their classes are
quieter than in other classes.
Loose elements that allow children to create and build
with at their discretion offer unlimited opportunities for
playing.
„Creative play is an opportunity
for children to manipulate their
environment to achieve their
own ends and to sense the fact
that the world around them
can be changed and need not
to be taken as given. Materials
that would normally appear
as ‚junk‘ in other people‘s
eyes are very relevant to much
creative and imaginative play.
[...] These materials were often
used individually as props to
the imagination and many
times functioned as the initial
stimulus, setting the child
thinking along a particular line.“
M. Allen: Planning for play.
RODELSTRATEN / SLEIGHING STREETS
VIENNA
201
GLIJDEN OP STRAAT /
SLIPPING AND SLIDING IN THE STREETS
In Wenen zijn 5 ‘rodelstraten’. Zout strooien gebeurt hier
tijdens vorstperiodes niet. Zo wordt beheer bewust
ingezet om seizoensgebonden spel te faciliteren. Rodelstraten zijn in vlakke steden als Amsterdam lastiger te
realiseren. Maar door op plekken een laagje water op
te spuiten kan je bij lichte vorst al snel schaatsen. Deze
speelmogelijkheid is vanwege andere eisen wellicht
niet 1 op 1 toe te passen in andere steden, maar in de
toekomst zou dit een mooie denkbare uitbreiding van
speelmogelijkheden aan de stad kunnen geven.
Een straat kan bij gladheid tijdelijk transformeren tot
schaatsbaan.
Vienna has five ‘luging streets’. In these streets, gritting
is withheld during frosts. Management is focussed consciously on facilitating seasonal play. Luging streets are
harder to create in flat cities like Amsterdam. However,
by spraying a thin layer of water on the road surface, it’s
possible to skate even after a light frost. For different
cities, this opportunity for playing may not be suitable
one-to-one due to local requirements, but in the future,
this could provide an appealing extension of opportunities for playing.
During frosts, a street can temporarily transform into a
skating rink.
MOTORISCH / MOTOR
>sleetje
>
rijden / sleigh riding
>naar
>
boven lopen / walking up
COGNITIEF / COGNITIVE
>omgaan
>
met gladheid /
dealing with slippery surfaces
>besef
>
van verandering van ruimte
door weersomstandigheden /
recognising the change in space by
change in weather
SOCIAAL / SOCIAL
>ijspret,
>
evenement /
fun on ice, event
JEU DE BOULES
203
LANGDURIG VERBLIJF DOOR TRAGE SPELLEN /
SLOW GAMES INVITE TO STAY LONGER
Jeu de boules of petanque is een eeuwenoud spel dat
de laatste jaren ook in Nederland weer door een bredere doelgroep opgepikt is. Spellen als deze dagen
ook de oudere mens uit naar buiten te gaan en te bewegen. Halfverharde ondergronden kunnen er eenvoudig voor benut worden. Hier is ook het faciliteren
van zitmogelijkheden belangrijk.
Trage spellen in de publieke ruimte zijn een uitnodiging
tot interactie en langer verblijf.
Boules or pétanque is an ancient game that has regained
popularity in the Netherlands with a varied target
group. Games like these also challenge the elderly to
go out and move. Half paved surfaces are easy to
use for this purpose. Facilitating places to sit are also
relevant here.
Slow games in public space are an invitation to interaction and more extended stays.
MOTORISCH / MOTOR
>gooien
>
/ throwing
>lopen
>
/ walking
>bukken
>
/ bending down
COGNITIEF / COGNITIVE
>meten
>
/ measuring
SOCIAAL / SOCIAL
>samenkomen
>
in langzaam tempo /
gathering at a slow pace
>discussie
>
voeren / discussing
>eigenaarschap
>
van een plek door
groepen die vaak samen komen /
ownership of a place by groups
gathering regularly
BREDE STOEP / WIDE SIDEWALK
AMSTERDAM
205
STOEPEN OM TE SPELEN / PAVEMENTS FOR PLAYING
Deze brede stoep biedt achter een buffer van geparkeerde auto’s veilige verkeersruimte én fantastische
speelruimte. De breedte maakt variabel gebruik
mogelijk en biedt plek voor zelf meegenomen speelgoed. Het verrijken van de stoep met geveltuintjes en
zitmogelijkheden voor ouders geeft een extra dimensie
aan de speelmogelijkheid. Vooral de zonzijde van
de straat is voor ouders aantrekkelijk als zitplek. Met
volop toezicht, maar ook gelegenheid om elkaar te
ontmoeten.
Ruimte voor brede stoepen biedt speel- en ontmoetingsruimte direct voor de deur.
Behind a buffer of parked cars, this wide pavement
offers an area that’s safe from traffic and an extraordinary opportunity for playing. The width allows for
varied use and provides room to play with your own
toys. Adorning the pavement with facade gardens and
room to sit for the parents adds a dimension to this
opportunity for playing. The sunny side of the street
has seats that appeal to the parents in particular. Providing adequate supervision, but also the opportunity to
meet each other.
MOTORISCH / MOTOR
>steppen
>
/ stepping
>fietsen
>
/ cycling
>lopen
>
/ walking
>rennen
>
/ running
COGNITIEF / COGNITIVE
>gevarieerd
>
straatbeeld door ruimte
voor meubels en tuintjes /
space for furniture and gardens
create diverse appearance of the
street
SOCIAAL / SOCIAL
>identiteit
>
/ identity
>levendige
>
straten door plek voor de
ouders /
space for parents create lively streets
>spelen
>
met de buurkinderen /
playing with the neighbourhood
children
>ogen
>
op straat / eyes on the street
Room for wide pavements offer opportunities for
playing and a meeting point at the doorstep.
“The children saw potentialities
in situations, materials and
environment that were unseen
by the designer.”
M. Allen: Planning for play.
SCHAAKBORD MAX EUWEPLEIN / CHESS BOARD ‘MAX EUWE SQUARE’
AMSTERDAM
207
RUIMTE VOOR CONCENTRATIE /
SPACES FOR CONCENTRATION
Interesse in het schaak- of damspel verbindt mensen
dwars door de samenleving heen – ongeacht leeftijd
of achtergrond. Denksporten als deze functioneren als
een soort internationale taal. Schaken in de publieke
ruimte faciliteren, biedt allerlei individuen de kans
tegen elkaar uit te komen. Een aantrekkelijk schouwspel
voor omstanders. Deze beschutte plek naast een doorgaande route en horeca is daarom erg geliefd.
Plekken waar denksport kan worden beoefend, zijn
plekken waar diverse groepen samenkomen.
MOTORISCH / MOTOR
>staan
>
/ standing
>bukken
>
/ bending down
COGNITIEF / COGNITIVE
>schaken
>
/ playing chess
SOCIAAL / SOCIAL
>samenkomen
>
in traag tempo /
gathering at a slow pace
>samenkomen
>
van individuen
uit verschillende doelgroepen /
gathering of diverse groups
An interest in the games of chess or draughts connects
people throughout society – disregarding age and
background. Mind sports like these act as an international language of sorts. Facilitating the possibility to
play chess in public space offers a range of individuals
a chance to compete against each other. A spectacle
for onlookers. Due to its location next to a busy traffic
route and close to eateries, this sheltered site is trendy.
Spaces made available for mind sports are places where
different groups gather.
„Studenten weten niet beter
dan geparochialiseerde
plekken op te zoeken, werkers
verkiezen. Stedelijke ambiance,
bohémians prefereren echte
publieke plekken.”
Jos Gadet: Publieke ruimte.
Parochiale plekken.
BEWEEGBARE SPEELSCHAPEN DAK HOFBOGEN /
MOVABLE MODEL SHEEP ROOFTOP ‘HOFBOGEN’
ROTTERDAM
209
VERPLAATSBARE ONDERDELEN / MOVEABLE PARTS
Dit daklandschap is aantrekkelijk als speelplek, omdat
het toegankelijk is, er wat te doen is, het een bijzondere plek is én omdat er beheer en sociale controle
is. Dat laatste gebeurt door het dak te laten bewonen
door iemand die af en toe een oogje in het zeil houdt.
Een kudde kunststof schapen – verzwaard met zand om
diefstal te voorkomen – nodigt uit tot eigen ruimtelijke
interventies.
Losse onderdelen in de openbare ruimte stimuleren de
eigen fantasie.
What makes this rooftop landscape attractive is its accessibility and its capability to keep visitors occupied. It’s
a special place due to the effective management and
social control. To enable management and control, the
roof is inhabited by someone who monitors the situation from time to time. A flock of synthetic sheep –
weighted down with sand to prevent theft – encourage
spatial interventions on an individual level.
Individual components in public space stimulate the
fantasy of the individual.
MOTORISCH / MOTOR
>tillen
>
/ carrying
>slepen
>
/ dragging
>‘haasje’
>
over / playing leapfrog
COGNITIEF / COGNITIVE
>veranderen
>
van de ruimte /
manipulating space
SOCIAAL / SOCIAL
>samen
>
nieuwe opstellingen
bedenken en uitvoeren /
creating new constellations together
IMPULSION – ‘UN TERRAIN DE JEUX LUMINIEUX’
MONTREAL, LATERAL OFFICE
215
SPELEN IN HET DONKER / PLAYING IN THE DARK
Deze lichtinstallatie in de openbare ruimte bestaat uit
30 verlichte wippen en videoprojecties op de gevels
van nabijgelegen gebouwen. Gebruik van de wip
activeert het lichtspel (inclusief geluid). Dat maakt de
plek ook tijdens avonduren aantrekkelijk voor jong en
oud.
Verlichting biedt kansen als speelmogelijkheid.
This light installation in the public space is constructed
of 30 lit seesaws, and video projections on the facades
of buildings nearby. Use of the seesaw activates the light
show (sound included). This use makes it an attractive
spot for young and old at night too.
MOTORISCH / MOTOR
>balanceren
>
/ balancing
>wippen
>
/ rocking
>afzetten
>
op de grond /
pushing off from the floor
COGNITIEF / COGNITIVE
>veranderen
>
van de ruimte /
adapting space
>samen
>
muziek maken /
making music together
SOCIAAL / SOCIAL
>samenwerken
>
/ collaborating
>afhankelijkheid
>
/ dependence
Lighting offers opportunities for playing.
“Darkness lends itself to
imagination, making it a perfect
backdrop for telling tales.”
Jane Yolen: Owl moon.
SLACK LINE
AMSTERDAM
217
BOOM ALS ANKER / A TREE AS AN ANCHOR
Slacklinen is het koorddansen op een spankabel (vaak
zelf meegebracht) tussen twee bomen, een paar decimeter boven de grond. Dit sportieve spel groeit aan
populariteit. Kinderen en volwassenen beoefenen
het met name in parken, met gras als valondergrond.
De afstand tussen de bomen en een juiste bescherming voor de boombast maken deze vorm van spelen
mogelijk.
Door boomstammen onderaan te beschermen, kan
gebruik gemaakt worden van zelf meegebrachte
slack-lines.
Slacklining is tightroping on an anchored cable (often
brought from home), strung between two trees, suspended just above the ground. This athletic game is quickly
gaining popularity. Children and adults play it mostly in
parks, where grass acts as a surface to safely fall onto.
The distance between the trees and the right protection
of the bark of the trees allow for this form of playing.
MOTORISCH / MOTOR
>balanceren
>
/ balancing
>vallen
>
/ falling
>opstappen
>
/ getting on to
COGNITIEF / COGNITIVE
>een
>
plek toe-eigenen /
claiming a place
>evenwicht
>
ontwikkelen /
developing balance
SOCIAAL / SOCIAL
>elkaar
>
helpen een nieuwe
vaardigheid te leren /
helping each other to learn new skills
>attractie
>
voor toeschouwers /
spectacle
By making sure the bark of trees are protected at the
bottom, your own slacklines can be used.
„Man only plays when he is
human in the full sense of the
world, and he is only completely
human when he is playing.“
Friedrich Schiller
PERCUSSIESPEL / PERCUSSION GAME
AMSTERDAM
219
MELODIE GEVEN AAN DE STAD /
MAKING THE CITY SING
Het maken van muziek en geluid in de publieke ruimte
biedt de gebruiker de mogelijkheid de locatie tijdelijk
te transformeren. Actief als maker van muziek, passief
als luisteraar. Muziekinstrumenten zijn aantrekkelijk
voor jong en oud. Ook kunnen mensen met een fysieke
beperking ze vaak goed gebruiken. Vaste speelmogelijkheid die uitnodigen tot geluid maken, geven ritme
aan de stad.
Geluid kunnen maken nodigt uit tot gebruik van een plek.
MOTORISCH / MOTOR
>fijne
>
motoriek / fine motor skills
COGNITIEF / COGNITIVE
>muziek
>
maken / making music
>tonen
>
horen / hearing sounds
SOCIAAL / SOCIAL
>geschikt
>
voor mensen met een
beperking /
accessible for people with disabilities
Making music or sound in the public space offers the
user the possibility to transform a location temporarily.
Actively, as a producer of music, or in a passive way,
as a listener. Musical instruments appeal to young and
old. They are also accessible to people with a physical
disability.
A place where sounds can be produced is an inviting place.
„En de kinderen houden van de
geluiden, die door het aanraken
van verschillende objecten
totstandkomen. Soms, als je
het lawaai hoort, voel je je als
bij een inheemse stam. De
kinderen slaan op lege tonnen
en andere metalen objecten
en schreeuwen de hele tijd.
Hier komt blijkbaar iets los,
das tijdens de zangles niet
losgemaakt wordt.”
John Bertelsen
HUTTEN IN BOSJES / HUTS IN THE BUSHES
AMSTERDAM
221
BOSJES ALS VERSTOPPLEK / HIDING IN THE BUSHES
Bosjes hebben een grote ecologische en klimatologische waarde in de stad. En bovendien een grote
belevingswaarde voor kinderen. Door de grootte
kunnen kinderen er zich makkelijk achter verstoppen
of er een hut in bouwen. Zo is het mogelijk een eigen
wereld te creëren dicht bij hun eigen woonomgeving.
Een interessante invulling van bijvoorbeeld schoolvakanties.
Bosjes en de zelfgebouwde elementen daarin hebben
een grote natuurlijke én belevingswaarde.
Shrubs present a considerable ecological and climatological value in the city, and for children, an opportunity for experience at a high level. Their size allows kids
to hide behind them, or to build a hut in them. Shrubs
make it possible to create your own world, close to
your own neighbourhood. An exciting way to spend
holidays, for example.
MOTORISCH / MOTOR
>verstoppen
>
/ hiding
>rennen
>
/ running
>klimmen
>
/ climbing
>bouwen
>
/ building
COGNITIEF / COGNITIVE
>probleemoplossend
>
vermogen /
problem sovling skills
>ruimtelijk
>
inzicht /
spatial comprehension
>fantasie
>
/ fantasy
>natuurbeleving
>
/ experiencing nature
>eigen
>
plek maken /
making your own place
SOCIAAL / SOCIAL
>samenwerken
>
/ collaborating
>rollenspel
>
/ role playing
Shrubs and homemade elements in them are an attribute to a residential area, because of their natural traits
and their value for the playexperience.
„Young children spend most
of their play time close to
home, finding things to do
wherever they can. Buildings
provide many possibilities for
play, although they are usually
unintentional.“
R. Dattner: Design for play.
DRINKBRON / SOURCE
ZÜRICH
223
EEN NETWERK VAN DRINKBRONNEN /
A NETWORK OF SOURCES
Een netwerk van openbare waterbronnen maakt van
straathoeken zowel een speelplek als gezond drinkpunt. Kortom, altijd en overal verfrissing en spel: voor
kinderen en volwassenen. Bijzondere spuitmechanieken
maken dergelijke bronnen nog aantrekkelijker als speelelement.
Een netwerk van drinkbronnen versterkt dynamiek en
verblijfskwaliteit in de stad.
A network of public water sources turns street corners
into play opportunities as well as healthy watering
places. In other words, refreshment and play everywhere you go: for children and adults alike. Special
sprayers add to the attraction of these sources as
objects for play.
MOTORISCH / MOTOR
>opvangen
>
/ catching
>natspuiten
>
/ splashing
>wegduiken
>
voor water /
diving for water
COGNITIEF / COGNITIVE
>verfrissing
>
/ refreshment
>water
>
drinken wordt normaal /
making a habit of drinking water
>gevoel
>
van water op de huid /
the feeling of water on the skin
SOCIAAL / SOCIAL
>ontmoeting
>
/ encounter
>elkaar
>
natspetteren /
making each other wet
A network of sources reinforces the dynamic and the
level of leisure in a city.
„The most interesting place
in a typical playground is the
drinking fountain, the site of an
endless stream of activity and
water.“
R. Dattner: Design for play.
DAK MUSASHINO KINDERGARTEN / ROOF OF MUSASHINO KINDERGARTEN
JAPAN, RYUJI MIYASATO
225
SCHADUW ALS SPEELMOGELIJKHEID /
SHADE AS AN OPPORTUNITY FOR PLAYING
Voor kinderen is een schaduw vaak niet een afdruk
van zichzelf door de zon, maar een maatje om mee
te spelen. Patronen, ontworpen in overkappingen of
muren, kunnen op zonnige dagen van schaduw een
speelmogelijkheid maken.
Schaduw en licht bieden bij overkappingen of muren
een steeds veranderende speelmogelijkheid.
For children, their shadow is not a cut-out of themselves created by the sun, but a mate to play with.
Patterns, incorporated in an overhang or a wall, can
turn shadows into opportunities for playing in sunny
days.
Shadows and light provide ever-changing opportunities
for playing when incorporated in an overhang or wall.
MOTORISCH / MOTOR
>overtrekken
>
van schaduwen met
stoepkrijt /
tracing the shadows with chalk
>hinkelen
>
over lichtvlekken /
playing hopscotch with light spots
COGNITIEF / COGNITIVE
>onderzoekende
>
ervaringen opdoen
met zon /
the sun as inspiration for exploratory
experiences
>herkennen
>
van zon als bron van licht,
warmte en energie /
recognising the sun as a source of
light, warmth and energy
>verplaatsing
>
van schaduw /
movement of shadows
SOCIAAL / SOCIAL
>samen
>
schaduw spel ontwikkelen /
creating a shadow play together
„Play should be able to develop
in a circle; it has to have
‘thrilling’ moments as well as
hiding places and short cuts.“
Roger Caillois:
Men, Play, and Games.
KINDERMOESTUIN / CHILDREN’S ALLOTMENT GARDEN
AMSTERDAM
227
TUINIEREN ALS EET- EN SPEELPLEZIER /
GARDENING FOR FUN EATING AND PLAYING
Zelf werken in een moestuin of tuinieren draagt bij aan
de positieve houding van kinderen tegenover gezond
voedsel. Elk kind wil zijn of haar zelfgekweekte worteltje
natuurlijk wel proeven! Tuinieren vormt een geweldige
belevenis om het proces van zaaien tot oogsten tot een
smakelijk einde te brengen.
Eetbare planten en plek voor initiatieven voor moestuinen en schooltuinieren kunnen bijdragen aan de
waardering door kinderen van gezond voedsel.
Gardening or tending to the kitchen garden themselves
contribute to a positive attitude of children towards
healthy food. Naturally, each child wants to taste the
carrot they’ve grown themselves! Gardening presents
a tremendous opportunity to experience a tasty end to
the whole growth process from sowing to harvesting.
MOTORISCH / MOTOR
>spitten
>
/ digging
>plukken
>
van vruchten /
collecting fruit
COGNITIEF / COGNITIVE
>vieze
>
handen krijgen /
getting your hands dirty
>eten
>
in je mond stoppen /
putting food in your mouth
>respect
>
voor de natuur /
respecting nature
SOCIAAL / SOCIAL
>samen
>
koken en eten /
cooking and eating together
Edible plants and room for initiatives for kitchen- and
school gardens can help children develop an appreciation of healthy foods.
“If you have a garden and a
library, you have everything you
need.”
Cicero:
Ad Familiares IX 4 to Varro.
BLADERBERG / LEAF HEAP
AMSTERDAM
229
SEIZOENGEBONDEN SPEELMOGELIJKHEID /
SEASONAL OPPORTUNITIES FOR PLAYING
Een simpele bladerberg langs de kant van de weg
vormt een natuurlijke speelmogelijkheid. Een spontane
uitnodiging om te klauteren, rollen of rond te gooien.
Seizoensgebonden elementen kunnen ontwerp en
beheer bepalen.
MOTORISCH / MOTOR
>klimmen
>
/ climbing
>je
> laten vallen / letting yourself fall
>gooien
>
van blad / throwing leafs
>wegrennen
>
/ running away
Verzamelde bladeren op een plek scheppen een
tijdelijke speelmogelijkheid.
COGNITIEF / COGNITIVE
>natuurlijke
>
elementen als
spelaanleiding in verder aangeharkte
omgeving / natural opportunities for
playing in a structured environment
>tijdelijke
>
transformatie van een plek /
temporary transformation of a place
Just a heap of leaves on the side of the road offers a
natural opportunity for playing. A spontaneous invitation to climb and scramble, roll around or to throw
around. Seasonal elements can determine design
and management.
Leaves collected at a particular spot can create a temporary opportunity for playing.
SOCIAAL / SOCIAL
>‘bladergevecht’
>
/
‘fighting with leafs’
„The child who plays with real
sticks and leaves transforms
them in his imagination into
whatever he wants and creates
another, more personal, reality
not bounded by the real and
commonplace. In this respect
play is similar to magic, and
it is not surprising that both
children and primitive societies
are much influenced by magical
thinking, for in play the normal
rules of cause and effect are
suspended.“
R. Dattner: Design for play.
DRAAIENDE STEEN SPEELPLEK LOHSEPARK /
ROTATING STONE PLAYGROUND ‘LOHSEPARK’
HAMBURG, VOGT LANDSCHAFTSARCHITEKTEN
231
HET ONMOGELIJKE BEWEGEN /
IMPOSSIBLE MOVES
In deze speeltuin is bewust ingezet op het stimuleren
van cognitieve vaardigheden. Zo lukt het de eenjarige
tot zijn eigen verrassing een zware kei rond te draaien,
zonder dat enige techniek zichtbaar is. Het kind verandert onverwachts de ruimte en is zich dan bewust van
z’n eigen kracht. Zo lokken verrassing en verbazing de
ontwikkeling van vaardigheden uit.
(Onzichtbare) techniek kan een verrassing creëren.
This playground has a conscious aim to enhance cognitive
skills. A toddler will be surprised by being able to hurl
around a boulder, without any visible technical intervention. The child changes the space unexpectedly and
in that way will develop a sense of its strength. Surprise
and wonder will trigger the development of skills.
MOTORISCH / MOTOR
>draaien
>
/ turning
>klimmen
>
/ climbing
COGNITIEF / COGNITIVE
>een
>
zware steen die vederlicht blijkt
levert verwondering /
a heavy stone that seems to move
weightlessly creates surprise
SOCIAAL / SOCIAL
>verwondering
>
roept interactie met
ouder op / surprise elicits interaction
with the parent
(Invisible) technical interventions can create a surprise.
„Nothing ever becomes real till
it is experienced.“
Keats
PLAS OP STRAAT / PUDDLE ON THE STREET
AMSTERDAM
233
VIES WORDEN / GETTING YOURSELF DIRTY
Een plas op straat biedt kinderen ruimte om spontaan
in het water te lopen, rond te stampen en lekker nat en
vies te worden. De variaties in het water transformeren
ruimtes tijdelijk met spiegelingen en rimpelingen. In een
stad met dichte bebouwing zijn waterbuffers nodig,
net als een goede waterberging. Dat biedt kansen voor
spelaanleidingen, zeker als kinderen ook vies mogen
worden. Door bijvoorbeeld stenen op verschillende
hoogtes te leggen, ontstaan bij regen nieuwe routes.
Plekken voor waterretentie kunnen ruimte voor spelen
bieden en tegelijk een bijdrage leveren aan vergroening van buurten.
A puddle in the street will entice children to spontaneously jump around in the water, and get themselves wet
and dirty. The variations in the surface and volume of
the puddle, transform this space temporarily, creating
reflections and ripples. A high-density city needs water
storages and healthy possibilities for water retention. At
the same time, that generates opportunities for playing,
especially if children are allowed to get themselves dirty.
By placing cobbles or (paving or stepping) stones at
different heights, new routes spring up when it rains.
MOTORIEK / MOTORIC
>plassen
>
stampen /
stamping into the puddle
>rennen
>
/ running
>spetteren
>
/ splashing
COGNITIE / COGNITION
>diepte
>
in ruimte door spiegeling /
reflection creates depth of space
>vies
>
worden / becoming dirty
>‘slecht
>
weer’ als voorwaarde voor
spel verandert het idee over wat
‘slecht weer’ is /
‘bad weather’ as a precondition for
play changes the idea about the
definition of ‘bad weather’
SOCIAAL / SOCIAL
>een
>
klein feest door regen /
a little party in the rain
Places where water is stored or retained, can provide
spaces for play and also contribute to more ‘green’
neighbourhoods.
“Children enjoy chaos and
make their own order out of
it. Children enjoy being dirty
and untidy; most adults hate
it. We have to decide whether
we are to make playgrounds
for children or playgrounds that
please the grown-ups.”
M. Allen: Planning for play.
EEN PERSPECTIEF OP SPELEN /
A PERSPECTIVE ON PLAYING
237
EEN PERSPECTIEF OP SPELEN
Kinderen groeien anno 2019 anders op dan in het
verleden. Meer dan ooit worden kinderen begeleid in
de stappen die ze nemen. Daarmee is hun vrije ruimte
minimaal geworden. Tegelijk krijgen en vinden kinderen die vrije ruimte steeds meer in de digitale wereld.
Daar kunnen ze zelf dingen ontdekken. Ook in de
openbare ruimte is het belangrijk dat er ruimte is om
te ontdekken – in de ‘echte’ wereld: buiten het schoolplein of de buitenschoolse opvang. Het vraagt een
andere aantrekkingskracht, een ander soort programma en een meer integraal ontwerp.
Voorgaande hoofdstukken hebben laten zien dat de
crux zit in het investeren in plekken en in ontwerpen die
toegankelijk en aantrekkelijk zijn voor alle doelgroepen
en leeftijden. Zodat de plekken voldoende variatie en
de juiste speelmogelijkheden bieden voor kinderen. En
zodat ouders er ook graag heen gaan en mensen elkaar
kunnen ontmoeten. Naast de praktische handvatten en
inspiraties uit de voorbeelden in dit boek, zijn er in dit
hoofdstuk 12 behulpzame principes opgenomen om het
spelen ook in de toekomst een volwaardige plek in de
stad te geven:
1. HOE MEER DOELEN,
HOE INTERESSANTER EEN PLEK
Plekken met speelmogelijkheden die motorisch,
cognitief én sociaal interessant zijn, hebben de meeste
speelwaarde en zijn vaak succesvol. Met denken vanuit
de speelwaarde van een plek, is de waaier aan ontwerpkeuzen significant breder dan bij het denken in doelgroepen of in leeftijdscategorieën. Speelplekken die op
verschillende manieren te gebruiken zijn, zijn aantrekkelijk voor verschillende typen gebruikers in verschillende
levensfasen. Wat locaties voor ouders en begeleiders
aantrekkelijk maakt om wat langer te kunnen verblijven,
is als het een aangename plek (in de zon, maar met
schaduwplekken) is. Rookvrij, fijne zitplekken, mooie
bomen en planten en geen hinder van het verkeer,
zoals geluid en luchtvervuiling. Faciliteiten als een WC,
een verschoon-, verkleed-, of picknickplek dragen ook
sterk bij. Met andere woorden: de verblijfskwaliteit van
de ruimte is van belang voor de ouders en begeleiders: dat maakt een plek interessanter voor meerdere
gezinsleden. Menging van functies kan hierbij de
aantrekkingskracht van speel- en verblijfsplekken vergroten. Bijvoorbeeld met horeca, een stadsboerderij
of een gym. Verschillend type ruimtegebruik door de
dag heen dragen daaraan bij. Een dergelijke mix maakt
daarnaast het delen van beheertaken of georganiseerd
toezicht mogelijk.
2. SPELEN ALS AANLEIDING
VOOR TOTAALONTWERP
Net als water, infrastructuur of parkeren vraagt spelen
nadrukkelijk ruimte. Spelen in de stad draagt bij aan
leefkwaliteit én ruimtelijke kwaliteit van plekken en valt
daarmee onder allerlei beleidsvelden. Speelruimte kan
dus een uitgangspunt vormen voor zowel ontwerp- en
beheeropgaven voor de openbare ruimte, als in de
sociale opgaven in een buurt. Door spelen vanaf het
begin van de opgave op te nemen, is het mogelijk
spel op grotere schaal te integreren. Op die manier
ontstaan plekken die aantrekkelijk en onderscheidend
zijn. Spelen mag daarin zelfs de boventoon voeren.
Daarmee kan het verrassende ideeën opleveren voor
het totaalontwerp.
3. ZOEK NAAR
NIEUWE STANDPLAATSEN EN ROUTES
Leren we kijken als een kind, dan liggen de kansen letterlijk voor het oprapen. Kinderen spelen met alles wat ze
onderweg tegenkomen. Een schommel bij een halte
maakt van wachttijd een feestje – en kan daarmee de
drempel om met het hele gezin voor openbaar vervoer
te kiezen wellicht verlagen. Een steegje met blinde
gevels wordt een spannende interactieve lichtroute.
Of wat te denken van een waterberging als avonturenroute? Als we ernaar kijken zoals een kind ernaar kijkt,
kunnen we er in allerlei openbare ruimtes op velerlei
manieren gebruiken!
4. AFKIJKEN EN ELKAAR INSPIREREN
Kinderen verschillen van elkaar. Toch kunnen we zeggen
dat kinderen er over het algemeen van profiteren als
ze in aanraking komen met spel en beweging die ze
239
anders wellicht uit de weg gaan. Kinderen die weinig
met sport in aanraking komen, kunnen bijvoorbeeld
een impuls krijgen op Krajicek Courts. Daar kun je leren
tennissen, aan de hand van trainers die aan de courts
verbonden zijn. Kom je nooit in de natuur? Leuk om je
eigen fikkie te leren stoken op een van de natuurspeelplekken die Amsterdam rijk is. En heb je nog nooit een
hamer aangeraakt? In het spijkerdorp leer je in een
week je eigen hut bouwen. Kinderen steken daarbij het
meeste op door te kijken naar anderen en dat ook zelf
te proberen. Het zelf doen, met andere woorden. Dat
roept om faciliteiten maar ook om begeleiding. Net zo
goed als om inspiratiebronnen en iconen: denk aan een
topvoetballer die zijn tricks en skills laat zien op een
trapveldjes bij jou in de buurt.
omgeving meer motorische activiteit uit dan een
bedachte speelplek. De meerwaarde van natuurlijk
spelen in de stad is daarmee evident. Groen in en
rondom woonbuurten maakt de omgeving aantrekkelijk en toegerust op extreem weer (verwerking van
regenbuien), vermindert met schaduw de temperatuur
in de stad en is goed voor de gezondheid. Benut deze
natuurlijke elementen dan ook voor spelen. Bijvoorbeeld door het toepassen van klimbomen in plaats van
hoogstambomen. Of door waterberging een toegevoegde functie te geven als speelplek. Voldoende
robuustheid van de natuurlijke elementen en/of herstelperiodes zijn daarbij wel een voorwaarde om natuurlijke elementen ook als speelaanleiding te kunnen
gebruiken.
5. VEILIG RISICOVOL SPELEN
7. SPELEN HEEFT OOK LEEGTE NODIG
Naast de behoefte aan veilige speelplekken, is het voor
kinderen goed om, waar nodig met toezicht, risicovol te
leren spelen. Juist omdat de risico’s in de stad groot
zijn (verkeer, intolerantie, ongelijkheid) is het belangrijk
dat kinderen hier al van jongs af aan mee leren omgaan.
Kinderen kunnen hun grenzen leren kennen door te
spelen. Het geeft ze de kans sociale vaardigheden te
ontwikkelen en zelfvertrouwen te krijgen. Er is een
tendens richting overbescherming. Deze ontwikkeling
komt voort uit de geprojecteerde angst van de ouders;
het feitelijke gevaar in het openbare domein is niet
overal en altijd zo groot als we denken. Belangrijk is om
ouders te prikkelen hun kinderen weer bewust met risico’s
te laten omgaan. Net zoals VeiligheidNL dat sinds 2016
doet kunnen we dat doen door bij elke ruimtelijke
ingreep te overwegen: is dit zo veilig mogelijk, of zo
veilig als nodig?
Lege plekken geven kinderen de mogelijkheid zelf
een invulling om te spelen te bedenken. Het nodigt
kinderen uit de ruimte naar eigen inzicht te gebruiken
en daarmee blijken zulke plekken beter gebruikt dan
tot in detail ingevulde speelplekken. De leegte kan
tijdelijk zijn en hoeft ook niet groot te zijn. Zolang
kinderen er maar zelf met losse (en/of meegebrachte)
elementen de ruimte kunnen benutten. Een container
of box in de openbare ruimte (toegankelijk met een
sleutel of code), waarin speel- en sport elementen
kunnen worden opgeborgen, kan een meerwaarde
hebben - zeker in dicht bebouwde gebieden. Op
schoolpleinen kan een container met losse elementen
een lege ruimte omtoveren tot een geweldig speelspektakel. Ook tijdelijke plekken – timmerdorpen,
tijdelijke (kunst)installaties of bouwplaatsen tijdens
de bouwvak – kunnen met leegte en losse elementen
waardevolle speelruimte creëren voor kinderen.
6. AANRAKING MET NATUUR
Kinderen die in de natuur spelen blijken een grotere
interesse in en begrip voor natuur te ontwikkelen.
En omdat kinderen in de natuur uitgedaagd worden
om elkaar te helpen, helpt spelen in een natuurlijke omgeving om sociale vaardigheden te ontwikkelen. Verder blijkt spelen in de natuur bij te dragen
aan concentratievermogen en lokt een natuurlijke
8. BEHEER ALS SPELAANLEIDING
Beheer en onderhoud zijn essentieel voor het behoud
van veilige en goede speelplekken. Ook buiten de
aangewezen speelplekken kan beheer een grote
meerwaarde geven voor tijdelijke en informele speelmogelijkheden. Zo veegt de stad Wenen enkele straten
bewust niet bij sneeuwval om rodelstraten te creëren.
241
Datzelfde is mogelijk met bladeren in de herfst: veeg
ze niet van de straat en ze bieden een geweldige plek
om in te vallen of je erin te verstoppen. Of door zelfgebouwde hutten laten staan tot het einde van de
vakantie: als heerlijke ‘vakantiehuizen’ voor kinderen.
Natuurlijk zijn er veel aspecten om rekening mee te
houden, zoals veiligheid voor voetgangers en verkeer
of het voorkomen van rioolverstoppingen. Sommige
voorstellen, zoals de rodelstraten, zijn niet een-op-een
te vertalen naar de Amsterdamse situatie. Toch kunnen
dergelijke ideeën waardevol zijn om vrijuit te kunnen
denken over spel. Ze dagen ons uit anders te kijken
naar de beschikbare ruimte in de stad.
9. OGEN EN HANDEN OP STRAAT
Sociale aspecten bepalen het gevoel van veiligheid
en toegankelijkheid van een plek. Dat wil zeggen: de
aanwezigheid (of afwezigheid) van mensen, het onderlinge oogcontact en de interactie. Naast een goede
stedenbouwkundige opzet van een verblijfsplek,
blijft het van belang ook deze zachte kanten mee te
nemen. Heeft de plek toezicht vanuit woningen? Vanaf
de straat? Ook tijdens de avonden? Woningen met
entrees op de begane grond zorgen ervoor dat informeel toezicht op de allerkleinsten eenvoudig is. Zeker
als de stoep aan de noordzijde breed genoeg is om
de zon te vangen, en zo aantrekkelijker is voor ouders
om te verblijven. Hoewel ‘gated communities’ in een
stad als Amsterdam niet gewenst en passend zijn, kan
het werken met openingstijden de veiligheid en kosten
beter beheersbaar maken. En, paradoxaal: juist in een
afgeschermde ruimte hebben kleine kinderen meer
vrijheid.
10. INVESTEREN IN NIET-RUIMTELIJKE ELEMENTEN
Hoe mooi een speelplek ook is, als een kind er van zijn
ouders niet mag komen, dan zijn die wereld en speelmogelijkheden buiten bereik. Maatschappelijke inzet
om kinderen te stimuleren om naar buiten te gaan en
ze hierin te begeleiden, zijn dus net zo belangrijk als
fysieke investeringen. Want zonder vrijwilligers geen
spijkerdorp, en zonder know-how uit de welzijnssector,
sport en onderwijs geen beeld van welke kinderen in
een kwetsbare positie verkeren. Een goede speelplek
vergt kortom een koppeling tussen de sociale en de
fysieke kant van beleidsvelden. Betrek daarom naast
omwonenden ook de sociale en de fysieke expertiese
bij de planvorming van een verblijfs- en speelruimte.
Weeg samen af of de kosten van een fysieke ingreep in
relatie staan tot het ondersteunen van buurtinitiatieven
of tijdelijke evenementen voor kinderen.
11. NEEM DE MORES VAN DE WIJK MEE
De samenstelling van de bevolking en hoe deze mensen
hun wijk gebruiken, heeft grote invloed op de mogelijkheden voor de openbare ruimte en speelplekken. Wat
in de ene wijk een succes is, flopt ergens anders. En
waar op de ene plek een grote roep is naar groen en
natuurlijk spelen, hebben bewoners in andere buurten
juist een voorkeur voor verharde pleinen. Ook ontwikkelen wijken zich anders. Waar de ene wijk vergrijst,
worden in de andere wijk juist veel kinderen geboren.
Omarm deze verschillen en bekijk welke behoeften
er leven. Nu en in de nabije toekomst. Benut de verschillen om de diversiteit in de identiteiten van stad
te benadrukken. Daarmee kan het gevoel van eigenaarschap bij bewoners en ondernemers in een buurt
worden versterkt.
12. KIJK ALS EEN KIND
Kinderen hebben een fundamenteel ander perspectief
op de wereld. Letterlijk, omdat ze de omgeving vanaf
een andere ooghoogte beleven. En figuurlijk, omdat ze
anders door de stad bewegen, andere wensen en behoeftes kennen en geneigd zijn overal naar speelmogelijkheden te zoeken. Betrek kinderen daarom in de
planvorming van een verblijfs- en speelplek. Niet via
een vragenlijst of enquête, maar door ze op de plek te
laten spelen. Of neem als ontwerper zelf het perspectief in van een kind. Observaties of instrumenten als
Urban 95 en Auf Augenhöhe 1.20m kunnen helpen
deze bewustwording bij overheden en ontwerpers te
creëren. Bedenk het antwoord op de vragen die elk
kind zichzelf stelt: ‘Kan ik er iets doen? Is het er
spannend? Zijn er anderen?’
243
A PERSPECTIVE ON PLAYING
Growing up today is different from the past. More than
ever, children are guided with every step they take. That
minimises their freedom. At the same time, children
look for and increasingly find their freedom in the
digital realm. That’s where they can discover for themselves. Public space – the ‘real’ world – should also offer
possibilities to discover: outside of the school playground or child care. To achieve these possibilities,
a different kind of desirability, another type of programme and more of an integral design are called for. The
previous chapters demonstrated that the crux of the
issue is to invest in spaces and designs that are attractive to all target groups and ages. In that way, spots can
provide sufficient variation and the right opportunities
for playing for children. It also attracts parents and
invites people to go out and meet each other. Apart
from the practical tools, and inspiration from the
examples, this book formulates twelve critical principles
to create sustainable, full room for playing in the city.
1. THE MORE GOALS,
THE MORE INTERESTING A PLACE
Places offering opportunities for playing that are interesting for motor learning, and cognitive and social
development, provide the best play value and are
successful most often. Starting off the process with play
value in mind, instead of focussing on target or age
groups, broadens the spectrum of design choices considerably. Play areas that can be utilised in diverse ways
are attractive to various types of users in different life
stages. A fun spot (with room to sit in the sun, but in
the shades too), adds to the desirability of locations for
parents and accompanying adults. They are tempted
to stay even longer, when a location is smoke-free, offers
good seats, lovely trees, and is free of busy traffic
and air pollution. Facilities like a baby changing room,
changing stalls or a picnic place can also contribute
substantially. In other words, the leisure quality of
spaces matter to parents and accompanying adults –
making a site more attractive to more family members.
A diverse use throughout the day, and improving the
sense of ownership with the users, contribute as well.
Other examples are: sharing management tasks or
organised supervision.
2. PLAYING AS
AN OPPORTUNITY FOR TOTAL DESIGN
Like water, infrastructure or parking, playing claims its
space in the city emphatically. Taking the added value
of playing into account, playing is not the responsibility
of one field in policy making but can be part of urban
design, water management, landscape architecture or
the management of public space. Incorporating playing
in assignments from the beginning clears the way to
integrate play on a larger scale. Play may even be
allowed to be the leading principle. In that way, it can
create surprising ideas for total design.
3. LOOK FOR NEW LOCATIONS AND ROUTES
If we learn to see as children, the opportunities are ripe
for the picking. Children play with whatever they come
across on their way. A swing at a bus or tram stop turns
waiting time into playtime – maybe even removing
obstacles for the whole family to travel by public transport. An alley with blind facades transforms into an
exciting, interactive light route. Or how about a water
storage as an adventure area? If we see it as children
do, we can profit from it in countless ways in public
space!
4. IMITATE AND INSPIRE EACH OTHER
Children differ from each other. Still, we can claim that
in general children profit from participating in games
and movement they would otherwise possibly shy
away from. By generating opportunities for playing
that are attractive to motor learning and cognitive and
social development, these opportunities gain added
value. Children who don’t participate in sports that
much, might be inspired at one of the Krajicek Courts,
for instance. There, you can learn how to play tennis,
coached by the professionals working for the Krajicek
Courts. Are you never in nature? How nice would it be
to light your fire at one of the nature playgrounds in
Amsterdam? Also, did you never touch a hammer in
your life? In a ‘construction playground,’ you learn how
to build your own hut. Children learn the most from
other children and from adults: watching how others
245
go about and trying to imitate that. Doing it yourself,
in other words. That calls for facilities, but also for
coaching – as well as for role models and icons; like the
professional football player, showing his tricks and skills
on the patch of ground in your neighbourhood.
5. SAFELY ENGAGING IN RISKY PLAY
Besides the need for safe play areas, it’s also beneficial for children to learn how to engage in risky play
– under supervision if needed. Because risks are more
severe in the city (traffic, bigotry, inequality), it’s vital
that children can acclimatise to them at friendly places
from a young age. Children explore their boundaries
by playing; it furnishes them with an opportunity to
develop social skills and confidence. Currently, there is
a tendency to overprotect. This development stems
from their parents’ projected fear. In fact, the safety in
the public domain has never been at this level. It’s
imperative to challenge parents to enable their children
to tackle risks again consciously. Just like VeiligheidNL
does since 2016, we can consider with every intervention in public space: is this as safe as possible, or as
safe as needed?
6. IN TOUCH WITH NATURE
Children playing in nature appear to develop an elevated
interest in and understanding of nature. Also, because
children in nature are challenged to help each other,
playing in a natural environment helps to refine
social skills. Furthermore, playing in nature turns out
to contribute to the ability to focus, and a natural
environment elicits motor learning more effectively
than a constructed play area. The added value of
‘natural’ playing in the city is clear. The same goes
for the quality of living, considering greenery around
housing improves the desirability of the residential area. It also aids in preparing an urban area for
extreme weather (drainage after rain showers), helps
decrease the temperature in the city by providing
shade and provides health benefits. Why not also use
these natural elements natural playing? For instance,
by planting trees to climb in, instead of standard or
pyramid trees. Or by extending the function of water
storages by letting them double as play areas.
Sufficient robustness of the natural elements and
recovery periods are a prerequisite for deploying
natural elements as opportunities for playing.
7. PLAYING ALSO NEEDS EMPTY SPACE
Vacant sites grant children a possibility to invent their
interpretation of playing. It invites children to do the
interpreting themselves, inevitably ensuring these
places find a better and broader use than play areas
designed in detail. The vacant site can be temporary
and doesn’t require much space. As long as children
can utilise the space with loose parts – and elements
they brought along with them. A central storage room
in public space (accessible with a key or code) can have
added value, especially in densely populated areas. At
school playgrounds, a container filled with scraps can
transform an empty space into a paradise for playing.
Temporary spaces – construction playgrounds, temporary (art) installations, or building sites during holidays
– can generate valuable room for playing, using empty
space and loose parts.
8. MANAGEMENT AS AN STIMULUS FOR PLAYING
Management and maintenance are paramount for safe
playgrounds of high quality. Focused maintenance
can even be of substantial added value outside of the
designated play areas in the city. The city of Vienna
consciously withholds gritting during frosts to enable
the creation of ‘luging streets’. The same approach is
possible with leaves in autumn; not sweeping them
creates amazing heaps, where children can fall onto or
hide in. Alternatively, keep simple huts until the end
of the holidays; like ‘holiday houses’ for children. Of
course, there are many aspects to take into account,
like traffic safety or preventing sewage blocking. Some
of the suggestions, like the luging streets, are not
suitable to imitate directly in Amsterdam. On the other
hand, ideas like these can be valuable contributions to
approach playing with an open mind. They challenge
us to view the available space in the city differently.
247
9. EYES AND HANDS IN THE STREETS
11. INCLUDE A NEIGHBOURHOODS’ OWN CUSTOMS
Social aspects determine the feeling of safety and the
accessibility of a site. In other words, the presence (or
lack) of people, eye contact between users and interaction. Besides a relevant concept of urban design of
a site, it’s also essential to consider the ‘soft aspects’.
Can you supervise the spot from the nearby housing?
Or from the street? And does that include the evening
hours? Houses that have entrances on the ground floor
make informal supervision of toddlers easier. Especially
when the pavement on the north side is wide enough to
catch the sunlight, making it more desirable for parents
to stay. Barring the notion that ‘gated communities’ are
not preferred in or fitting for a city like Amsterdam, establishing a scheme of opening hours can aid in enhancing
safety and decreasing costs. Moreover, paradoxically,
particularly in shielded spaces, children can experience
more freedom.
The composition of the populace and how these people
utilise their district has considerable influence on the
possibilities for public space and play areas. What’s
successful in one quarter, fails somewhere else. Moreover, where one district needs greenery and opportunities for natural playing, another prefers paved squares.
Neighbourhoods develop in different ways too. Where
the populace is ageing in one district, many births
occur in another. Embrace these differences and assess
specific needs. Now, and shortly. Use differences to
emphasise diversity in the identities of the city. That will
reinforce the feeling of ownership of residents.
10. INVESTING IN NON-SPATIAL ELEMENTS
However lovely a playground is, if parents do not allow
children to go there, this world and its opportunities for
play are out of reach. Social investments to stimulate and
coach children to go outside are just as important as
physical investments. Without volunteers, no construction playgrounds. And without the expertise of the
professionals in welfare, sports and education, no full
picture of the children in a vulnerable position. In other
words, a play area of high quality needs a link between
the social and physical aspects of policy-making; preferably partnering with professionals who have expertise
in both fields. For that reason, make sure to include
residents as well as the social and physical aspects in
planning for and designing a leisure or play area. Weigh
the costs of physical intervention against supporting
local initiatives of temporary events for children.
12. SEE IT AS A CHILD DOES
Children have a fundamentally different perspective
on the world. Literally, due to experiencing their environment from a different eye level. And figuratively,
because they move through the city differently, have
different wants and needs and are inclined to look
for opportunities for playing everywhere. Therefore,
it’s imperative to include children in planning and
designing leisure and play areas. Not by having them
fill out questionnaires or have them surveyed, but by
letting them play at a site. Alternatively, adapt to a
child’s perspective literally. Tools like Urban 95 and
Auf Augenhöhe 1.20m facilitate in creating awareness
with officials and designers. Adapt to the perspective
of a child and observe their behaviour when they play,
so they can show us how they utilise public space as
a playground, and if there are things we overlook.
Answer yourself the questions every child always asks
itself: ‘What can I do here? Is something exciting going
on? Will there be others?’
249
VERDERLEZEN / KEEP ON READING
ONTWERPTOOLS EN RICHTLIJNEN /
DESIGN TOOLS AND GUIDELINES
AMSTERDAM EN SPELEN IN DE OPENBARE RUIMTE /
AMSTERDAM AND PLAYING IN PUBLIC SPACE
Jacobs, J. (1961). The Death and Life of Great American Cities: Random House.
CROW (2000). Handboek ‘Ontwerpen voor kinderen’.
Gemeente Rotterdam (2012). Handleiding Rotterdamse norm voor Buitenspeelruimte.
Stadt Zürich (2014). Handbuch ‘Platz zum Spielen’. Das Spielplatzkonzept von Grün Stadt Zürich.
Gent (2015). Visietekst en actieplan ‘Gent, kind- en jeugdvriendelijke stad’.
Maas, R., Kuitert, K., (2016). Prettige Plekken, Handboek Mens en Openbare ruimte
Karsten, L., Felder, N. (2016). De nieuwe generatie stadskinderen. Rotterdam NAI010 Uitgevers.
Nacto (2016). Global Street Design Guide.
Urhahn (2017). De Beweegvriendelijke stad.
ARUP (2017). Cities Alive: Designing for urban childhoods.
Gehl, J. (2017). Space to Grow. Ten principles that support happy, healthy families in a playful,
friendly city.
Krihnamurthy, S., Steenhuis, C., Reijnders, D. (2018). Mix & Match – Tools to design urban play.
Gemeente Amsterdam (2018). Ruimte voor sport en bewegen. Thematische studie.
Gemeente Amsterdam (2018). Schoolvoorbeelden Inspiratieboek.
Helleman, G. (2019). Speelbare steden, een model en gereedschapskist: Buiten Spelen No. 1.
Stipo (2019). City at eye level for kids (conceptversie, verschijnt juni 2019, check)
Gemeente Amsterdam (2016). Beweegatlas Amsterdam.
Gemeente Amsterdam (2016). Amsterdamse beweeglogica. De bewegende stad.
Steenhuis, M. (2017). De nieuwe grachtengordel. Thoth.
Gemeente Amsterdam (2018). De speelplaatsen van Aldo van Eyck in Amsterdam.
OVERIGE LITERATUUR SPELEN, SPEELPLEKKEN EN DE KINDVRIENDELIJKE STAD /
OTHER LITERATURE ON PLAY, PLAYGROUNDS AND THE CHILDFRIENDLY CITY
Huizinga, J. (1938). Homo Ludens: Tjeenk Willink.
Allen, M. (1968). Planning for play. London, Thames and Hudson.
Rauschenberg, R. (1968). Proposal for Public Parks. New York, TECHNE1.
Nicholson, S. (1971). The theory of loose parts: Landscape. Architecture Quarterly, October.
Bengtsson, A. (1972). Adventure Playgrounds, London: Crosby Lockwood & Son Ltd.
Dattner, R. (1974). Design for Play. Cambridge Massachusetts, MIT Press.
City of Vancouver (1992). High density housing for families with children guidlines.
Frost, Joe L. (2010). A History of Children’s Play and Play Environments: Toward a Contemporary
Child-Saving Movement. Routlegde.
Refshauge, A. (2013). Evidence-Based Playground Design. Lessons Learned from Theory to
Practice: Landscape research.
Burkhalter, G. (2016). The Playground Project: Kunsthalle Zürich.
Hajer, F. (2016). Werk maken van spelen. Oproep voor speelbeleid: Kind Spel Ruimte.
Krishnamurthy, S. (2018). Childfriendly urban design observations on public space from Eindhoven (NL) and Jerusalem (IL).
ONDERZOEK NAAR ONTWIKKELING VAN KINDEREN /
RESEARCH ON THE DEVELOPMENT OF CHILDREN
Piaget, J. (1950). The Psychology Of The Child. Ingram Publisher Services US.
Hart, R. (1979). Childrens experience of place. A Developmental Study. Irvington Publishers.
Korczak, J. (1984). Hoe houd je van een kind. S.W.P. Uitgeverij.
Kuik, S. (1996). Mag ik op je rug. Maklu.
Gugerli-Dolder, B. (2004). Was Kinder beweglich macht. Wahrnehmungs- und Bewegungsförderung im Kindergarten. Verlag Pestalozzianum.
Both, K. (2015). Kinderen in Beweging. De wereld van het jonge kind.
Verhulst, F. (2017). De ontwikkeling van het kind. Koninklijke van Gorckum.
Ostaijen, M. (2018). Wij zijn ons. Vantilt Uitgeverij.
Sigman, D. (2019). A Movement for Movement. API Play.
SPELEN IN NATUURLIJKE OMGEVING /
PLAYING IN NATURAL ENVIRONMENTS
Ward, C. (1961). Adventure Playground. A Parable of Anarchy. Freedom Press.
Hogan, P. (2001). Playgrounds for free. The Utilization of Used and Surplus Materials in Playground Construction. The MIT Press.
Fjørtoft, I. (2001). The Natural Environment as a Playground for Children. The Impact of
Outdoor Play Activities in Pre-Primary School Children. Early Childhood Education Journal. Vol.
29 No. 2 Winter 2001.
O’Connor (2003). Skrammellegepladsen: Denmark's first adventure play area. Proceedings
of the 2002 Northeastern Recreation Research Symposium. U.S. Department of Agriculture,
Forest Service, Northeastern Research Station. p. 79–85.
Louv, R. (2007). Het laatste kind in het bos: Jan van Arkel
Jost, D. (2010). Changing Places. Resurrecting the ‚Adventure-Style‘ Playground“, Washington:
Landscape Architecture Magazine no.3
Tovey, H. (2011). Laat ze buiten spelen. Pleidooi voor gezonde risico’s. Maklu.
Wauquiez, S. (2014). Was bringen Naturerlebnisse Kindern? Argumente, Erfahrungsberichte,
Forschungsergebnisse.
Onck, S. (2015). Avontuur in de stad. Interview Martin van Rooijen. City Kidskrant Nr. 1. p.7
COLOFON
OVER DE AUTEURS
Dit boek is tot stand gekomen door
kruisbestuiving tussen experts uit de
ruimtelijke en sociale werkvelden van de
gemeente Amsterdam. Deze brede waaier
aan kennis is door het team van Berte
Daan (architect en landschapsontwerper),
Karin Peeters (stadssocioloog en
stedenbouwkundig ontwerper) en Anna
Fink (landschapsarchitect en boekenmaker)
gebundeld en aangevuld vanuit hun kennis,
ervaring en onderzoek. Ook relevante
literatuur en externe experts zijn in de
totstandkoming van dit boek betrokken,
naast vele ervaringsdeskundige vaders en
moeders.
ABOUT THE AUTHORS
This book was conceived by the crosspollination between specialists in spatial
design and professionals with expertise in
social topics from the city of Amsterdam.
The team of Berte Daan (architect and
landscape designer), Karin Peeters (urban
sociologist and urban planner) and Anna
Fink (landscape architect and book
making) has pooled this whole spectrum
of knowledge and supplemented it with
their expertise, experience and research.
Relevant literature was included, and
external experts were consulted - as well
as many parents, the experiential experts.
IN OPDRACHT VAN / COMMISSIONED BY
Gemeente Amsterdam
ONDERZOEK, TEKST EN ANALYSETEKENINGEN /
RESEARCH, TEXT AND ANALYSIS DRAWINGS
Berte Daan en Karin Peeters
MET DANK AAN / THANKS TO
Katharina Peischl; Jules van Veen; projectleider
Anne Meijer en het projectteam van de Gemeente
Amsterdam: Imke van Moorselaar, An-Jes Oudshoorn,
Nelleke Penninx, Katinka Pricken, Marijn Sleurink en
Floor Zwiers; Urhahn; alle deelnemers van het ‘MicroSymposium Spelen in de Stad, 11 April 2019’; de
kinderen en hun ouders die hebben deelgenomen
aan de wandlingen
VORMGEVING EN BEELDREDACTIE /
GRAPHIC DESIGN AND IMAGE EDITING
Anna Fink
FOTOGRAFIE / PHOTOGRAPHY
Beeldbank stadsarchief Gemeente Amsterdam:
pag. 2-10; 38-45; 251-259
Karin Peeters en 11 kinderen uit Amsterdam:
pag. 65-103
Jeroen Hofman: pag. 108-111; 130-133; 150-153;
170-173; 190-193; 210-213
DRUKWERK / PRINTING
Wilco Art Books, Amersfoort
Copyright © 2019 Gemeente Amsterdam
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag
worden verveelvoudigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
All rights reserved.
“Wat kan ik hier doen?”
“Gebeurt er iets spannends?”
“Zijn er anderen?”
Buiten spelen is en blijft leuk, als de antwoorden op
deze vragen positief zijn! Dat vertellen ook Amsterdamse
kinderen en hun ouders in dit boek. Vanuit deze vragen
biedt Spelen in de Stad een scala aan kennis, inspiratie
en praktische handvatten om de stad te zien, ontwerpen
en gebruiken als potentiële speel- en ontmoetingsruimte.
‘What can I do here?’
‘Is something exciting going on?’
‘Will there be others?’
Playing outside is fun, when the answers to these questions are positive! Amsterdam children and their parents
point this out too, in this book. Based on these three
questions Playing in the City offers a range of knowledge,
inspiration and practical tools on how to view, design and
use the city as a potential space for play and interaction.
In opdracht van de Gemeente Amsterdam.
Commissioned by the City of Amsterdam.
Documenti correlati
Scarica